gepubliceerd op 28 maart 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel
5 MAART 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 Ter beschikking stellen van personeel (Overeenkomst geregistreerd op 2 september 2005 onder het nummer 76247/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 3.Deze overeenkomst wordt gesloten in toepassing van de bepalingen van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. HOOFDSTUK II. - Defenities
Art. 4.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : - "werkgever" : diegene die naast zijn gewone activiteit(en), zijn vaste werknemers voor een beperkte tijd ter beschikking stelt van een gebruiker; - "gebruiker" : diegene die tijdelijk een beroep doet op de vaste werknemers van een werkgever. HOOFDSTUK III. - Toepassingsvoorwaarden
Art. 5.Het ter beschikking stellen van personeel kan enkel gebeuren tussen ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die geregistreerd zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en die geen schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".
Art. 6.Het ter beschikking stellen van personeel kan enkel ingeroepen worden bij een tijdelijke toename van werk of voor een technische bijstand voor het uitvoeren van specifieke werken.
Art. 7.De periode en de voorwaarden van het ter beschikking stellen van personeel door een werkgever aan een gebruiker, moeten vastgelegd worden in een geschrift, dat moet worden opgesteld vóór het begin van het ter beschikking stellen, volgens de modaliteiten vastgesteld in hoofdstuk IV van deze overeenkomst. De periode van het ter beschikking stellen is beperkt tot een periode van drie maanden.
Art. 8.Deze overeenkomst die de arbeider met zijn werkgever verbindt, blijft gelden tijdens de periode van het in artikel 6 bedoelde ter beschikking stellen; de gebruiker wordt echter hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de sociale bijdragen, lonen, vergoedingen en voordelen die daaruit volgen.
Art. 9.Het ter beschikking stellen van personeel kan niet gebeuren tijdens de dagen waarop niet mag gewerkt worden volgens de wettelijke en conventionele bepalingen van toepassing in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 53 van de Nationale Arbeidsraad van 23 februari 1993 betreffende de tijdelijke werkloosheid is van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Administratieve bepalingen
Art. 11.De aanvragen tot het ter beschikking stellen van personeel moeten door de werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst, ingediend worden bij de plaatselijke werkgeversorganisatie, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 12.De aanvragen worden ingediend bij middel van een overeenkomst die als bijlage van deze overeenkomst wordt gevoegd en die integrerend deel uitmaakt van deze overeenkomst.
Art. 13.Deze overeenkomst moet mede ondertekend wordt door de individuele werknemer, de vakbondsafvaardiging van de gebruiker of bij ontstentenis de lokale vakbondsorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Een kennisgeving van deze overeenkomst wordt gedaan aan de vakbondsafvaardiging van de werkgever bedoeld in artikel 3.
Art. 14.Nadat alle formaliteiten vervuld zijn, dient de bemiddelende instelling de aanvraag tot het ter beschikking stellen van personeel voor te leggen aan de sociale inspectie. De ter beschikking stelling van personeel kan ten vroegste ingaan na de vereiste bestemming van de Inspectie van sociale wetten. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005.
Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aanggepast aan de bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN