5 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 februari 1997 houdende het reglement van de BINGOVISION, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 februari 1997 houdende het reglement van de BINGOVISION, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, inzonderheid op de artikelen 6, 8 en 9, gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 september 1997 en artikel 12;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Overwegende dat de deelneming aan de BINGOVISION aantrekkelijker kan worden gemaakt door aan het publiek een lotenplan voor te stellen dat, in vergelijking met het huidig lotenplan, meer loten toewijst waarvan het bedrag forfaitair vastgesteld is op 100 frank;

Overwegende dat de zorg van de Nationale Loterij om de BINGOVISION te stimuleren teneinde, in het algemeen belang, haar winst te vergroten en al haar wettelijke verplichtingen na te komen, blijk geeft van een gezond beheer van deze openbare instelling;

Overwegende dat als dit nieuw lotenplan niet snel wordt ingevoerd, de Nationale Loterij het voordeel van extra inkomsten dreigt te verliezen;

Overwegende dat de Nationale Loterij onverwijld een reeks administratieve, commerciële en technische voorbereidselen moet treffen teneinde het doel van dit besluit binnen de vereiste termijnen te kunnen verwezenlijken;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de voorafgaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6, 2e lid, 3° van het koninklijk besluit van 20 februari 1997 houdende het reglement van de BINGOVISION, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° een rooster met de 24 deelnemingsnummers, die niet door de deelnemer zelf kunnen worden bepaald en die hem op een vooraf bepaalde wijze worden toegekend door het computersysteem van de Nationale Loterij. Dit rooster omvat 25 vakjes, geschikt in 5 kolommen en 5 rijen van elk 5 vakjes.

Elke kolom is geïdentificeerd door een letter die erboven staat gedrukt. Gezien van links naar rechts, is de eerste kolom geïdentificeerd door de letter "B", de tweede door de letter "I", de derde door de letter "N", de vierde door de letter "G" en de vijfde door de letter "O". In elk vakje van de door de letters "B", "I", "G" en "O" geïdentificeerde kolommen, staat een verschillend nummer uit de reeks gaande van 1 tot 15 voor de kolom "B", van 16 tot 30 voor de kolom "I", van 46 tot 60 voor de kolom "G" en van 61 tot 75 voor de kolom "O". In elk vakje van de kolom geïdentificeerd door de letter "N", met uitzondering van het middelste vakje, staat een verschillend nummer uit de reeks gaande van 31 tot 45.

De rijen worden niet geïdentificeerd. Maar voor de toepassing van dit reglement wordt, van hoog tot laag, de eerste rij genoemd "Eerste lijn", de tweede "Tweede lijn", de derde "Derde lijn" of "Centrale lijn", de vierde "Vierde lijn" en de vijfde "Vijfde lijn". Een volledige lijn heeft 5 vakjes met telkens een verschillend nummer, maar op de derde lijn heeft het centrale vakje geen nummer.

Elk rooster dat aan een zelfde trekking deelneemt, is uniek;"

Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 september 1997, wordt, tussen het 1e en het 2e lid, het volgende lid ingevoegd : « Met het oog op de toekenning van de loten bedoeld bij artikel 9, 2e lid, wordt een lottrekking gehouden die tussen de 5 lijnen bedoeld in artikel 6, 2e lid, 3°, een winnende lijn aanduidt. »

Art. 3.Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 september 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 9.Bovenop de forfaitaire loten bedoeld in het 2e lid, wordt vierendertig procent van de aangenomen inzetten volgens onderstaande regels toegekend aan de loten : 1° 10% van de aangenomen inzetten wordt in gelijke delen verdeeld onder de roosters die winnen met het spel met de naam "Vier hoeken", dit wil zeggen onder de roosters waarvan de nummers die, vertrekkend van boven naar onder, in het eerste en het laatste vakje staan van de kolommen, geïdentificeerd met de letters "B" en "O", behoren tot de 30 winnende nummers, bedoeld in artikel 8, 1°;2° 4 % van de aangenomen inzetten wordt in gelijke delen verdeeld onder de roosters die winnen met het spel met de naam "Kruis", dit wil zeggen onder de roosters waarvan de nummers die, vertrekkend van boven naar onder, in het eerste en het laatste vakje staan van de kolommen, geïdentificeerd met de letters "B" en "O", en in het tweede en het vierde vakje van de kolommen, geïdentificeerd met de letters "I" en "G", behoren tot de 36 winnende nummers, bedoeld in artikel 8, 2°;3° 10 % van de aangenomen inzetten wordt in gelijke delen verdeeld onder de roosters die winnen met het spel met de naam "Volle kaart", dit wil zeggen onder de roosters waarvan de 24 nummers behoren tot de winnende nummers die werden aangeduid overeenkomstig artikel 11 of 12;4° 10 % van de aangenomen inzetten wordt in gelijke delen verdeeld onder de roosters die de "Jackpot" winnen, dit wil zeggen onder de roosters die winnen met het spel "Volle kaart", volgens de voorwaarden bedoeld in artikel 11 of 12. Een lot forfaitair vastgelegd op 100 frank wordt toegekend aan de winnende roosters van het spel "Lucky line", namelijk elk rooster waarbij de nummers in de vakjes van de winnende lijn bedoeld in artikel 8, 2e lid, voorkomen tussen de winnende nummers die moesten getrokken worden om tenminste één winnaar aan te duiden van het spel "Volle kaart".

De loten bedoeld in het 1e en 2e lid zijn samenvoegbaar.

In het kader van promotionele acties kunnen de bedragen van de met toepassing van dit artikel bepaalde loten verhoogd worden met een bijkomend bedrag. De datum van de betrokken trekking(en) alsook de voorwaarden waaraan deze promoties zijn onderworpen, worden door de Nationale Loterij bepaald en met de geschikt geachte middelen bekendgemaakt.

Art. 4.Artikel 12, 8e lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid : « Het bedrag der loten die aan elk rooster worden toegekend, wordt afgerond : 1° naar de onderliggende 100 frank als het cijfer van de tientallen van het toegekend bedrag overeenstemt met 0, 1, 2, 3 of 4;2° naar de bovenliggende 100 frank als het cijfer van de tientallen van het toegekend bedrag overeenstemt met 5, 6, 7, 8 of 9.» .

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 19 oktober 1998.

Art. 6.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR