Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juni 1997
gepubliceerd op 06 september 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende het kort verzuim

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012385
pub.
06/09/1997
prom.
06/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/06/1997012385/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende het kort verzuim (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende het kort verzuim.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996 Kort verzuim (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 1996 onder het nummer 42817/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren alsook op hun werklieden.

Met "werklieden" bedoelt men de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is een verruiming van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 (Belgisch Staatsblad van 11 september) en zijn wijzigingen, alsook van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 1974 betreffende het behoud van het normale loon van de werknemers ter gelegenheid van bepaalde familiegebeurtenissen, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 23 januari 1975). HOOFDSTUK III. - Afwezigheden met behoud van loon

Art. 3.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, welke hierna opgesomd zijn, hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden het recht, met behoud van hun loon van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur : Reden en duur van de afwezigheid 1° Huwelijk van de werknemer. Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. 2° Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer. De dag van de het huwelijk. 3° Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid. 4° De geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling. 5° Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. 6° Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. 7° Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis. 8° Plechtige communie of deelname aan het feest van de vrijzinnige jeugd van het kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e). De dag van de plechtigheid, ofwel, indien deze samenvalt met een dag waarop gewoonlijk wordt gewerkt, een dag van de week die deze dag voorafgaat of er op volgt. 9° Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag. 10° Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. 11° Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd. 12° Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezingen van het Europees Parlement. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. 13° Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen. 14° Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie. Drie dagen naar keuze van de werknemer in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin. HOOFDSTUK IV. - Gelijkstellingen

Art. 4.Voor de toepassing van artikel 3, nrs. 2, 3, 5 en 8 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Art. 5.Voor de toepassing van artikel 3, nrs. 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

Art. 6.In uitvoering van het protocol van akkoord 1995-1996, afgesloten op 31 augustus 1995, en geregistreerd onder het nummer 39922/CO/125.02 worden voor de toepassing van het artikel 2 samenwonenden gelijkgesteld met echtgenoten. Om van die gelijkstelling te kunnen genieten moet de samenwonende de bewijsstukken aan de werkgever overmaken. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1996 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maand, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van6 juni 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^