gepubliceerd op 06 december 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 betreffende de sectorale omkadering van het recht op beroepsloopbaanonderbreking
5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 betreffende de sectorale omkadering van het recht op beroepsloopbaanonderbreking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 betreffende de sectorale omkadering van het recht op beroepsloopbaanonderbreking.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999 Wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 inzake de sectorale omkadering van het recht op beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51027/CO/111.01.02)
Artikel 1.Huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en stalen gebinten monteren.
Onder "arbeiders" wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters.
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1998 inzake de sectorale omkadering voor het recht op beroepsloopbaanonderbreking wordt vanaf 1 juli 1999 als volgt gewijzigd en gecoördineerd.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en geldt voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van 6 maanden wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Tekst van de gewijzigde en gecoördineerde collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 1.Huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren. Onder "arbeiders" wordt verstaan arbeiders en arbeidsters.
Art. 2.Onverminderd de bepalingen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 1989 inzake beroepsloopbaanonderbreking zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot instelling van een recht op loopbaanonderbreking bepaald op 3 pct. van de arbeiders.
Art. 3.Het recht wordt uitsluitend beperkt tot de volledige beroepsloopbaanonderbreking indien bij ondernemingsakkoord een recht bestaat of gecreëerd wordt op deeltijdse arbeid voor minstens 10 pct. van de arbeiders, tenzij in dit ondernemingsakkoord een recht op deeltijdse beroepsloopbaanonderbreking uitdrukkelijk opgenomen wordt.
Waar geen dergelijk ondernemingsakkoord bestaat, is het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 onverkort van toepassing.
Art. 4.Het paritair comité, kan op vraag van de onderneming, afwijking toestaan op het in artikel 3 vermelde minimumrecht op deeltijdse arbeid voor 10 pct. van de arbeiders.
Art. 5.Voor de berekening van de 3 pct. worden alle arbeiders in aanmerking genomen die hun loopbaan volledig of gedeeltelijke onderbreken.
Art. 6.Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheid loopbaanonderbreking in te roepen op basis van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor de bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, noch aan het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de beroepsloopbaanonderbreking, noch aan het koninklijk besluit van 22 maart 1995 inzake het recht op loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en geldt voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van 6 maanden betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX