Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2007
gepubliceerd op 27 maart 2007

Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het nieuwe station van Luik-Guillemins en gelegen op het grondgebied van de stad Luik van algemeen nut wordt verklaard

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014104
pub.
27/03/2007
prom.
06/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/06/2007014104/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het nieuwe station van Luik-Guillemins en gelegen op het grondgebied van de stad Luik van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1998, nr.

A/98060/B.48.2.4/U waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de stad Luik van algemeen nut wordt verklaard;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 2005, nr.

A/1281/B48.2.4/Ubis waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het nieuwe station van Luik en gelegen op het grondgebied van de stad Luik van algemeen nut wordt verklaard;

Overwegende dat het van belang is het HST-project in België binnen de vooropstaande termijnen volledig af te werken en dat hiertoe snel de sporen van de hogesnelheidslijn, richting Brussel, van het nieuwe station te Luik volgens hun definitief tracé dienen aangelegd;

Overwegende dat het tevens aangewezen is bovengenoemde spoorwerken zo spoedig mogelijk uit te voeren om de continuïteit van de bouwactiviteiten te verzekeren en om te vermijden dat een langdurige onderbreking van deze bouwfase leidt tot omvangrijke schadevergoedingen, die de NMBS Holding aan de aannemer zou moeten betalen;

Overwegende dat de uitvoering van deze spoorwerken vereist dat voorafgaandelijk het huidige stationsgebouw wordt gesloopt en dat er alsnog een voorlopig stationsgebouw nodig is gezien de bouw van het nieuwe station steeds meer vertraging kent en deze met de gebruikelijke onzekerheid pas tegen eind 2008 beschikbaar komt;

Overwegende dat het voornoemde voorlopige stationsgebouw uit de aard van zijn functie dient ingeplant in de onmiddellijke omgeving van de toegang tot de stationsperrons en bovendien zoveel als mogelijk buiten de zone van de bouwactiviteiten aldaar;

Overwegende dat de percelen, gelegen naast het nieuwe station en die door de NMBS-Holding recentelijk werden verworven als werfterrein voor de bouw van het metalen dakgebinte van het station, de plaats bij uitstek is voor de vestiging van dit voorlopige stationsgebouw en van de installaties die een degelijk onthaal van het cliënteel verzekeren;

Overwegende dat als gevolg hiervan moet uitgezien worden naar een andere plaats om als werfterrein in alle veiligheid de bouw van de luifel, kant stad te organiseren;

Overwegende dat de percelen, onmiddellijk vóór het nieuwe station gelegen, hiervoor weliswaar een passende ligging hebben maar echter onbeschikbaar zijn, gezien deze terreinen een andere bestemming gekregen hebben die niet verenigbaar is met hun gebruik als werfterrein en dat de overige niet bebouwde percelen in de omgeving van het nieuwe station evenmin beschikbaar zijn;

Overwegende dat in die omstandigheden enkel de terreinen begrensd door de « rues Jonckeu, Bovy, de Sclessin en Paradis » voor genoemde bestemming alsnog in aanmerking komen;

Overwegende dat het daarnaast onontbeerlijk is om evenzeer uit te zien naar een alternatieve locatie voor het onderbrengen van de burelen van waaruit de bouwwerven worden beheerd;

Overwegende dat het tenslotte nodig is om in de directe omgeving van het voorlopig station aansluitende accommodaties zoals parkeervoorzieningen uit te bouwen met het oog op het onthaal van de reizigers;

Overwegende dat de percelen aangeduid op het plan nr.

DV-0360-099.900-109 en gelegen op het grondgebied van de stad Luik in de gegeven omstandigheden het meest geschikt zijn om te worden gebruikt voor boven omschreven behoeften;

Overwegende dat voor het goede verloop en de afwerking van de uit te voeren werken voor het nieuwe stationsgebouw de verwerving van de aangeduide percelen zo spoedig als mogelijk noodzakelijk is;

Overwegende dat de nodige innames aldus hoogst dringend moeten gebeuren;

Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte derhalve onontbeerlijk is;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de bouw van het nieuwe station Luik-Guillemins de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de stad Luik en opgenomen in het plan nr. DV-0360-099.900-109, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^