gepubliceerd op 25 april 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 1998/1999 en 1999/2000
5 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 1998/1999 en 1999/2000 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor dienstjaren 1998/1999 en 1999/2000.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 Vaststelling van het bedrag en van de modaliteiten van toekenning van de premie voor de dienstjaren 1998/1999 en 1999/2000 (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 1999 onder het nummer 51988/CO/106.02)
Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, houdende oprichting van een fonds van bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 17 september 1985, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 1986, en van 15 mei 1997, wordt er voor het dienstjaar 1998/1999 een premie van 4 200 BEF toegekend aan de werklieden en werksters die gedurende de gehele periode van 1 april 1998 tot 31 maart 1999 de bij artikel 5, § 1 van voormelde statuten bepaalde voorwaarden vervullen; voor het dienstjaar 1999/2000 wordt een premie van 4 700 BEF toegekend aan de werklieden en werksters die gedurende de hele periode van 1 april 1999 tot 31 maart 2000 de bij artikel 5, § 1 van voormelde statuten bepaalde voorwaarden vervullen.
De werklieden en werksters die gedurende de gehele voormelde periodes deze voorwaarden niet vervullen, ontvangen een premie van 350 BEF per volledige of onvolledige kalendermaand waarin deze voorwaarden zijn vervuld, voor het dienstjaar 1998/1999 en van 390 BEF voor het dienstjaar 1999/2000.
Art. 2.De in artikel 4, a) van de statuten bedoelde werkgevers overhandigen aan iedere werknemer die in hun onderneming gedurende de periode van respectievelijk 1 april 1998 tot 31 maart 1999 en 1 april 1999 tot 31 maart 2000 gewerkt heeft, de behoorlijk ingevulde « kaart van rechthebbende », die hun verstrekt wordt door het fonds.
De werkgevers vullen op deze kaart de volledige identiteit van de rechthebbende en de periode van tewerkstelling in; zij brengen er de stempel van de onderneming op aan. De werknemer overhandigt deze kaart aan één van de professionele organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, bedoeld in artikel 5, § 1 van de statuten.
De interprofessionele organisatie gaat het lidmaatschap na, duidt het bedrag aan waarop de werknemer recht heeft volgens artikel 1, en stuurt de kaart van rechthebbende door aan het fonds. Het aan de rechthebbende toekomend bedrag wordt, door de zorgen van het fonds uitgekeerd.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX