gepubliceerd op 24 maart 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 april 1975 betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren (1)
5 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 april 1975 betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren (PC 120) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 19, derde lid, 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983 en bij de wet van 22 januari 1985;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 april 1975 getroffen ter uitvoering van de arbeidswet van 16 maart 1971, betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005;
Gelet op de richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de rechtszekerheid inzake arbeidsverhoudingen in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk vereist dat de nodige reglementaire bepalingen onverwijld worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 14 april 1975 betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, opgeheven bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005, wordt hersteld in de volgende lezing : "
Art. 5.Voor de bepaling van de arbeidstijd, wordt de tijd gedurende de welke de mobiele werknemer of de werknemer tewerkgesteld aan werken van vervoer, ter beschikking blijft van de werkgever, niettegenstaande hij geen enkele prestatie verricht omwille van gebeurtenissen zoals in het bijzonder het wachten bij het laden en lossen van het voertuig, bij het vervullen van douaneformaliteiten, bij politie- en douanecontroles, bij oponthoud ingevolge verkeersongevallen, wegwerkzaamheden of wegomleidingen, ten belope van maximum één uur per dag en vijf uren per week niet als arbeidstijd beschouwd.
Deze tijd, beperkt tot één uur per dag en vijf uur per week, wordt als beschikbaarheidstijd in de zin van de Europese Richtlijn 2002/15 van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen beschouwd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege: De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.
Koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, Belgisch Staatsblad van 15 december 1983.
Koninklijk besluit van 14 april 1975, Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1975.
Koninklijk besluit van 10 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 5 september 2005.