6 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij een jaarlijkse statistiek van de vorderingen en verbintenissen van bepaalde ondernemingen in de financiële en verzekeringssector wordt voorgeschreven

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985 en de wet van 21 december 1994, inzonderheid op de artikelen 1 tot 3, 16 en 18 tot 23;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek, gegeven op 20 februari 1996;

Gelet op het advies van de Commissie COMFORM, gegeven op 4 juni 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Nationaal Instituut voor de Statistiek maakt een statistiek op van de vorderingen en verbintenissen van de Belgische en de in België gevestigde buitenlandse ondernemingen die behoren tot één van de volgende categorieën : 1° de kredietgevers vermeld op de lijst bedoeld in artikel 76 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, met uitsluiting van die welke alleen erkend werden voor het verrichten van verkopen op afbetaling zonder financiering door een derde;2° de gespecialiseerde ondernemingen die betaal- en kredietkaarten uitgegeven;3° de ondernemingen van hypothecaire leningen ingeschreven overeenkomstig de wet van 4 augustus 1992 betreffende het hypothecair krediet;4° de ondernemingen die aan herverzekering doen, zonder de rechtstreekse verzekering te beoefenen;5° de ondernemingen en instellingen bedoeld in artikel 2, § 3, 1° tot 5° van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;6° de ondernemingen erkend om de activiteit van financieringshuur uit te voeren, in toepassing van het koninklijk besluit nr.55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur; 7° de factoringondernemingen;8° de bijkantoren in België van buitenlandse verzekeringsondernemingen waarvan de zetel binnen de Europese Unie is gevestigd.Voor de toepassing van dit besluit wordt het geheel van de bijkantoren en exploitatiezetels in het land beschouwd als één onderneming.

De instellingen bedoeld in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen vallen niet onder de toepassing van dit besluit.

Art. 2.De statistiek wordt opgemaakt op grond van inlichtingen verzameld met behulp van vragenlijsten, die met de bij dit besluit gevoegde modellen overeenstemmen.

Art. 3.De in artikel 2 bedoelde gegevens dienen te worden verstrekt door de personen die met het dagelijks bestuur van de in artikel 1 bedoelde ondernemingen belast zijn.

Deze personen moeten bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek einde januari de nodige exemplaren van de voor hun geldende vragenlijst opvragen, die hun kosteloos worden verstrekt.

Deze vragenlijsten moeten in tweevoud behoorlijk worden ingevuld : één exemplaar moet uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het referentiejaar, teruggestuurd worden, het andere moet door de informatieplichtige gedurende twee jaar worden bewaard.

De eerste aangifte gaat over de balans van het jaar 1995.

Voorlopig stuurt het Nationaal Instituut voor de Statistiek de nodige exemplaren van de vragenlijsten die betrekking hebben op de jaren 1995 en 1996 op het einde van het tweede kwartaal van 1997 op. Deze ingevulde vragenlijsten moeten uiterlijk binnen de dertig dagen na ontvangst teruggestuurd worden.

De ondernemingen kunnen hun aangifte ook doen door middel van een elektronische informatiedrager of onder om het even welke andere vorm, op voorwaarde dat zij er alle gegevens van de vragenlijst op dezelfde manier op weergeven. Over technische details van de gegevensdrager is een voorafgaande overeenkomst vereist met het Nationaal Instituut voor de Statistiek.

Art. 4.De statistiek gaat over de vorderingen uitgesplitst naar de sector van de schuldenaar en de verbintenissen uitgesplitst naar de sector van de schuldeiser.

Art. 5.De informatie die krachtens dit besluit wordt verzameld, mag later voor statistische en wetenschappelijke verwerking worden gebruikt, overeenkomstig de doelstellingen van de statistiek.

Art. 6.Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 18 tot 23 van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 waarbij een statistiek van de vorderingen en de verbintenissen van bepaalde ondernemingen uit de financiële- en verzekeringssector wordt voorgeschreven, wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.

Art. 9.Onze Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld