gepubliceerd op 21 oktober 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, betreffende de arbeids- en beloningsvoorwaarden van het personeel van de privé-ziekenhuizen. Invoering van de « zogenaamde O.O.B. barema's » en de algemene verhoging van de lonen en de wedden
6 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, betreffende de arbeids- en beloningsvoorwaarden van het personeel van de privé-ziekenhuizen. Invoering van de « zogenaamde O.O.B. barema's » en de algemene verhoging van de lonen en de wedden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1995 houdende uitvoering van artikel 5, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de privé- ziekenhuizen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, betreffende de arbeids- en beloningsvoorwaarden van het personeel van de privé-ziekenhuizen. Invoering van de "zogenaamde O.O.B. barema's" en de algemene verhoging van de lonen en de wedden.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de privé- ziekenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995 Arbeids- en beloningsvoorwaarden van het personeel van de privé-ziekenhuizen. Invoering van de "zogenaamde O.O.B. barema's" en de algemene verhoging van de lonen en de wedden (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38275/CO/305.01) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 1982, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen onderworpen aan de wet op de ziekenhuizen, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juli 1983;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomsten van : 1. 20 december 1988, geregistreerd onder het nummer 22471/CO;2. 10 mei 1989, geregistreerd onder het nummer 23262/CO, gesloten tussen vijf werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen onderworpen aan de wet op de ziekenhuizen en alle erin vertegenwoordigde werknemersorganisaties; Gelet de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 1990, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen onderworpen aan de wet op de ziekenhuizen, betreffende de sociale programmatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 maart 1991;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 1991, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, betreffende de lonen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juni 1992;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomsten van : 1. 29 juni 1992, geregistreerd onder het nummer 30671/CO;2. 24 september 1992, geregistreerd onder het nummer 31565/CO;3. 10 december 1992, geregistreerd onder het nummer 31445/CO, gesloten tussen vijf werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen en alle erin vertegenwoordigde werknemersorganisaties; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, met betrekking tot een loonsverhoging van 2 pct. vanaf 1 augustus 1994, geregistreerd onder het nummer 37857/CO/305.01, wordt de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten :
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de instellingen die onder het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen ressorteren.
Onder werknemers wordt verstaan, het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.
Art. 2.§ 1. Alle loonschalen en alle werkelijk uitbetaalde lonen en wedden, de grensbedragen die bepaald zijn voor de berekening van de haard- of standplaatstoelage en het gewaarborgd minimumloon op 21 jaar, worden aangepast met een verhoging van 2 pct. vanaf 1 augustus 1994. § 2. Alle loonschalen en alle werkelijk uitbetaalde lonen en wedden, de grensbedragen die bepaald zijn voor de berekening van de haard- of standplaatstoelage en het gewaarborgd minimumloon op 21 jaar, worden aangepast met een verhoging van 0,5 pct. vanaf 1 augustus 1995. § 3. In afwijking van § 1 van artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de verhoging van 2 pct. in de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) slechts toegepast vanaf 1 januari 1995. De terugwerkende kracht voorzien in artikel 6, § 2 en 3 beperkt zich bijgevolg tot de periode van 1 januari 1995 tot 30 april 1995.
Art. 3.De weddeschalen vermeld in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst bepalen de jaarlijkse basisbedragen per anciënniteitsjaar. Elke conventionele aanpassing van de jaarlijkse basisbedragen wordt berekend op deze die op de datum van de conventionele aanpassing van toepassing zijn. Bij de vaststelling ervan worden alle decimalen verwaarloosd, zonder enige afronding. Zij gelden als minimumbarema's.
Art. 4.Het gewaarborgd minimumloon op 21 jarige leeftijd, zoals bepaald in artikel 24 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 1982, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen onderworpen aan de wet op de ziekenhuizen, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers (koninklijk besluit van 12 juli 1983) is vastgesteld op een jaarlijks basisbedrag van 511.230 F vanaf 1 augustus 1994 en van 513.786 F vanaf 1 augustus 1995.
Art. 5.De grensbedragen voor de berekening van de haard- of standplaatstoelage worden vanaf 1 augustus 1994 vastgesteld op de jaarlijks basisbedragen van 635.870 F en 724.932 F en vanaf 1 augustus 1995 op 639.049 F en 728.556 F.
Art. 6.De algemene verhoging van 2 pct. en de minimumbarema's moeten, op het niveau van de instellingen, werkelijk worden uitbetaald vanaf 1 mei 1995.
