Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juni 2000
gepubliceerd op 26 augustus 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de arbeidsduur

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012424
pub.
26/08/2000
prom.
06/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/06/2000012424/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de arbeidsduur.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 Arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 27 februari 1998 onder het nummer 47186/CO/202) Gelet op het protocolakkoord van 10 oktober 1997 voor de jaren 1997-1998. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen van groep C welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1994 en 5 september 1994, tot regeling van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten in de ondernemingen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1994 en 5 september 1994 betreffende de arbeidsduur, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 juni 1995 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 19 juli 1995. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 3.De wekelijkse arbeidsduur wordt per 1 januari 1998 verminderd tot 37 uur 30.

Art. 4.Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk.

Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon.

Art. 5.Voor de deeltijdse werknemers wordt deze arbeidsduurverkorting op 1 januari 1998 doorgevoerd volgens hun individuele keuze door een proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur of door een proportionele verlaging van de arbeidsduur met behoud van loon.

Art. 6.De werkgevers zullen deze arbeidsduurvermindering als volgt toepassen (pro rata voor de deeltijdse werknemers) : - hetzij onder de vorm van drie bijkomende verlofdagen waarvan het tijdstip en de wijze waarop ze worden opgenomen worden afgesproken tussen werkgever en werknemer, met een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur; - hetzij onder de vorm van een wekelijkse arbeidsduurvermindering waarbij deze wordt toegekend per blok van een half uur op één dag van de week, met een wekelijkse arbeidsduur van 37 uur 30. HOOFDSTUK III Minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers

Art. 7.De minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers wordt vastgesteld op 15 uur per week. Het blijft echter mogelijk werknemers voor een lager aantal arbeidsuren per week tewerk te stellen binnen het kader van de wettelijke voorziene afwijkingen op de minimale wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis, vijfde tot negende lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsregime

Art. 8.Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden : - ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week; - ofwel in het kader van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve werkdagen rust binnen deze 6 dagen.

Art. 9.Het regionaal overlegorgaan wordt ingelicht over het gekozen arbeidsregime. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Overeenkomstig het derde lid van artikel 11 van genoemde wet is het intersectorieel vastgestelde correctiemechanisme van toepassing in geval van overschrijding van de loonnorm.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1998.

De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd met een termijn van drie maanden. Deze opzegging wordt gedaan met een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^