gepubliceerd op 30 november 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren (1)
6 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren (PC 321) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2001 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren;
Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen van 24 september 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren.
Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en wanneer de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten, de opzeggingstermijn vastgesteld op : 1° achtentwintig dagen indien het werklieden betreft die minder dan zes maanden ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven;2° vijfendertig dagen indien het werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven;3° zesenvijftig dagen indien het werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven;4° zevenenzeventig dagen indien het werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven;5° honderdentwaalf dagen indien het werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven;6° honderd veertig dagen indien het werklieden betreft die minstens twintig jaren ononderbroken in dienst van dezelfde werkgever zijn gebleven.
Art. 3.Ingeval van conventioneel brugpensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 14 juni 2001 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen ressorteren, wordt opgeheven.
Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 november 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.