Het bedrag dat wegens de terugwerkende kracht van de algemene weddeverhoging van 2 pct. en van de toepassing van de minimumbarema's, voor de periode van 1 augustus 1994 tot 30 april 1995 verschuldigd is, wordt berekend op individuele wijze per werknemer op 24 april 1995 verbonden door een arbeidsovereenkomst met de instelling of door een stageovereenkomst overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983. Dit bedrag wordt aan de werknemers effectief uitbetaald vóór 31 oktober 1995.
De terugwerkende kracht beperkt zich in ieder geval tot de periode tijdens dewelke de werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst of een stageovereenkomst bij de werkgever waar hij in dienst is of was op 24 april 1995.
Art. 7.In afwijking van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen de instellingen die op 24 april 1995 de "zogenaamde O.O.B.-weddeschalen" nog niet in de financiering van de ligdagprijs hebben doen opnemen, de werkelijke toepassing van de minimumbarema's in bijlage aan onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst uitstellen tot 1 januari 1996. Het bedrag van de terugwerkende kracht voor de periode van 1 augustus 1994 tot 31 december 1995, moet vóór 30 juni 1996 onder vorm van een eenmalige geïndividualiseerde premie uitbetaald worden aan het personeel.
De ondernemingsraad van deze instellingen moet hierover ingelicht worden vóór 30 juni 1995. Een afschrift van deze informatie dient gezonden te worden aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen.
De algemene weddeverhogingen van 2 pct. op 1 augustus 1994 en van 0,5 pct. op 1 augustus 1995 op de werkelijk uitbetaalde lonen en wedden en de toepassingsmodaliteiten ervan, maken geen deel uit van deze afwijking.
Art. 8.Artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 1982, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juli 1983, tot bepaling van de loonschalen van het verplegings- en verzorgingspersoneel en het niet gediplomeerd hulppersoneel en huishoudelijk personeel, wordt vanaf 1 augustus 1994 als volgt gewijzigd : Eerste lid : « De schaal 1.78 S wordt toegekend aan de titularissen van de graad van "hoofdvroedvrouw" en hoofdverpleger (mannen en vrouwen). » Twaalfde en dertiende lid : « De schaal 1.35 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van kinderverzorger en sanitair helper (mannen en vrouwen). » Veertiende, vijftiende en zestiende lid : « De schaal 1.26 wordt toegekend aan de gezins- en bejaardenhelpers (mannen en vrouwen), in het bezit van een attest, afgeleverd door de bevoegde minister of staatssecretaris.
De schaal 1.22 wordt toegekend aan de gezins- en bejaardenhelpers (mannen en vrouwen), die niet in het bezit zijn van voornoemd attest.
De schaal 1.22 wordt toegekend aan het niet gediplomeerd hulppersoneel en huishoudelijk personeel dat niet in het bezit is van een diploma, attest, brevet of getuigschrift vereist voor een taak welke tot de werkelijke verpleging behoort. »
Art. 9.Al de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene minimumbarema's, de grensbedragen voor de vaststelling van de haard- of standplaatstoelage en het gewaarborgd minimumloon op 21 jaar, eveneens de werkelijk uitbetaalde lonen en wedden, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Zij worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het spilindexcijfer 102,02 - basis 1988 (cfr. 138,01 - basis 1981), vereffening aan 100 pct.
Het geïndexeerde maandloon is gelijk aan het door twaalf gedeelde geïndexeerde jaarloon, terwijl alle decimalen worden verwaarloosd, zonder enige afronding.
Het geïndexeerde uurloon is gelijk aan het geïndexeerde jaarloon gedeeld door 1976 (arbeidstijdregeling van 38 uur per week, vermenigvuldigd met 52 weken) of gedeeld door 2080 (arbeidstijdregeling van 40 uren per week, vermenigvuldigd met 52 weken). Het geïndexeerde uurloon wordt berekend met inbegrip van de honderdsten, zonder enige afronding.
Art. 10.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om een gecoördineerde collectieve arbeidsovereenkomst te maken met betrekking tot de arbeids- en beloningsvoorwaarden, vóór 31 december 1995.
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 24 april 1995.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995 - PSC 305.01 Jaarlijkse basisbedragen vanaf 1 augustus 1994 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1995 - PSC 305.01 Jaarlijkse basisbedragen vanaf 1 augustus 1995 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld