5 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten en van reglementaire bepalingen tot wijziging van dit besluit

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling - van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 27 november 1984 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 20 december 1984 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 18 december 1986 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 5 februari 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 11 augustus 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 9 september 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 6 augustus 1990 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 23 maart 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, - van het koninklijk besluit van 13 november 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 tot 10 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : - van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 27 november 1984 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 20 december 1984 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 18 december 1986 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 5 februari 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 11 augustus 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 9 september 1988 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 6 augustus 1990 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 23 maart 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten; - van het koninklijk besluit van 13 november 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1982 betreffende de voor bepaalde voorverpakte producten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 1 - Annexe 1re MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 16. FEBRUAR 1982 - Königlicher Erlass über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Artikels 3 der Verordnung (EWG) Nr.1608/76 der Kommission vom 4. Juni 1976 über Durchführungsbestimmungen für die Bezeichnung und Aufmachung der Weine und der Traubenmoste, abgeändert durch die Verordnungen (EWG) Nr. 1054/77 vom 13. Mai 1977 und (EWG) Nr. 2164/80 vom 8. August 1980;

Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1978 zur wirtschaftlichen Neuorientierung;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. Dezember 1979 über die Abfüllung bestimmter Erzeugnisse nach Gewicht oder Volumen in Fertigpackungen;

Aufgrund der Richtlinie 75/106/EWG vom 19. Dezember 1974 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Abfüllung bestimmter Flüssigkeiten nach Volumen in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinien 78/891/EWG vom 28. September 1978 und 79/1005/EWG vom 23. November 1979;

Aufgrund der Richtlinie des Rates 80/232/EWG vom 15. Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers der Volksgesundheit und Unseres Ministers der Landwirtschaft;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - § 1 - Vorliegender Erlass betrifft die in Artikel 2 des Königlichen Erlasses vom 28. Dezember 1979 über die Abfüllung bestimmter Erzeugnisse nach Gewicht oder Volumen erwähnten, in der Anlage aufgezählten Fertigpackungen. § 2 - Vom Anwendungsbereich des vorliegenden Erlasses sind ausgeschlossen: - nur zum gewerblichen Gebrauch bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, - Gratisproben in Fertigpackungen, - Portionspackungen in Fertigpackungen, - Speiseeis in Fertigpackungen, dessen Volumen höchstens 250 ml beträgt. § 3 - Nach Ablauf der durch Artikel 8 § 1 auf den 31. Dezember 1984 festgelegten Übergangsperiode kann der für die Wirtschaftsangelegenheiten zuständige Minister bestimmte Fertigprodukte in Fantasieverpackungen, die nicht den in den Wertereihen der Anlagen aufgezählten Werten entsprechen, von der Anwendung des vorliegenden Erlasses ausschliessen - mit Ausnahme der in Anlage IV Nr. 1 Buchstabe a) erwähnten Produkte - und die Perioden und Bedingungen festlegen, unter denen sie in den Verkehr gebracht werden dürfen.

Art. 2 - Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses ist beziehungsweise sind zu verstehen unter: - Portionspackungen: Erzeugnisse von höchstens 20 g oder 20 ml, deren Füllmenge für einen einmaligen Gebrauch oder für eine einmalige Anwendung dosiert wurde, - Fantasieverpackungen: Verpackungen, die von den gewöhnlichen Verpackungen verschieden sind und anlässlich bestimmter Feste, bei denen es Sitte ist Geschenke zu machen, verwendet werden, - Pfandverpackungen: wiederverwendbare Verpackungen, für die der Einzelhändler dem Verbraucher bei Rückgabe einen Pfandbetrag erstattet, - wiederverwendbaren Verpackungen: Verpackungen, die, nachdem sie geleert worden sind, wiederverwendet und aufgefüllt oder recycelt werden können, - Einwegverpackungen Verpackungen, die im Handelskreislauf « Erzeuger-Einzelhändler-Verbraucher » nur einmal benutzt werden können.

Art. 3 - Nicht in den Verkehr gebracht werden dürfen: 1. in Anlage I des vorliegenden Erlasses aufgezählte fertig verpackte Erzeugnisse, deren Nennfüllmengen den in Anlage I aufgezählten zugelassenen Wertereihen nicht entsprechen, 2.in Anlage II des vorliegenden Erlasses aufgezählte Erzeugnisse, die nach Masse oder Volumen in festen Behältnissen abgepackt sind, deren Nennvolumen den in Anlage II aufgezählten zugelassenen Wertereihen oder CEN-Normen nicht entsprechen, 3. in Aerosolbehältern fertig verpackte Erzeugnisse, deren Volumen in Flüssigphase beziehungsweise, bei Abfüllung in einem Metallbehältnis, deren Nennvolumen den in Anlage III des vorliegenden Erlasses aufgezählten zugelassenen Wertereihen nicht entsprechen, 4.in Anlage IV des vorliegenden Erlasses aufgezählte fertig verpackte flüssige Lebensmittel, deren Nennvolumen den in Anlage IV aufgezählten zugelassenen Wertereihen nicht entspricht.

Art. 4 - Besteht eine Sammelpackung aus zwei oder mehreren Einzelfertigpackungen, so gelten die Wertereihen der Anlagen I, II, III und IV für die Einzelfertigpackungen.

Besteht eine Fertigpackung aus zwei oder mehreren nicht zum Einzelverkauf bestimmten Einzelpackungen, so gelten die Wertereihen der Anlagen I, II, III und IV für die Fertigpackung.

Art. 5 - In den in den Anlagen II und III Nr. 1 erwähnten Fällen müssen die Behältnisse mit einer Angabe ihres Nennvolumens gemäss den Anlagen II und III Nr. 1 oder einem Hinweis auf die in den Anlagen aufgeführten CEN-Normen versehen sein, wobei eine Verwechslung mit der Kennzeichnung der Nennfüllmenge des Erzeugnisses nach Gewicht oder Volumen gemäss den Bestimmungen des Königlichen Erlasses vom 28.

Dezember 1979 ausgeschlossen sein muss.

Art. 6 - Verstösse gegen die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses werden gemäss den Bestimmungen des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken ermittelt, festgestellt und bestraft.

Art. 7 - Es werden aufgehoben: 1. Artikel 15 des Gesetzes vom 8.Juli 1935 über Butter, Margarine, verarbeitete Fette und andere essbare Fette, 2. Artikel 7 des Königlichen Erlasses vom 2.Oktober 1980 über die Herstellung und die Inverkehrbringung von Margarine und Speisefetten, 3. Artikel 10 Absatz 2 des Königlichen Erlasses vom 31.März 1954 über den Handel mit Kuhmilch, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 16. September 1966 und 28.Dezember 1976, 4. Artikel 10 § 8 des Königlichen Erlasses vom 27.Februar 1963 über den Vertrieb von Milcherzeugnissen, 5. Artikel 7 des Königlichen Erlasses vom 20.Dezember 1966 über Teigwaren, 6. Artikel 6 des Königlichen Erlasses vom 15.Januar 1975 über Zuckerarten, 7. Artikel 6 des Königlichen Erlasses vom 28.September 1971 über die Preisauszeichnung und die Mengenangabe.

Art. 8 - § 1 - Mit Ausnahme der in den Paragraphen 2 und 3 erwähnten Fertigpackungen können Fertigpackungen mit den in der Anlage aufgezählten Erzeugnissen, deren Nennfüllmenge oder Nennvolumen des Behältnisses einen Wert hat, der im vorliegenden Erlass nicht aufgeführt wird, der zum Zeitpunkt seines In-Kraft-Tretens jedoch noch zugelassen war, bis zum 31. Dezember 1988 in den Verkehr gebracht werden, wenn es sich bei diesen Fertigpackungen um Pfandverpackungen handelt, und bis zum 31. Dezember 1984, wenn es sich um Einwegverpackungen handelt. § 2 - Fertigpackungen mit den in Anlage IV aufgezählten Erzeugnissen mit Ausnahme der unter Nr. 1 Buchstabe a) aufgezählten Erzeugnisse, deren Nennvolumen einen Wert hat, der in Spalte II dieser Anlage vorkommt und am 31. Dezember 1973 noch zugelassen war, können bis zum 31. Dezember 1988 in den Verkehr gebracht werden. § 3 - Unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 3 § 3 der Verordnung (EWG) Nr. 1608/76 über Durchführungsbestimmungen für die Bezeichnung und Aufmachung der Weine und der Traubenmoste, abgeändert durch die Verordnungen (EWG) Nr. 1054/77 vom 13. Mai 1977 und (EWG) Nr. 2164/80 vom 8. August 1980, können Fertigpackungen mit den in Anlage IV unter Nr. 1 Buchstabe a) aufgezählten Erzeugnisse in den Verkehr gebracht werden: - bis zum 31. Dezember 1983 mit allen bis dahin auf dem Markt zugelassenen Werten, - bis zum 31. Dezember 1988, wenn sie ein Nennvolumen haben, das in Anlage IV Spalte II vorkommt, mit Ausnahme der Fertigpackungen mit einem Nennvolumen von 0,73 l, - bis zum 31. Dezember 1985 für die Fertigpackungen mit einem Nennvolumen von 0,73 l. § 4 - Die in Anlage II Nr. 1.1.1 des vorliegenden Artikels zugelassenen Wertereihen sind bis zum 15. Januar 1991 gültig.

Art. 9 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 10 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 16. Februar 1982 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS

Anlage I Wertereihen für Nennfüllmengen von Fertigpackungen 1. LEBENSMITTEL, VERKAUFT NACH GEWICHT (Werte in g) 1.1 Butter (Gemeinsamer Zolltarif: 04.03), Margarine, tierische und pflanzliche Fette, auch emulgiert, Brotaufstriche mit niedrigem Fettgehalt 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 5 000 1.2 Frischkäse, ausgenommen « petits suisses » und Käse gleicher Aufmachung (GZT: ex 04.04 E I c) 62,5 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 5 000 1.3 Tafel- und Kochsalz (GZT: 25.01 A) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 5 000 1.4 Puderzucker, goldbrauner oder brauner Zucker, Kandiszucker 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 1.5 Getreideerzeugnisse (ausgenommen Baby- und Kleinkindernahrung) 1.5.1 Getreidemehl, -grütze, -flocken und -griess, Haferflocken und -mehl (ausgenommen Erzeugnisse der Nr. 1.5.4) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 (1) - 5 000 - 10 000 (1) Wert nicht zugelassen für Haferflocken und -mehl. 1.5.2 Teigwaren (GZT: 19.03) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000 1.5.3 Reis (GZT: 10.06) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 5 000 1.5.4 Tellerfertige Getreidekost 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 1.6 Hülsenfrüchte (GZT: 07.05) (1), getrocknete Früchte (GZT: ex 08.01, 08.03 B, 08.12) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 7 500 - 10 000 (1) Aus dieser Nummer sind Trockengemüse und Kartoffeln ausgeklammert. 1.7 Gerösteter Kaffee, gemahlen oder ungemahlen, Zichorien, Kaffee-Ersatzmittel 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000 2. LEBENSMITTEL, VERKAUFT NACH VOLUMEN (Werte in ml) 2.1 Speiseeis (in Mengen von mehr als 250 ml) (ausgenommen Speiseeis, dessen Volumen nicht durch die Form des Behältnisses bestimmt wird) 300 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 3. TROCKENFUTTER FÜR HUNDE UND KATZEN (1) (Werte in g) 200 - 300 - 400 - 500 - 600 - 800 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 5 000 - 7 500 - 10 000 (1) Erzeugnisse mit einem Feuchtigkeitsgehalt von weniger als 14 Prozent.4. GEBRAUCHSFERTIGE ANSTRICHFARBEN UND LACKE (MIT ODER OHNE ZUFÜGUNG VON LÖSEMITTELN) (Werte in ml) 25 - 50 - 125 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 4 000 - 5 000 10 000 5.KLEBSTOFFE EINSCHLIESSLICH LEIME, FEST ODER PULVERFÖRMIG (Werte in g) 25 - 50 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 500 - 5 000 - 8 000 - 10 000 6. PFLEGEMITTEL (fest oder pulverförmig in g, flüssig oder pastös in ml) Unter anderem: Pflegemittel für Leder und Schuhe, Holz und Bodenbeläge, Herde und Metalle einschliesslich für Automobile, Fenster und Spiegelgläser einschliesslich für Automobile (GZT: 34.05), Fleckenmittel, Appreturen und Färbemittel für den Haushalt (GZT: 38.12 A und 32.09 C), Haushaltsinsektenmittel (GZT: ex 38.11), Entkalkungsmittel (GZT: 34.02), Desodorierungsmittel für den Haushalt (GZT: 33.06 B), nichtpharmazeutische Desinfektionsmittel 25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 10 000 7. KÖRPERPFLEGEMITTEL: ERZEUGNISSE ZUR SCHÖNHEITSPFLEGE, TOILETTENARTIKEL (GZT: 33.06 A und B) (fest und pulverförmig in g, flüssig und pastös in ml) 7.1 Haut- und Mundpflegemittel, Rasiercremes, Allzweckcremes und -lotionen, Handcremes und -lotionen, Sonnenschutzmittel, Mundpflegemittel (ausser Zahnpasten) 15 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 1 000 7.2 Zahnpasten 25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 7.3 Nicht färbende Haarpflegemittel und Badezusätze, Haarlack, Schampons, Haarspülmittel, Haarstärkemittel, Brillantinen, Haarcremes (ausser den unter Nr. 7.4 genannten Haarlotionen), Schaum und andere schäumende Erzeugnisse für Bad und Dusche 25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 750 - 1 000 - 2 000 7.4 Erzeugnisse auf Alkoholbasis Mit weniger als drei Volumenprozent natürlichem oder synthetischem Duftstofföl und weniger als siebzig Volumenprozent reinem Äthylalkohol: Duftwässer, Haarlotionen, Pre- und After-Shave-Lotionen 15 - 25 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 750 - 1 000 7.5 Deodorants und Intimpflegemittel 20 - 25 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 7.6 Talkum 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 500 - 1 000 8. WASCHMITTEL 8.1 Feste Toiletten- und Haushaltsseifen (Werte in g) (GZT: 34.01) 25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 1 000 8.2 Seifen, weich (Werte in g) (GZT: 34.01) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 5 000 - 10 000 8.3 Seifen in Spänen, Flocken und Ähnlichem (Werte in g) (GZT: 34.01) 250 - 500 - 750 - 1 000 - 3 000 - 5 000 - 10 000 8.4 Flüssige Wasch-, Reinigungs-, Scheuer- und Hilfsmittel (GZT: 34.02) sowie Hypochloritzubereitungen (ausser den unter Nr. 6 genannten Erzeugnissen) (Wertein ml) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 250 (1) - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 6 000 - 7 000 - 10 000 (1) Nur für Hypochlorite. 8.5 Scheuerpulver (Werte in g) 250 - 500 - 750 - 1 000 - 10 000 8.6 Vorwasch- und Einweichmittel in Pulverform (Werte in g) 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 5 000 - 10 000 9. LÖSEMITTEL (Werte in ml) Im Sinne des Königlichen Erlasses vom 9.April 1980 zur Abänderung und Ergänzung von Titel III Kapitel III der Allgemeinen Arbeitsschutzordnung über gefährliche Substanzen und Präparate 25 - 50 - 75 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 500 - 5 000 - 10 000 10. SCHMIERÖL (Werte in ml) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000 Gesehen, um Unserem Erlass vom 16.Februar 1982 beigefügt zu werden BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS

Anlage II Wertereihen für die zulässigen Volumen von Behältnissen Die Normen EN 23,1, Ausgabe 2 (Mai 1978), und EN 76, Ausgabe 1 (Dezember 1978) sind anzuwenden, soweit nicht die nach diesen Normen vorgesehenen Erzeugnisse und Wertereihen für das Behältnisvolumen von den in dieser Anlage aufgeführten Erzeugnissen und Wertereihen abweichen. 1. KONSERVEN ODER HALBKONSERVEN, VERPACKT IN METALLDOSEN ODER GLASBEHÄLTNISSEN: PFLANZLICHE ERZEUGNISSE ZUR MENSCHLICHEN ERNÄHRUNG (FRÜCHTE, GEMÜSE, TOMATEN, KARTOFFELN, MIT AUSNAHME VON SPARGEL, SUPPEN, FRUCHT- ODER GEMÜSESAFT UND FRUCHTNEKTAR) 1.1 Metalldosen und Glasbehältnisse (Behältnisvolumen in ml): 106 - 156 - 212 - 228 - 314 - 370 - 425 - 446 - 580 - 720 - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650 - 3 100 - 4 250 - 10 200 1.1.1 Zusätzliche Werte für Becher: 53 - 125 - 250 1.2 Reihe der für besondere Erzeugnisse zugelassenen Behältnisvolumen (in ml): - Trüffel: 26 - 53 - 71 - 106 - 212 - 425 - 720 - 850 - Tomaten: Konzentrate: 71 - 142 - 212 - 370 - 425 - 720 - 850 - 3 100 - 4 250 geschält oder ungeschält: 236 - 370 - 425 - 720 - 850 - 2 650 - 3 100 - Fruchtcocktails, Früchte in Sirup: 106 - 156 - 212 - 228 - 236 - 314 - 370 - 425 - 446 - 580 - 720 - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650 - 3 100 - 4 250 - 10 200 2. FEUCHTFUTTER FÜR HUNDE UND KATZEN (Behältnisvolumen in ml): 212 - 228 - 314 - 425 - 446 - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650 3.PULVERFÖRMIGE WASCH- UND REINIGUNGSMITTEL Die Behältnisvolumen der Fertigpackungen sind nachstehend aufgeführt: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gesehen, um Unserem Erlass vom 16. Februar 1982 beigefügt zu werden BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS

Anlage III Reihen der Volumen für die als Aerosole verkauften Erzeugnisse mit Ausnahme der Erzeugnisse, die in Anlage I Nr. 7.4 ausgenommen sind, sowie der Arzneimittel Abweichend von Artikel 5 § 1 des Königlichen Erlasses vom 14. April 1978 über Aerosolpackungen darf bei Erzeugnissen in Aerosolbehältern entsprechend vorliegendem Erlass kein Hinweis auf das Nennfüllgewicht des Erzeugnisses angebracht werden. 1. ERZEUGNISSE, DIE IN METALLBEHÄLTNISSEN VERKAUFT WERDEN: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.ERZEUGNISSE, DIE IN DURCHSICHTIGEN ODER UNDURCHSICHTIGEN GLAS- ODER PLASTIKBEHÄLTNISSEN VERKAUFT WERDEN (Volumen der Flüssigphase in ml) 25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 Gesehen, um Unserem Erlass vom 16. Februar 1982 beigefügt zu werden BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS

Anlage IV Abfüllung bestimmter Flüssigkeiten nach Volumen in Fertigpackungen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gesehen, um Unserem Erlass vom 16. Februar 1982 beigefügt zu werden BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 2 - Annexe 2 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 27. NOVEMBER 1984 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1978 und 14. November 1983;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen;

In der Erwägung, dass Fertigpackungen mit Erzeugnissen in Portionspackungen, wie sie in Artikel 2 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen definiert worden sind, nach dem 31.Dezember 1984 nicht mehr in den Verkehr gebracht werden dürfen, wenn sie mehr als 20 g oder 20 ml des Erzeugnisses enthalten;

In der Erwägung, dass die Portionspackung für einige Erzeugnisse mehr als 20 g oder 20 ml enthalten können muss;

In der Erwägung, dass das geeignetste Mittel darin besteht, dass der Minister für Produkte, die er bestimmt, ermächtigt wird zu beschliessen, dass Fertigpackungen, die mehr als 20 g oder 20 ml eines Erzeugnisses enthalten, mit Portionspackungen gleichgesetzt werden, insofern die Menge für einen einmaligen Gebrauch dosiert worden ist, und des Weiteren ermächtigt wird, wenn nötig eine nicht zu überschreitende Menge festzulegen;

Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Volksgesundheit und des Staatssekretärs für Landwirtschaft;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3, § 1, abgeändert durch das Gesetz vom 9. August 1980;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die beabsichtigte Massnahme so schnell wie möglich und auf jeden Fall vor 1. Januar 1985 wirksam werden muss, damit die betreffenden Sektoren aus Handel und Industrie dies in ihren Produktions- und Verkaufsplanungen berücksichtigen können;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 2 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird der erste Gedankenstrich wie folgt ergänzt: « oder Erzeugnisse von mehr als 20 g oder 20 ml, deren Füllmenge für einen einmaligen Gebrauch oder eine einmalige Anwendung dosiert wurde und die von dem für die Wirtschaftsangelegenheiten zuständigen Minister bestimmt werden, der wenn nötig die nicht zu überschreitende Füllmenge festlegt, ».

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 27. November 1984 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 3 - Annexe 3 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 20. DEZEMBER 1984 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1978 und 14. November 1983;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 28. November 1983 und 27. November 1984;

In der Erwägung, dass Fertigpackungen mit den in Anlage IV Rubriken 1 d) und 5 des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen erwähnten Erzeugnissen nach dem 31. Dezember 1984 nicht mehr in Nennvolumen von 0,70 l, was die in Rubrik 1 d) erwähnten Erzeugnisse betrifft, und von 1,5 l oder 10 l, was die in Rubrik 5 erwähnten Erzeugnisse betrifft, in den Verkehr gebracht werden dürfen;

In der Erwägung, dass die heutigen Marktbedingungen erfordern, dass die vorerwähnte Frist auf den 31. Dezember 1988 verschoben wird;

In der Erwägung, dass das geeignetste Mittel darin besteht, die gemäss Anlage IV des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 nicht zugelassenen Fertigpackungen mit Fertigpackungen von in Pfandverpackungen in den Verkehr gebrachten Erzeugnissen gleichzusetzen, die bis zum 31. Dezember 1988 in den Verkehr gebracht werden dürfen, insofern sie nicht in den durch diesen Königlichen Erlass zugelassenen Reihen von Nennvolumen vorkommen;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch das Gesetz vom 9. August 1980;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die beabsichtigte Massnahme so schnell wie möglich und auf jeden Fall vor 1. Januar 1985 wirksam werden muss, damit die betreffenden Sektoren aus Handel und Industrie dies bei der Verwaltung ihres Warenbestandes berücksichtigen können;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 8 § 1bis des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 28. November 1983, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « § 1bis - Mit Pfandverpackungen werden Fertigpackungen gleichgesetzt, die Erzeugnisse enthalten, die aufgezählt sind in Anlage IV: 1. Rubrik 1 d) mit einem Nennvolumen von 0,70 l, 2.Rubrik 5 mit einem Nennvolumen von 1,5 l oder 10 l. » Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 20. Dezember 1984 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten M. EYSKENS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 4 - Annexe 4 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 18. DEZEMBER 1986 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 28. November 1983, 27. November 1984, 20.

Dezember 1984, 28. Juni 1985 und 25. Februar 1986;

In der Erwägung, dass aus dem Königlichen Erlass vom 28. Juni 1985 zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen hervorgeht, dass die Fertigpackungen mit den in den Anlagen des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 erwähnten Erzeugnissen nach dem 31.

Dezember 1986 nicht mehr in den Verkehr gebracht werden dürfen, wenn es sich um Fertigpackungen in Form von Einwegverpackungen mit anderen als den durch diesen Erlass vorgeschriebenen Nennfüllmengen oder Nennvolumen handelt;

In der Erwägung, dass die Richtlinie 80/232/EWG des Rates vom 15.

Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, aus der der vorerwähnte Königliche Erlass vom 16. Februar 1982 die Bestimmungen übernimmt, den Mitgliedstaaten nicht auferlegt, die Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen für verbindlich zu erklären, und zudem demnächst abgeändert werden soll;

In der Erwägung, dass die im Königlichen Erlass vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen vorgesehene Frist vom 31. Dezember 1986 daher so schnell wie möglich auf den 31.

Dezember 1987 verschoben werden sollte;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch das Gesetz vom 9. August 1980;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die beabsichtigte Massnahme so schnell wie möglich getroffen und mit 1. Januar 1987 wirksam werden muss, damit die betreffenden Sektoren aus Handel und Industrie die neue Verfügung bei der Produktion und der Verwaltung ihres Warenbestandes berücksichtigen können;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - § 1 - In Artikel 1 § 3 des Königlichen Erlasses vom 16.

Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird das Datum « 31. Dezember 1986 » durch das Datum « 31. Dezember 1987 » ersetzt. § 2 - In Artikel 8 § 1 desselben Erlasses wird das Datum « 31.

Dezember 1986 » durch das Datum « 31. Dezember 1987 » ersetzt.

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 1987 in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 18. Dezember 1986 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten Ph. MAYSTADT Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 5 - Annexe 5 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 5. FEBRUAR 1988 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1978, 14. November 1983, 26. Juli 1985 und 8.August 1986;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 28. November 1983, 27. November 1984, 20.

