gepubliceerd op 16 oktober 2001
Koninklijk besluit tot bepaling van de vormen van een openbare biljettenloterij uitgegeven door de Nationale Loterij onder veranderlijke thematische benamingen naargelang de seizoens-, feestelijke, culturele, sportieve of gelegenheidsevenementen
5 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van de vormen van een openbare biljettenloterij uitgegeven door de Nationale Loterij onder veranderlijke thematische benamingen naargelang de seizoens-, feestelijke, culturele, sportieve of gelegenheidsevenementen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, en op artikel 27, tweede lid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Overwegende dat de wijze waarop de attitudes van het publiek evolueren, de Nationale Loterij tot de conclusie leidt dat de aantrekkingskracht van de openbare loterijvormen die zij overeenkomstig artikel 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij organiseert, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosie die sneller verloopt dan vroeger en die de levensduur van deze loterijvormen derhalve sterk verkort;
Overwegende dat die erosie een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te meer onontbeerlijk maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5 % van de ontvangsten van de Nationale Loterij een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen kan nakomen;
Overwegende dat de studie van de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;
Overwegende dat de Nationale Loterij in 2001 niet al haar verplichtingen zal kunnen nakomen als zij niet onverwijld kan overgaan tot de lancering van deze nieuwe vorm van openbare loterij die extra ontvangsten moet opleveren;
Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle maatregelen kan treffen die nodig zijn voor een spoedige organisatie van de erin bedoelde loterijvorm;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Deelnemingsbeginsel
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de organisatie van een biljettenloterij welke zich kenmerkt door tijdelijke uitgiftes die aan het publiek worden aangeboden onder thematische benamingen die verband houden met seizoens-, feestelijke, culturele, sportieve of gelegenheidsevenementen.
De Nationale Loterij bepaalt de benamingen van de in het eerste lid bedoelde tijdelijke uitgiftes en maakt ze bekend met alle nuttig geachte middelen.
De loten van de door dit besluit beoogde biljettenloterij worden uitsluitend zonder trekking toegewezen door de aanduiding, op het biljet, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, of een lot verkregen is of niet. Deze aanduiding is verborgen onder een ondoorzichtige kraslaag. HOOFDSTUK II. - Uitgifte van de biljetten
Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld op twee miljoen, of een veelvoud van twee miljoen.
De verkoopprijs van een biljet is bepaald op : 1° 50 frank voor de biljetten uitgegeven tot 31 december 2001.Op die biljetten wordt de verkoopprijs vermeld in frank en, ter informatie, ook in euro. 2° 1,25 euro voor de biljetten uitgegeven vanaf 1 januari 2002.Op die biljetten wordt de verkoopprijs uitsluitend vermeld in euro. HOOFDSTUK III. - Aantal en bedrag van de loten
Art. 3.Per hoeveelheid van twee miljoen uitgegeven biljetten is het aantal loten vastgesteld op 456.323 : 1° voor de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1°, zijn er 3 loten van 1.000.000 F, 20 loten van 100.000 F, 300 loten van 10.000 F, 2.000 loten van 1.000 F, 4.000 loten van 500 F, 40.000 loten van 200 F en 410.000 loten van 100 F; 2° voor de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2°, zijn er 3 loten van 25.000 euro, 20 loten van 2.500 euro, 300 loten van 250 euro, 2.000 loten van 25 euro, 4.000 loten van 12,5 euro, 40.000 loten van 5 euro en 410.000 loten van 2,5 euro. HOOFDSTUK IV. - Deelnemingswijze
Art. 4.In een afgebakende zone van de biljetten staat in Arabische cijfers, hetzij het bedrag van het toegekende lot, hetzij de vermelding « 000 F », wanneer geen lot is gewonnen.
De zone bedoeld in het eerste lid is bedekt met een ondoorzichtige deklaag die de deelnemers moeten afkrassen. HOOFDSTUK V. - Controlemaatregelen
Art. 5.Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 6.In de zone bedoeld in artikel 4, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan in de vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.
Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in artikel 4, tweede lid, en artikel 5, enig lid, 2°, bedoelde ondoorzichtige laag van de onverkochte biljetten afkrassen.
Art. 7.Om te garanderen dat alleen het toeval de toewijzing van de loten bepaalt : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen betreffende de lotentoewijzing;2° mogen de biljeten geen enkel uiterlijk verschil vertonen dat elementen betreffende de lotentoewijzing kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.
Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij. HOOFDSTUK VI. - Belastingvrijstelling van de loten
Art. 8.De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat. HOOFDSTUK VII. - Betalingswijze van de loten
Art. 9.De loten zijn betaalbaar aan toonder tegen afgifte aan de verkopers van de winnende biljetten, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maand te rekenen vanaf de datum waarop de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, is afgesloten. De loten van 1 miljoen frank en van 25.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij in de Belliardstraat 25-33, te 1040 Brussel.
Art. 10.De afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen worden door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle middelen die ze nuttig acht.
Art. 11.De loten die niet binnen de in artikel 9 bepaalde termijn zijn opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 12.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten op straffe van verval binnen de in artikel 9 bedoelde termijn worden ingediend.
Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. HOOFDSTUK VIII. - Algemene bepalingen
Art. 13.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 14.De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de toonder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de toonder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het nodig is voor de door de Nationale Loterij bepaalde betalingswijze.
Art. 15.Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.
De eigenaar van een biljet met een druktechnische fout kan alleen aanspraak maken op de terugbetaling van zijn biljet.
Elke fraude die is gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
De Nationale Loterij en de medewerkers van haar verkoopnet respecteren de anonimiteit van de deelnemers behalve wanneer die eraan verzaken. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 8 oktober 2001.
Art. 17.Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS