5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitsluiting van de eurominikits uit het begrip loon waarop socialezekerheidsbijdragen voor werknemers verschuldigd zijn

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 23, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 mei 2001;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 15 mei 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de euro op 1 januari 2002 wordt ingevoerd en dat de werkgevers eurominikits aan hun werknemers moeten kunnen schenken in de tweede helft van de maand december 2001, zodat de werkgevers snel moeten ingelicht worden en hun bevoorrading met eurominikits moet worden georganiseerd;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.941/1, gegeven op 10 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Met afwijking van artikel 23, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, wordt niet beschouwd als loon waarop socialezekerheidsbijdragen voor werknemers verschuldigd zijn, de eurominikit die in de tweede helft van de maand december 2001 door de werkgever aan alle personeelsleden wordt toegekend, zonder uitzondering, die op 14 december 2001 in dienst zijn. Deze eurominikit bestaat uit een aantal euromunten met een totale waarde van 500 frank of 12,4 euro en wordt contant ter beschikking gesteld van de werknemer.

Per werkgever kan niet meer dan één eurominikit worden toegekend aan één en dezelfde werknemer.

De eurominikit is een voordeel ter aanvulling van de bestaande voordelen in de onderneming en mag niet in mindering worden gebracht van andere vergoedingen of voordelen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van het laatste kwartaal van het jaar 2001 en treedt buiten werking op de eerste dag van het tweede kwartaal van 2002.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE