Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2024
gepubliceerd op 14 maart 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het RPPol betreffende het jaarlijks vakantieverlof in het raam van de eindeloopbaanmaatregelen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie
numac
2024001507
pub.
14/03/2024
prom.
05/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het RPPol betreffende het jaarlijks vakantieverlof in het raam van de eindeloopbaanmaatregelen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 13 oktober 2023;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 585/3 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 25 oktober 2023;

Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 6 december 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 12 december 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 december 2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 27 december 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de beslissing van de afdeling wetgeving van de Raad van State om geen advies te verlenen;

Gelet op artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel VIII.III.1bis RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2014, wordt vervangen als volgt: "Art. VIII.III.1bis. Het in artikel VIII.III.1 bedoelde aantal werkdagen wordt voor de personeelsleden van het officierskader en de personeelsleden van het administratief en logistiek kader aangevuld met: 1° 1 werkdag in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 59 jaar bereiken;2° 1 werkdag in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 60 jaar bereiken;3° 4 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 61 jaar bereiken;4° 7 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 62 jaar bereiken;5° 9 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 63 jaar bereiken;6° 11 werkdagen vanaf het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 64 jaar bereiken. Het in artikel VIII.III.1 bedoelde aantal werkdagen wordt voor de personeelsleden van het operationeel kader, met uitzondering van de personeelsleden van het officierskader, aangevuld met: 1° 4 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 59 jaar bereiken;2° 7 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 60 jaar bereiken;3° 8 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 61 jaar bereiken;4° 9 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 62 jaar bereiken;5° 10 werkdagen in het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 63 jaar bereiken; 6° 11 werkdagen vanaf het kalenderjaar waarin zij de leeftijd van 64 jaar bereiken.".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023.

Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT

^