gepubliceerd op 21 december 2007
Koninklijk besluit houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2007 ten laste van het « Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verband houden met de veiligheid van de organisatie van de Europese Toppen te Brussel » aan de Brusselse politiezones om de taalverwerving door hun personeel aan te moedigen
6 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2007 ten laste van het « Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verband houden met de veiligheid van de organisatie van de Europese Toppen te Brussel » aan de Brusselse politiezones om de taalverwerving door hun personeel aan te moedigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de programmawet van 24 december 2002;
Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en de begrotingscontrole;
Gelet op het advies van de in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bedoelde samenwerkingscommissie van 4 september 2007;
Gelet op de beslissing van de federale leden van de voornoemde samenwerkingscommissie van 4 september 2007;
Overwegende dat de rol van Europese hoofdstad van Brussel moet bevorderd worden, namelijk in verband met het onthaal van de Europese toppen;
Overwegende dat één van de middelen om de nodige veiligheid te kunnen waarborgen voor de effectieve uitvoering van die rol bestaat in het bevorderen van de kennis van de tweede landstaal door het in de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanwezige personeel;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 10 september 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 september 2007;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare kredieten wordt voor het begrotingsjaar 2007 een financiële tussenkomst van 1.550.000 euro toegekend aan de zes politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ter bevordering van de verwerving van de tweede landstaal door de leden van het personeel die niet in het bezit zijn van het getuigschrift van taalkennis bedoeld door het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde financiële tussenkomst wordt aangerekend ten laste van basisallocatie 13.56.70.43.01.
Art. 3.De betaling van de in dit besluit bedoelde financiële tussenkomst is onderworpen aan de volgende voorwaarden : a) de modaliteiten voor de verwerving van de tweede landstaal bevorderen de inlevingsopleiding, b) de opleiding wordt verstrekt door de voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende politieschool of onder zijn toezicht door een andere opleidingsinstelling, of door een door de Franse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschap erkend opleidingscentrum of school of andere of bij andere openbare diensten; c) voorafgaand aan de organisatie ervan, wordt het opleidingsprogramma goedgekeurd door de minister van Binnenlandse Zaken overeenkomstig artikel IV.II.18 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Art. 4.Het bedrag van de in dit besluit bedoelde financiële tussenkomst wordt berekend op grond van het aantal personeelsleden dat in 2007 heeft deelgenomen aan de vorming en het omvat : a) de door de Brusselse politieschool of door de opleidingsinstelling gefactureerde opleidingskosten;b) de wedde van het personeelslid voor de duur van de opleiding.De hier bedoelde wedde is het produkt van de vermenigvuldiging van het in de erkenningsaanvraag vermelde aantal uren met het uurloon, zoals bepaald in de bijlage bij dit besluit.
Voor de betaling van de financiële tussenkomst : a) wordt een eerste schijf gestort die overeenstemt met door de Brusselse politieschool of door de opleidingsinstelling vastgestelde opleidingskosten en dat op voorlegging aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van een naamlijst van de tot de opleiding toegelaten personeelsleden;b) is de betaling van het saldo ondergeschikt aan de voorlegging bij het einde van elke lessencyclus aan dezelfde dienst van de lijst van de personeelsleden met vermelding van hun kader of hun niveau die de vorming werkelijk hebben bijgewoond evenals de door de Brusselse politieschool of door de opleidingsinstelling opgestelde facturen.
Art. 5.Indien het bedrag dat, in uitvoering van artikel 3, aan een politiezone moet toegekend worden het aandeel in de financiële tussenkomst overtreft dat haar zou toekomen indien dit aandeel onder de zones was verdeeld in verhouding tot hun personeelseffectief, dan wordt dat bedrag tot dat aandeel teruggebracht.
Het personeelseffectief dat in het eerste lid wordt bedoeld, is dat van het operationeel kader (met inbegrip van de politieagenten) en van het CALOG op 1 januari 2007, zoals weergegeven in de bijlage bij dit besluit.
Art. 6.De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kunnen op ieder ogenblik alle documenten raadplegen waarmee het bewijs geleverd wordt dat de voorwaarden die het recht op de financiële tussenkomst openen, vervuld werden.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2007
Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 december 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te gevoegd worden bij Ons besluit van 6 december 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL