Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 maart 2001
gepubliceerd op 25 april 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 1994/1995 en 1995/1996

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012136
pub.
25/04/2001
prom.
06/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/06/2001012136/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 1994/1995 en 1995/1996 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 1994/1995 en 1995/1996.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 Vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 1994/1995 en 1995/1996 (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1995 onder het nummer 38378/CO/106.02)

Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de statuten welke vastgesteld werden bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 15 maart 1982, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 1985 en 11 mei 1995, houdende oprichting van een fonds van bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, wordt er voor de dienstjaren 1994/1995 en 1995/1996 een premie van 3 500 BEF toegekend aan de werklieden en werksters die gedurende de gehele periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1995 en van 1 april 1995 tot 31 maart 1996 de bij artikel 5, § 1 van voormelde statuten bepaalde voorwaarden vervullen.

De werklieden en werksters die gedurende de gehele voormelde periodes deze voorwaarden niet vervullen ontvangen een premie van 290 BEF per volledige of onvolledige kalendermaand waarin deze voorwaarden zijn vervuld.

Art. 2.De in artikel 4 a) van de statuten bedoelde werkgevers overhandigen aan iedere werknemer die in hun onderneming gedurende de periode van 1 april 1994 tot 31 maart 1995 en van 1 april 1995 tot 31 maart 1996 gewerkt heeft, de behoorlijk ingevulde "kaart van rechthebbende", die hun verstrekt wordt door het fonds.

De werkgevers vullen op deze kaart de volledige identiteit van de rechthebbende en de periode van tewerkstelling in; zij brengen er de stempel van de onderneming op aan. De werknemer overhandigt deze kaart aan één van de interprofessionele organisaties bedoeld in artikel 5, § 1 van de statuten.

De interprofessionele organisatie gaat het lidmaatschap na, duidt het bedrag aan waarop de werknemer recht heeft volgens artikel 1, en stuurt de kaart van rechthebbende door aan het fonds. Het aan de rechthebbende toekomende bedrag wordt, door de zorgen van het fonds uitgekeerd.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^