gepubliceerd op 15 juni 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten
5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999 en 10 juni 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 april 2000, 12 september 2001 en 5 november 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 11 juli 2003;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 oktober 2002 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 14 januari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en tot bepaling, voor wat betreft deze Overheidsdienst, van de inwerkingtreding van hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de vaststellingen van inbreuken op de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, alsook de procedures van administratieve sancties die eruit voortvloeien, momenteel een forse en snelle toename kennen;
Overwegende dat het algemene principe van goed bestuur vereist dat deze procedures binnen een redelijke termijn worden behandeld;
Overwegende dat er reden is om over te gaan tot een nieuwe aanwijzing van bevoegde ambtenaren om de administratieve geldboeten op te leggen, met het doel een gepast beheer mogelijk te maken van deze procedures, rekening houdend met hun aantal;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 april 2000, 12 september 2001 en 5 november 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling: « De Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en de ambtenaren of personeelsleden met een graad van minstens rang 13 of de mandaathouder N-2, behorende tot de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid worden aangewezen om de administratieve geldboeten op te leggen zoals bedoeld in artikel 19 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL