Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2022
gepubliceerd op 05 april 2022

Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de vroedvrouwen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2022040566
pub.
05/04/2022
prom.
05/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de vroedvrouwen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36sexies, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt type wet prom. 22/08/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002022684 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie vroedvrouwen - verzekeringsinstellingen, gedaan op 30 maart 2021;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 05 mei 2021;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 10 mei 2021;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 november 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 9 december 2021;

Gelet op advies 70.899/2 van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten waaronder een vroedvrouw een jaarlijkse tegemoetkoming van het RIZIV kan krijgen in de kosten verbonden aan het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de dossiers van de rechthebbende. HOOFDSTUK 2. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de vroedvrouw : De vroedvrouw die door de bevoegde Minister is erkend en over een RIZIV-nummer beschikt dat aan de vroedvrouw is voorbehouden;2° premiejaar: het kalenderjaar waarvoor de tegemoetkoming toegekend wordt;3° MyCareNet : het elektronisch netwerk bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 september 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/09/2015 pub. 23/09/2015 numac 2015022338 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 53, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling sluiten tot uitvoering van artikel 53, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling. HOOFDSTUK 3. - Toekenningsvoorwaarden Afdeling 1. - Voorwaarden inzake

de effectieve activiteit als vroedvrouw

Art. 3.Om deze tegemoetkoming te genieten moet de vroedvrouw beantwoorden aan volgende voorwaarden: 1° individueel toetreden tot de nationale overeenkomst tussen de vroedvrouwen en de verzekeringsinstellingen, die is gesloten door de Overeenkomstencommissie die is bedoeld in artikel 26 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor het volledig premiejaar ;voor het premiejaar waarin de vroedvrouw voor het eerst geregistreerd is bij het RIZIV, volstaat het om zich tijdens dat jaar aan te sluiten bij de overeenkomst. 2° een minimumactiviteit hebben van 250 verstrekkingen die in het premiejaar terugbetaald zijn door de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, op basis van art.9 a) van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen; of een activiteit hebben van minimum 3.750 V-waarden aan terugbetaalde verstrekkingen in het premiejaar, opgenomen in artikel 9, a) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Afdeling 2. - Voorwaarden inzake het effectief gebruik van telematica

en het elektronisch beheer van dossiers van de rechthebbende

Art. 4.§ 1. De vroedvrouw is onderworpen aan de voorwaarde dat zijn effectief gebruik van telematica en het elektronisch beheer moeten vastgesteld zijn aan de hand van een selectie van gebruiksdrempels. § 2. In het premiejaar 2021 moet de vroedvrouw de volgende gebruiksdrempels bereiken: De vroedvrouw maakt gedurende het premiejaar via zijn softwarepakket gebruik van de dienst MyCareNet voor de raadpleging van de verzekerbaarheid van de patiënten en voldoet aan de minimale drempel van minstens 25 raadplegingen gedurende het premiejaar;

De vroedvrouw maakt gedurende het premiejaar via zijn softwarepakket gebruik van de dienst MyCareNet voor het elektronisch factureren.

Gedurende het premiejaar moet hij minstens 75 verstrekkingen via elektronische weg aanrekenen via de derdebetalersregeling; § 3. In het premiejaar 2022 moet de vroedvrouw de volgende gebruiksdrempels bereiken: De vroedvrouw maakt gedurende het premiejaar via zijn softwarepakket gebruik van de dienst MyCareNet voor de raadpleging van de verzekerbaarheid van de patiënten en voldoet aan de minimale drempel van minstens 50 raadplegingen gedurende het premiejaar;

De vroedvrouw maakt gedurende het premiejaar via zijn softwarepakket gebruik van de dienst MyCareNet voor het elektronisch factureren.

Gedurende het premiejaar moet hij minstens 100 verstrekkingen via elektronische weg aanrekenen via de derdebetalersregeling. HOOFDSTUK 4. - Bedrag van de tegemoetkoming

Art. 5.De jaarlijkse tegemoetkoming voor de premies 2021 en 2022 bedraagt 800 euro. HOOFDSTUK 5. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 6.Voor het bekomen van de tegemoetkoming dient de vroedvrouw een aanvraag tot tegemoetkoming in bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, die volgende elementen bevat: 1° Het premiejaar waarvoor zij de tegemoetkoming vraagt;2° Het rekeningnummer waarop de tegemoetkoming moet gestort worden.

Art. 7.Op straffe van verval moet de aanvraag bedoeld in artikel 6, uiterlijk op 31 oktober van het jaar volgend op het premiejaar aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV overgemaakt worden, volgens de modaliteiten gepubliceerd op voornoemde website van dit Instituut. De aanvraag wordt elektronisch ingediend via een door het RIZIV ter beschikking gestelde webtoepassing.

Art. 8.De gegevens die toelaten na te gaan of de vroedvrouw de in artikel 4, §§ 2 en 3 bedoelde minimumdrempels bereikt, worden aangeleverd via de in voornoemd artikel vermelde dienst.

Art. 9.Na het indienen van de aanvraag tot tegemoetkoming, beslist de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV of de vroedvrouw in aanmerking komt en deelt deze beslissing aan de vroedvrouw mee.

Art. 10.De vroedvrouw die voor een tegemoetkoming in aanmerking komt, wordt betaald uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het premiejaar.

Art. 11.De vroedvrouw heeft de mogelijkheid om de in artikel 9 bedoelde beslissing te betwisten bij de leidend ambtenaar van de Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV volgens de modaliteiten gepubliceerd op voornoemde website van het RIZIV, op straffe van onontvankelijkheid binnen de zestig dagen te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit is van toepassing voor de premiejaren 2021 en 2022.

Art. 13.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE

^