Dezember 1984, 28. Juni 1985, 25. Februar 1986 und 18. Dezember 1986;

Aufgrund der Richtlinie 80/232/EWG des Rates vom 15. Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinien 86/96/EWG vom 18. März 1986 und 87/356/EWG vom 25. Juni 1987;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 1 § 1 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird durch einen Absatz 2 mit folgendem Wortlaut ergänzt: « Vorliegender Erlass gilt für Strickgarn im Sinne der Anlage I Nr. 11, das in gleich welcher Verpackungsform in den Verkehr gebracht wird. » Art. 2 - Artikel 8 desselben Gesetzes wird durch einen Paragraphen 5 mit folgendem Wortlaut ergänzt: « § 5 - Fertigpackungen, die Strickgarn im Sinne der Anlage I Nr. 11 enthalten und deren angegebene Nennfüllmenge einen Wert hat, der nicht im vorliegenden Erlass vorkommt, können noch bis zum 31. Dezember 1989 in den Verkehr gebracht werden. » Art. 3 - In den Anlagen desselben Erlasses werden folgende Abänderungen vorgenommen: 1. In Anlage I Nr.1.5.4 werden die Wörter « Tellerfertige Getreidekost » durch die Wörter « Lebensmittel, durch Aufblähen oder Rösten von Getreide hergestellt (Puffreis, Corn Flakes und dergleichen) (GZT: 19.05) » ersetzt. 2. In Anlage I Nr.4 wird folgender Text nach dem Wort « Lösemitteln » eingefügt: « (GZT: 32.09 A II, mit Ausnahme der angeriebenen Pigmente und der Lösungen) ». 3. In Anlage I wird eine Nr.11 mit folgendem Wortlaut hinzugefügt: « 11. Strickgarn (Wert in g) aus Naturfasern (tierischen, pflanzlichen und mineralischen Ursprungs), Chemiefasern oder Gemischen aus diesen Fasern 10 - 25 - 50 - 100 - 150 - 200 - 250 - 300 - 350 - 400 - 450 - 500 - 1 000 Dieser Wert ist die wasserfreie Masse des Garnes mit dem im Königlichen Erlass vom 9. März 1973 zur Regelung der Kennzeichnung von Textilien festgelegten konventionellen Feuchtigkeitszuschlag. » 4. In Anlage III wird der Satz: « Abweichend von Artikel 5 § 1 des Königlichen Erlasses vom 14.April 1978 über Aerosolpackungen darf bei Erzeugnissen in Aerosolbehältern entsprechend vorliegendem Erlass kein Hinweis auf das Nennfüllgewicht des Erzeugnisses angebracht werden » durch den folgenden Satz ersetzt: « Abweichend von Artikel 5 § 1 des Königlichen Erlasses vom 14. April 1978 über Aerosolpackungen braucht bei Erzeugnissen in Aerosolbehältern kein Hinweis auf das Nennfüllgewicht des Erzeugnisses angebracht zu werden ».

Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 5 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 5. Februar 1988 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten Ph. MAYSTADT Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 6 - Annexe 6 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 11. AUGUST 1988 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 28. November 1983, 27. November 1984, 20.

Dezember 1984, 28. Juni 1985, 25. Februar 1986, 18. Dezember 1986, 11.

Januar 1988 und 5. Februar 1988;

In der Erwägung, dass aus dem vorerwähnten Königlichen Erlass vom 16.

Februar 1982 hervorgeht, dass Fertigpackungen mit den in den Anlagen erwähnten Erzeugnissen nach dem 31. Dezember 1987 nicht mehr in anderen als den in den besagten Anlagen festgelegten Nennfüllmengen oder Nennvolumen in den Verkehr gebracht werden dürfen;

In der Erwägung, dass die Richtlinie 80/232/EWG des Rates vom 15.

Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, aus dem der vorerwähnte Erlass vom 16. Februar 1982 die Bestimmungen übernimmt, demnächst abgeändert werden soll;

In der Erwägung, dass bestimmte Erzeugnisse zur Zeit in anderen als den durch den Königlichen Erlass vom 16. Februar 1982 vorgeschriebenen Wertereihen in den Verkehr gebracht werden, die aber im Vorschlag zur Abänderung der vorerwähnten Richtlinie aufgenommen worden sind; dass vermieden werden muss, dass das In-Verkehr-Bringen der Erzeugnisse in diesen Wertereihen ab dem 1. Januar 1988 untersagt wird;

In der Erwägung, dass diese Erzeugnisse der Anwendung des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 folglich erst ab einem Datum unterworfen werden müssen, das zu einem späteren Zeitpunkt zu bestimmen ist;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch das Gesetz vom 9. August 1980;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die beabsichtigte Massnahme so schnell wie möglich und mit Wirksamkeit zum 1. Januar 1988 getroffen werden muss, damit die betreffenden Sektoren aus Handel und Industrie die neue Verfügung bei der Produktion und der Verwaltung ihres Warenbestandes berücksichtigen können;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 8 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird § 3bis , eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 11. Februar 1988, durch folgende Bestimmung ersetzt: « § 3bis - Die in Anlage I Nr. 1.2, 3., 5., 7.3, 8.1, 8.4, 8.6 und in Anlage II Nr. 2 und 3 des vorliegenden Erlasses angegebenen Werte werden ab einem zu einem späteren Zeitpunkt zu bestimmenden Datum zur Anwendung kommen. » Art. 2 - Vorliegender Erlass wird mit 1. Januar 1988 wirksam.

Art. 3 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 11. August 1988 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans W. CLAES Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 7 - Annexe 7 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 9. SEPTEMBER 1988 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1978, 14. November 1983, 26. Juli 1985, 8.August 1986 und 13. August 1986;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 28. November 1983, 27. November 1984, 20.

Dezember 1984, 28. Juni 1985, 25. Februar 1986, 18. Dezember 1986, 11.

Januar 1988 und 5. Februar 1988;

Aufgrund der Richtlinie 73/437/EWG des Rates vom 11. Dezember 1973 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten für einige zur menschlichen Ernährung bestimmte Zuckerarten;

Aufgrund der Richtlinie 75/106/EWG des Rates vom 19. Dezember 1974 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Abfüllung bestimmter Flüssigkeiten nach Volumen in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinien 78/891/EWG vom 28. September 1978, 79/1005/EWG vom 23. November 1979, 85/10/EWG vom 18. Dezember 1984 und 88/316/EWG vom 7. Juni 1988;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch das Gesetz vom 9. August 1980;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die Richtlinie 73/437/EWG durch den Königlichen Erlass vom 15. Januar 1975 über Zuckerarten, zuletzt abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 16. Februar 1982, in belgisches Recht umgesetzt worden ist;

In der Erwägung, dass die Bestimmungen von Artikel 8 der vorerwähnten Richtlinie, die sich auf die zulässigen Füllmengen beziehen, in denen bestimmte Zuckerarten in den Verkehr gebracht werden dürfen, in Artikel 6 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 15. Januar 1975 aufgenommen worden waren, dieser Artikel aber durch Artikel 7 Nr. 6 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen aufgehoben worden ist;

In der Erwägung, dass die Bestimmungen von Artikel 8 der betreffenden Richtlinie zu denjenigen des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 16.

Februar 1982 hinzugefügt werden sollten;

In der Erwägung, dass diese Massnahme so schnell wie möglich getroffen werden muss, um die Vorschriften in Übereinstimmung mit der EWG-Richtlinie zu bringen;

In der Erwägung, dass vorliegender Erlass ebenfalls infolge der Richtlinie 88/316/EWG vom 7. Juni 1988, die Belgien am 14. Juni 1988 notifiziert worden ist, angenommen wird;

In der Erwägung, dass diese Richtlinie den Mitgliedstaaten auferlegt, die erforderlichen Massnahmen zu treffen, um der Richtlinie bis zum 30. Juni 1988 nachzukommen, sodass folglich kein weiterer Aufschub mehr möglich ist; Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 1 § 2 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen: 1. wird der erste Gedankenstrich wie folgt ersetzt: « - Erzeugnisse in Fertigpackungen, die nur zum gewerblichen Gebrauch bestimmt sind, ausgenommen der in Anlage IV Nr.4 des vorliegenden Erlasses aufgeführten Erzeugnisse, » 2. wird ein fünfter Gedankenstrich mit folgendem Wortlaut eingefügt: « - in Anlage IV Nr.2 Buchstabe a) und 4 aufgeführte Erzeugnisse, die für die Versorgung von Flugzeugen, Schiffen und Zügen oder für den Verkauf in Duty-free-shops bestimmt sind. » Art. 2 - § 1 - Artikel 8 § 2 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 wird wie folgt ersetzt: « § 2 - Fertigpackungen mit den in Anlage IV aufgezählten Erzeugnissen, ausgenommen der unter den Nummern 2 Buchstabe a) und 4 aufgezählten Erzeugnisse, deren Nennvolumen einen Wert hat, der in Spalte II dieser Anlage vorkommt, und die am 31. Dezember 1973 noch zugelassen waren, können bis zum 31. Dezember 1988 in den Verkehr gebracht werden. » § 2 - Artikel 8 § 3 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 wird wie folgt ersetzt: « § 3 - Fertigpackungen mit den in Anlage IV Nr. 2 Buchstabe a) aufgezählten Erzeugnissen dürfen in den in Anlage IV Spalte II angegebenen Nennvolumen bis zum 31. Dezember 1990 in den Verkehr gebracht werden, Fertigpackungen mit den in Anlage IV Nr. 4 aufgezählten Erzeugnissen dürfen in den in Anlage IV Spalte II angegebenen Nennvolumen bis zum 31. Dezember 1991 in den Verkehr gebracht werden.» Art. 3 - In Anlage I des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 wird Nummer 1.4 wie folgt ersetzt: « 1.4 Halbweisszucker (*), Zucker (*) oder Weisszucker (*), raffinierter Zucker (*), raffinierter Weisszucker (*) oder Raffinade (*), Puderzucker, goldbrauner oder brauner Zucker, Kandiszucker 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 (*) Nur fertig verpackte Erzeugnisse in Füllmengen zwischen mehr als 100 und 5 000. » Art. 4 - § 1 - In Anlage IV des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 werden folgende Werte gestrichen: - in Spalte II Nr. 1 Buchstabe a) : « 0,73 », - in Spalte II Nr. 4: « 0,35 - 0,70 ». § 2 - In Anlage IV des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 werden folgende Werte hinzugefügt: - in Spalte I Nr. 1 Buchstabe d) : « - 3 - 5 », - in Spalte I Nr. 2 Buchstabe a) : « - 4,5 - 6 - 9 ». § 3 - In Anlage IV des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 werden die in Spalte I Nr. 4 aufgeführten Werte wie folgt ersetzt: « 0,02 - 0,03 - 0,04 - 0,05 - 0,10 - 0,20 - 0,35 - 0,50 - 0,70 - 1 - 1,125 (*) - 1,5 - 2 - 2,5 - 3 - 4,5 - 5 (*) - 10 (*) (*) Werte, ausschliesslich anwendbar auf zum gewerblichen Gebrauch bestimmte Erzeugnisse. » Art. 5 - Vorliegender Erlass wird mit 1. Juli 1988 wirksam.

Art. 6 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Motril, den 9. September 1988 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans W. CLAES Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 8 - Annexe 8 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 6. AUGUST 1990 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen BALDUIN, König der Belgier Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1971 über die Handelspraktiken, abgeändert durch die Gesetze vom 4. August 1978, 14. November 1983, 26. Juli 1985, 8.August 1986 und 13. August 1986;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 27. November 1984, 20. Dezember 1984, 25.

Februar 1986, 18. Dezember 1986, 11. Januar 1988, 5. Februar 1988, 11.

August 1988 und 9. September 1988;

Aufgrund der Richtlinie 75/106/EWG des Rates vom 19. Dezember 1974 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Abfüllung bestimmter Flüssigkeiten nach Volumen in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinien 78/891/EWG vom 28. September 1978, 79/1005/EWG vom 23. November 1979, 85/10/EWG vom 18. Dezember 1984, 88/316/EWG vom 7. Juni 1988 und 89/676/EWG vom 21. Dezember 1989;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 1 § 2 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 9. September 1988, wird vor dem letzten Gedankenstrich ein sechster Gedankenstrich mit folgendem Wortlaut eingefügt: « - in Anlage IV Nr. 1 Buchstabe a) aufgeführte Erzeugnisse, die ein Volumen von weniger als 0,25 l aufweisen und zum gewerblichen Gebrauch bestimmt sind, ».

Art. 2 - In Anlage IV desselben Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 25. Februar 1986 und 9. September 1989 [sic, zu lesen ist: 1988 ], wird der Text in Spalte I Nr. 1 Buchstabe a) wie folgt ersetzt: « - 0,10 - 0,187 (1) - 0,25 - 0,375 - 0,50 - 0,75 - 1 - 1,5 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 8 - 9 - 10 (1) Wert, der nur für die Versorgung von Flugzeugen, Schiffen und Zügen und für den Verkauf in Duty-free-shops bestimmt ist.» Art. 3 - Vorliegender Erlass wird mit 1. Juli 1990 wirksam.

Art. 4 - Unser Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Motril, den 6. August 1990 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaftsangelegenheiten und des Plans W. CLAES Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 9 - Annexe 9 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 23. MÄRZ 1995 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1991 über die Handelspraktiken sowie die Aufklärung und den Schutz der Verbraucher, insbesondere der Artikel 12 und 122;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, insbesondere des Artikels 6 und der Anlagen I und IV, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 25. Februar 1986, 5. Februar 1988, 9. September 1988, 6.

August 1990 und 31. März 1993;

Aufgrund der Richtlinie 75/106/EWG des Rates vom 19. Dezember 1974 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Abfüllung bestimmter Flüssigkeiten nach Volumen in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinie 78/891/EWG der Kommission vom 28.

September 1978, durch die Richtlinien 79/1005/EWG des Rates vom 23.

November 1979, 85/10/EWG des Rates vom 18. Dezember 1984, 88/316/EWG des Rates vom 7. Juni 1988 und 89/676/EWG des Rates vom 21. Dezember 1989 und durch das Abkommen über den Europäischen Wirtschaftsraum vom 2. Mai 1992; Aufgrund der Richtlinie 80/232/EWG des Rates vom 15. Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, abgeändert durch die Richtlinien 86/96/EWG des Rates vom 18. März 1986 und 87/356/EWG des Rates vom 25. Juni 1987 und durch das Abkommen über den Europäischen Wirtschaftsraum vom 2. Mai 1992;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Vizepremierministers und Ministers der Justiz und der Wirtschaftsangelegenheiten und Unseres Ministers der Kleinen und Mittleren Betriebe und der Landwirtschaft Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 6 des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 6 - Gemäss Artikel 122 Absatz 2 des Gesetzes vom 14. Juli 1991 über die Handelspraktiken sowie die Aufklärung und den Schutz der Verbraucher werden Verstösse gegen die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses gemäss den Kapiteln IX, X und XI dieses Gesetzes ermittelt, festgestellt und bestraft. » Art. 2 - In Anlage I desselben Erlasses werden folgende Abänderungen vorgenommen: 1. Die Nummern 1 bis 1.6 werden durch folgende Bestimmungen ersetzt: « 1.LEBENSMITTEL, VERKAUFT NACH GEWICHT (Werte in g) 1.1 Butter (Gemeinsamer Zolltarif: 04.03/Harmonisiertes System: 04.05.00), Margarine, tierische und pflanzliche Fette, auch emulgiert, Brotaufstriche mit niedrigem Fettgehalt 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 5 000 1.2 Frischkäse, ausgenommen « petits suisses » und Käse gleicher Aufmachung (GZT: ex 04.04 E I c/HS: 04.06.10) 62,5 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 5 000 1.3 Tafel- und Kochsalz (GZT: 25.01 A/HS: 25.01) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 5 000 1.4 Puderzucker, goldbrauner oder brauner Zucker, Kandiszucker 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 1.5 Getreideerzeugnisse (ausgenommen Baby- und Kleinkindernahrung) 1.5.1 Getreidemehl, -grütze, -flocken und -griess, Haferflocken und -mehl (ausgenommen Erzeugnisse der Nummer 1.5.4) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 (o) - 5 000 - 10 000 (1) Wert nicht zugelassen für Haferflocken und -mehl. 1.5.2 Teigwaren (GZT: 19.03/HS: 19.02) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000 1.5.3 Reis (GZT: 10.06/HS: 10.06) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 5 000 1.5.4 Lebensmittel, durch Aufblähen oder Rösten von Getreide hergestellt: Puffreis, Corn Flakes und dergleichen (GZT: 19.05/HS: 19.04) 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 1.6 Hülsenfrüchte (GZT: 07.05/HS: 07.12 und 07.13) (1), getrocknete Früchte (GZT: ex 08.01, 08.03 B, 08.04 B, 08.12/HS: ex 08.03, ex 08.04, ex 08.05, ex 08.06, ex 08.13) 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 7 500 - 10 000 (1) Aus dieser Nummer sind Trockengemüse und Kartoffeln ausgeklammert. » 2. Nummer 4 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « 4.GEBRAUCHSFERTIGE ANSTRICHFARBEN UND LACKE (mit oder ohne Zufügung von Lösemitteln; GZT: 32.09 A II/HS: 32.08, 32.09, 32.10, mit Ausnahme der angeriebenen Pigmente und der Lösungen) (Werte in ml) 25 - 50 - 125 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 4 000 - 5 000 - 10 000 ». 3. Nummer 6 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « 6.PFLEGEMITTEL (fest oder pulverförmig in g, flüssig oder pastös in ml) Unter anderem: Pflegemittel für Leder und Schuhe, Holz und Bodenbeläge, Herde und Metalle einschliesslich für Automobile, Fenster und Spiegelgläser einschliesslich für Automobile (GZT: 34.05/HS: 34.05), Fleckenmittel, Appreturen und Färbemittel für den Haushalt (GZT: ex 38.12 A und 32.09 C/HS: 3809.10 und ex 3212.90), Haushaltsinsektenmittel (GZT: ex 38.11/HS: 3808.10), Entkalkungsmittel (GZT: 34.02/HS: ex 34.01, ex 34.02), Desodorierungsmittel für den Haushalt (GZT: 33.06 B/HS: 3307.20, 3307.41 und 3307.49), nichtpharmazeutische Desinfektionsmittel 25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 10 000 ». 4. Nummer 7 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « 7.KÖRPERPFLEGEMITTEL: ERZEUGNISSE ZUR SCHÖNHEITSPFLEGE, TOILETTENARTIKEL (GZT: 33.06 A und B/HS: 33.03, ex 33.07) (fest und pulverförmig in g, flüssig und pastös in ml) ». 5. Die Nummern 8 bis 8.4 werden durch folgende Bestimmungen ersetzt: « 8. WASCHMITTEL 8.1 Feste Toiletten- und Haushaltsseifen (Werte in g) (GZT: ex 34.01/HS: ex 3401.11 und ex 3401.19) 25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 1 000 8.2 Seifen, weich (Werte in g) (GZT: 34.01/HS: 3401.20) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 5 000 - 10 000 8.3 Seifen in Spänen, Flocken und Ähnlichem (Werte in g) (GZT: 34.01/HS: ex 3401.20) 250 - 500 - 750 - 1 000 - 3 000 - 5 000 - 10 000 8.4 Flüssige Wasch-, Reinigungs-, Scheuer- und Hilfsmittel (GZT: 34.02/HS: 34.02) sowie Hypochloritzubereitungen (ausser den unter Nummer 6 genannten Erzeugnissen) (Werte in ml) 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 250 (1) - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 6 000 - 7 000 - 10 000 (1) Nur für Hypochlorite.» Art. 3 - In Anlage IV desselben Erlasses wird die linke Spalte durch folgende Bestimmung ersetzt: « Flüssigkeit 1. a) Wein aus frischen Weintrauben;mit Alkohol stummgemachter Most aus frischen Weintrauben, darunter Mistella, ausgenommen Weine der Tarifstellen 22.05 A und B des GZT/HS: 2204.10, 2204.21 und 2204.29 sowie Likörwein (GZT: ex 22.05 C/HS: ex 2204); Traubenmost, teilweise gegoren, auch ohne Alkohol stummgemacht (GZT: 22.04/HS: 2204.30) b) Weine der Sorte « Vins Jaunes », die folgende Ursprungsbezeichnung haben dürfen: « Côtes du Jura », « Arbois », « L'Etoile » und « Château-Chalon » c) Apfelwein, Birnenwein, Met und andere gegorene Getränke, nicht schäumend (GZT: 22.07 B II/HS: 2206.00) d) Wermutwein und andere Weine aus frischen Weintrauben, mit Pflanzen oder anderen Stoffen aromatisiert (GZT: 22.06/HS: 2205); Likörwein (GZT: ex 22.05 C/HS: ex 2204) 2. a) - Schaumweine (GZT: 22.05 A/HS: 2204.10) - Andere Weine als die unter 2204.10 aufgeführten, in Flaschen mit Schaumweinstopfen, die durch besondere Haltevorrichtungen befestigt sind, sowie Wein in anderen Umschliessungen, mit einem Überdruck von mindestens 1 bar und weniger als 3 bar, gemessen bei einer Temperatur von 20°C (GZT: 22.05 B/HS: ex 2204.21 und ex 2204.29) b) Apfelwein, Birnenwein, Met und andere gegorene Getränke, schäumend (GZT: 22.07 B I/HS: 2206.00) 3. a) Bier aus Malz (GZT: 22.03/HS: 2203.00), ausgenommen Bier mit Selbstgärung b) Bier mit Selbstgärung, Gueuze 4.Branntweine (ausser den unter GZT: 22.08/HS: 2207 aufgeführten), Likör und andere alkoholische Getränke; zusammengesetzte alkoholische Zubereitungen als « konzentrierte Extrakte » bezeichnet zum Herstellen von Getränken (GZT: 22.09/HS: 2208) 5. Speiseessig (natürlich oder künstlich) (GZT: 22.10/HS: 2209.00) 6. Olivenöl (GZT: 15.07 A/HS: 1509.10 und 1509.90 und HS: 1510), andere Speiseöle (GZT: 15.07 D II/HS: 1507 und 1508 und 1511 bis 1517) 7. - Milch, frisch, weder eingedickt noch gezuckert (GZT: ex 04.01/HS: 0401), ausgenommen Joghurt, Kefir, saure Milch, Molke und andere fermentierte oder gesäuerte Milch - Milchgetränke (GZT: 22.02 B/HS: ex 0403.10 und ex 0403.90) 8. a) Wasser, Mineralwasser, kohlensäurehaltiges Wasser (GZT: 22.01/HS: 2201) b) Limonaden (einschliesslich der aus Mineralwasser hergestellten) und andere nichtalkoholische Getränke, keine Milch oder kein Milchfett enthaltend (GZT: 22.02 A/HS: 2202), ausgenommen Frucht- und Gemüsesäfte der Tarifstelle 20.07 des GZT/HS: 2209 sowie Konzentrate c) Getränke, die auf dem Etikett als alkoholfreie Aperitifs bezeichnet werden 9.Fruchtsäfte (einschliesslich Traubenmost) und Gemüsesäfte, nicht gegoren, ohne Zusatz von Alkohol, auch mit Zusatz von Zucker, der Tarifstelle 20.07 B des GZT/HS: 2209, Fruchtnektar (Königlicher Erlass vom 19. August 1976 über Fruchtsäfte, Fruchtnektare, Gemüsesäfte und bestimmte ähnliche Waren, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 17. April 1980, 17.Juli 1980, 28. März 1983, 21. März 1990, 25. April 1990 und 25. November 1993) ».

Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 5 - Unser Vizepremierminister und Minister der Justiz und der Wirtschaftsangelegenheiten und Unser Minister der Kleinen und Mittleren Betriebe und der Landwirtschaft sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 23. März 1995 ALBERT Von Königs wegen: Der Vizepremierminister und Minister der Justiz und der Wirtschaftsangelegenheiten M. WATHELET Der Minister der Kleinen und Mittleren Betriebe und der Landwirtschaft A. BOURGEOIS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 10 - Annexe 10 MINISTERIUM DER WIRTSCHAFTSANGELEGENHEITEN 13. NOVEMBER 1995 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16.Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 14. Juli 1991 über die Handelspraktiken sowie die Aufklärung und den Schutz der Verbraucher, insbesondere der Artikel 12 und 122;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, insbesondere des Artikels 6 und der Anlage I, zuletzt abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 23. März 1995;

Aufgrund der Richtlinie 80/232/EWG des Rates vom 15. Januar 1980 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen, zuletzt abgeändert durch das Abkommen über den Europäischen Wirtschaftsraum vom 2. Mai 1992;

Aufgrund der Richtlinie 73/437/EWG des Rates vom 11. Dezember 1973 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten für einige zur menschlichen Ernährung bestimmte Zuckerarten, insbesondere des Artikels 8;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch die Gesetze vom 9. August 1980, 16. Juni 1989 und 4. Juli 1989;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch: - den Antrag der Europäischen Kommission vom 11. September 1995 auf eine sofortige Berichtigung von Anlage I Nr. 1.4 des Königlichen Erlasses vom 23. März 1995 zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen; - die Notwendigkeit, geeignete Massnahmen zu treffen, um den betreffenden Produzenten und Vertreibern die erforderliche Rechtssicherheit zu gewährleisten;

Auf Vorschlag Unseres Vizepremierministers und Ministers der Wirtschaft und des Fernmeldewesens und Unseres Ministers der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Anlage I des Königlichen Erlasses vom 16. Februar 1982 über die zulässigen Reihen von Nennfüllmengen und Nennvolumen von Behältnissen für bestimmte Erzeugnisse in Fertigpackungen wird Nummer 1.4 durch folgende Bestimmung ersetzt: « Halbweisszucker, Zucker oder Weisszucker, raffinierter Zucker, raffinierter Weisszucker oder Raffinade, Puderzucker, goldbrauner oder brauner Zucker, Kandiszucker: 125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 ».

Art. 2 - Vorliegender Erlass wird mit 13. Juli 1995 wirksam.

Art. 3 - Unser Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Wirtschaftsangelegenheiten gehören, und Unser Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 13. November 1995 ALBERT Von Königs wegen: Der Vizepremierminister und Minister der Wirtschaft und des Fernmeldewesens E. DI RUPO Der Minister der Landwirtschaft und der Kleinen und Mittleren Betriebe K. PINXTEN Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE