gepubliceerd op 18 oktober 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensionneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer
6 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensionneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensionneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 Tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensioneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer (Overeenkomst geregistreerd op 7 augustus 1996 onder het nummer 42363/CO/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en op hun werklieden.
Onder "werklieden", wordt bedoeld : 1° de werklieden en werksters;2° de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven;3° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden. HOOFDSTUK II. - Begrippen
Art. 2.Onder "bruggepensioneerde" wordt bedoeld de persoon aan dewelke de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening het recht op het statuut van bruggepensioneerde erkend heeft zoals voorzien door de werkloosheidsreglementering.
De werkman aan dewelke het in het vorig lid bedoelde recht erkend werd wordt aanzien als bruggepensioneerde zelfs indien hij van dit statuut afziet.
Art. 3.Onder "gepensioneerde", wordt bedoeld iedere persoon ten aanzien van dewelke : 1° het recht op een ouderdomspensioen werd geopend, ongeacht de leeftijd van de betrokken op het ogenblik van de opening van het recht;2° het recht op een overlevingspensioen werd geopend, ongeacht de leeftijd van de betrokken op het ogenblik van de opening van het recht;3° het recht op een om het even welke sociale vergoeding, met uitzondering van de werkloosheidsuitkeringen, werd geopend voorzover het genot van deze vergoeding onderworpen is aan de voorwaarde dat de betrokken geen beroepsactiviteit meer uitoefent en/of dat de inkomsten voortspruitend uit deze activiteit beperkt zijn. Voor de toepassing van dit artikel, onder "opening van het recht" wordt bedoeld het feit dat een beslissing het recht op een pensioen of op een sociale vergoeding toekent en het bedrag er van bepaalt. HOOFDSTUK III. - Verbod van tewerkstelling
Art. 4.De in artikel 1 bedoelde werkgevers mogen geen gepensioneerde of bruggepensioneerde werklieden tewerkstellen.
Art. 5.In afwijking op artikel 4, mogen de werklieden ten aanzien van dewelke het recht op een overlevingspensioen werd geopend door de in artikel 1 bedoelde werkgevers tewerkgesteld zijn op voorwaarde dat die werklieden aan de volgende vereisten beantwoorden : 1° de leeftijd van 58 jaar niet hebben bereikt;2° al tewerkgesteld zijn door een in artikel 1 bedoelde werkgever op het ogenblik van de opening van het recht op een overlevingspensioen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 juli 1996 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door iedere ondertekenende partij opgezegd worden mits betekening per aangetekende brief, aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Voor de betekening van de in het vorig lid bedoelde opzeggingstermijn, is de partij die deze bedoeling heeft ertoe gehouden aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en aan de andere partijen deze bedoeling alsook de beweegredenen ervan mede te delen.
Binnen de maand te rekenen vanaf de ontvangst van de betekening van de bedoeling over te gaan tot opzegging van deze overeenkomst is de Voorzitter ertoe gehouden het verzoeningsbureau bevoegd voor de in artikel 1 bedoelde werkgevers bijeen te roepen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld