gepubliceerd op 03 augustus 2004
Koninklijk besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd
5 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van het loon dat men moet genieten om als een betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, inzonderheid op artikel 2, § 1;
Gelet op het advies van het Nationaal Paritair Comité voor de sport, gegeven op 26 maart 2004;
Gelet op advies 37.123/1 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de werkgevers en de sportbeoefenaars die zij tewerkstellen onverwijld op de hoogte moeten kunnen zijn van het minimumbedrag, voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005, dat een sportbeoefenaar moet verdienen om onderworpen te zijn aan de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het in artikel 2, § 1, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bedoelde loonbedrag wordt voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005 bepaald op 7.704 euro.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2004 en treedt buiten werking op 1 juli 2005.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 februari 1978, Belgisch Staatsblad van 9 maart 1978.