gepubliceerd op 14 december 2018
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de **** van 24 december 2002
6 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de **** van 24 december 2002
****, **** der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de **** van 24 december 2002, **** ****, **** 6 "Voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen", laatst gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, artikel 3, § 3, vijfde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de **** van 24 december 2002, laatste gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 september 2015;
Gelet op het advies van de inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 24 mei 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 12 oktober 2018;
Gelet op het advies 64.483/4 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de verenigingen waarmee een **** werd afgesloten, sinds 2016 verschillende voogden in dienst hebben die recht geven op de gewone of de verhoogde vergoeding in uitvoering van artikel 7bis van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van voornoemde **** en dat met dit besluit de vergoedingen voor de verenigingen voor het uitoefenen van voogdijen door hun werknemer-voogden identiek zullen zijn en het dus noodzakelijk is dat dit besluit met ingang van 1 januari 2018 uitwerking heeft.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 7bis van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de **** van 24 december 2002 worden de paragrafen 1 tot 3, die laatste ingevoegd bij koninklijk besluit van 23 september 2015, als volgt vervangen: " § 1. Wanneer de voogd in het kader van artikel 13, § 3, aangewezen is, wordt de vergoeding bedoeld in artikel 6 en 7 vervangen door een vergoeding rechtstreeks uitbetaald aan de vereniging of aan de openbare instelling die de aangewezen voogd in dienst heeft. § 2. Het bedrag van deze vergoeding bedraagt 28.000 **** per jaar en per voogd die gelijktijdig tenminste vijfentwintig voogdijen onder zijn hoede neemt of die tenminste tien voogdijen gelijktijdig onder zijn hoede heeft en het werk van ten minste vier voogden binnen de betrokken vereniging of openbare instelling coördineert.
In het geval de voogd **** werkt en daardoor niet aan de voorwaarde van gelijktijdigheid voldoet, dan wordt het bedrag van de vergoeding berekend in verhouding tot het gemiddelde aantal gelijktijdig uitgeoefende voogdijen.
De voorwaarde van gelijktijdigheid **** in vanaf de vierde maand volgend op de benoeming als voogd. Het is toegestaan dat voogden binnen eenzelfde organisatie meer voogdijen opnemen om het tekort aan voogdijen bij een andere voogd aan te vullen om aan de voorwaarde van gelijktijdig te voldoen. § 3. Maandelijks moet een lijst met de naam van elke voogd **** bij een vereniging en de datum van zijn erkenning of indiensttreding en de naam en het dossiernummer van de niet begeleide minderjarige vreemdelingen onder diens hoede, aan de dienst Voogdij worden bezorgd. Deze maken de bewijsstukken uit voor het kunnen uitkeren van de vergoeding en onder voorbehoud van aanvaarding door de **** ****, wordt ten laatste op 1 februari van het volgende begrotingsjaar waarop de vergoeding betrekking heeft de definitieve lijst voor het ganse jaar aan de **** **** toegezonden.
Wat betreft de **** zijn artikel 121 tot 124 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van comptabiliteit van de federale Staat van toepassing.
Ingeval blijkt dat te veel werd toegekend voor het afgelopen jaar, wordt een beslissing tot terugvordering van de vergoeding ter kennis gebracht per aangetekend schrijven.
De bedragen worden gekoppeld aan de **** 105,10 (basis 2013 = 100). De verhoging of vermindering wordt toegepast met ingang van het burgerlijk jaar dat volgt op de maand waarin de afgevlakte **** de **** bereikt die een wijziging rechtvaardigt"
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 3.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te ****, 6 december 2018.
**** **** **** : De Minister van ****, ****. ****