gepubliceerd op 07 juli 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de arbeidsduur
5 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de arbeidsduur (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de arbeidsduur.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 mei 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2003 Arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 23 september 2003 onder het nummer 67605/CO/139)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, uitgezonderd de ondernemingen die zich bezighouden met sleepdienstactiviteiten.
Art. 2.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op maximaal 38 uren per week. Zij wordt bereikt door toekenning van 12 vrije arbeidsdagen, indien de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters tijdens het ganse voorgaande kalenderjaar tewerkgesteld waren bij een in artikel 1 bedoelde werkgever, en ontvangen hiervoor, ten laste van het « Fonds voor de rijn- en binnenscheepvaart », een vergoeding die als loon moet worden beschouwd.
Indien de beoogde tewerkstelling geen volledig kalenderjaar omvat worden de 12 betaalde vrije dagen pro rata temporis toegekend, vermenigvuldigd met de breuk waarvan de teller gelijk is aan het aantal effectief gewerkte maanden tijdens het bedoelde kalenderjaar en waarvan de noemer 12 is. Indien het bekomen resultaat een decimaal getal is dan wordt die afgerond naar een volgende eenheid.
Elke begonnen kalendermaand wordt als een volledige gewerkte maand beschouwd. De opname van de vrije dagen mag noch volledig noch gedeeltelijk worden overgeheveld naar een volgend jaar.
Voor de ondernemingen met als activiteit kanaal- en rivierarbeid wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur vastgesteld op maximaal 38 uren per week zonder toekenning van 12 vrije arbeidsdagen.
Art. 3.De in artikel 2 bedoelde vergoeding is gelijk aan 5,17 pct., berekend op het brutoloon van voorgaand kalenderjaar voorzover deze verdiend werd bij een in artikel 1 bedoelde werkgever, verhoogd met vergoedingen welke voor datzelfde kalenderjaar werden uitbetaald door het « Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart » en die als loon worden beschouwd.
Het « Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart » betaalt deze vergoeding uit ten vroegste vanaf 1 oktober van het jaar waarin de overeenstemmende vrije dagen moeten worden opgenomen.
Art. 4.Ter financiering van deze vergoeding zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers, een bijdrage van 9,10 pct. van het brutoloon van de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters verschuldigd aan het « Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart ». De bijdrage van 9,10 pct. dient niet betaald te worden door de ondernemingen met als activiteit kanaal en rivierarbeid, op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur maximaal 38 uren per week bedraagt zonder de toekenning van 12 vrije arbeidsdagen.
Alle bepalingen inzake wijze en tijdstip van betaling en alle maatregelen in geval van wanbetaling, zoals voorzien bij artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van de statuten, geregistreerd op 23 januari 2003 onder het nummer 65122/CO/139, zijn van kracht.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende arbeidstijdverkorting, geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63340/CO/139.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd met een opzegging van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE