Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2013
gepubliceerd op 02 april 2013

Koninklijk besluit betreffende de mededelingen en meldingen door de geregistreerde eigenaars of exploitanten van schepen die vereist zijn wanneer zij beroep doen op een maritieme veiligheidsonderneming

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2013014034
pub.
02/04/2013
prom.
06/03/2013
ELI
eli/besluit/2013/03/06/2013014034/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2013. - Koninklijk besluit betreffende de mededelingen en meldingen door de geregistreerde eigenaars of exploitanten van schepen die vereist zijn wanneer zij beroep doen op een maritieme veiligheidsonderneming


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/2013 pub. 30/01/2013 numac 2013000077 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij sluiten houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij, artikelen 3, 1°, 4 en 5;

Gelet op advies 52.624/4 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van de Noordzee en de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De mededelingen van de overeenkomsten bedoeld door artikel 3, 1°, van de wet van 16 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/2013 pub. 30/01/2013 numac 2013000077 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij sluiten houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij, hierna de « wet » genoemd, gebeuren overeenkomstig de volgende procedure.

Voor de mededeling aan de Minister van Binnenlandse Zaken stuurt de geregistreerde eigenaar of exploitant van het schip een kopie van de overeenkomst per aangetekende postzending naar de Directeur van de Directie Private Veiligheid van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken. Voor de mededeling aan de Minister bevoegd voor het maritiem vervoer stuurt de geregistreerde eigenaar of exploitant van het schip een kopie van de overeenkomst per aangetekende postzending naar de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Een kopie in elektronische vorm wordt verstuurd aan de bovenvermelde Directeur en Directeur-generaal op het door hen aangeduide E-mail adres.

De mededeling gebeurt binnen een termijn van 7 dagen vanaf de datum van de afsluiting van de overeenkomst en in elk geval voorafgaand aan het inschepen van de agenten van de maritieme veiligheidsonderneming in uitvoering van de overeenkomst.

Art. 2.De meldingen bedoeld in artikel 4 van de wet worden gedaan aan de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer via de telefoonnummers of e-mail adressen die daartoe door het bovenvermelde Directoraat-generaal Maritiem Vervoer worden vastgesteld en bekendgemaakt op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

De meldingen bedoeld in artikel 4 van de wet bevatten de volgende gegevens : - de naam en het IMO-nummer van het schip; - de geschatte datum, tijd en plaats van de inscheping en ontscheping van de maritieme veiligheidsagenten en hun wapens; - het aantal in te schepen maritieme veiligheidsagenten, hun naam en nationaliteit en de aanduiding van de operationele leidinggevende van de agenten aan boord van het schip.

Het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer informeert de Directie Private Veiligheid van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken over iedere melding die hij heeft ontvangen overeenkomstig het eerste lid.

Art. 3.De meldingen aan het Crisiscentrum van de Regering bedoeld in artikel 5 van de wet worden gedaan via de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer die verder handelt overeenkomstig het derde lid, via de telefoonnummers of e-mail adressen die daartoe door het bovenvermelde Directoraat generaal Maritiem Vervoer worden vastgesteld en bekendgemaakt op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

De meldingen bedoeld in artikel 5 van de wet bevatten de volgende gegevens : - de naam en het IMO-nummer van het schip; - de plaats en de plaatselijke datum en tijd van het voorval; - de aard van het voorval; - een korte beschrijving van het verloop en de gevolgen van het voorval; - de opgave van de acties in verband met het voorval die daarna genomen of voorgenomen werden; - de naam van de reder en de contact gegevens van de door de reder aangeduide persoon voor de communicatie met de Belgische overheid omtrent het voorval; - alle andere relevante informatie.

De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer geeft iedere melding die hij heeft ontvangen overeenkomstig het eerste lid door aan de Algemene Directie van het Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken.

Art. 4.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor de Zeevaart zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van de Noordzee, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

^