Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 1998
gepubliceerd op 13 augustus 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012559
pub.
13/08/1998
prom.
05/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/05/1998012559/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JULI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994, inzonderheid op de artikelen 3 en 8;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1994.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1998 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 1998 onder het nummer 47088/CO/207)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité.

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991 betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994, wordt als volgt gewijzigd : «

Art. 3.Met het oog op de deelneming aan opleidings- of vervolgmakingscursussen, ingericht door de representatieve syndicale organisaties, zijn de effectieve of plaatsvervangende leden van de ondernemingsraden, van de comités voor veiligheid, hygiëne en verfraaiing van de werkplaatsen en van de syndicale delegaties, ten belope van ten hoogste 117 afgevaardigden per jaar voor de scheikundige nijverheid, gemachtigd gedurende ten hoogste twaalf dagen per twee jaar aan genoemde cursussen deel te nemen.

Die afwezigheden mogen niet langer duren dan zes maal twee dagen of dan vier maal drie dagen per deelnemer, behalve afwijking toegestaan door het ondernemingshoofd binnen de grens van de twaalf tweejaarlijkse dagen.

Het effectief van 117 deelnemers wordt bij gemeenschappelijk akkoord tussen de ondertekenende syndicale organisaties verdeeld. ».

Art. 3.Artikel 8 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993, wordt als volgt gewijzigd : «

Art. 8.Met ingang van 1 januari 1996 wordt een financiële reserve samengesteld met het doel de syndicale vorming van de vertegenwoordigers van de bedienden uit de scheikundige nijverheid te financieren, tot een maximumbedrag van 3.000.000 F per jaar. Bovendien wordt eenmalig en uitsluitend voor het jaar 1995 een bedrag van 750.000 F toegekend.

Met ingang van 1 januari 1995 zorgt deze financiële reserve bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van het werkelijke aantal in 1994 ingeschreven gesyndikeerden onder de bedienden bedoeld in artikel 1, ten belope van een jaarlijks bedrag van 2.500 F per gesyndikeerde. Dit aantal gesyndikeerden wordt bepaald op 17.000 in 1995 en op 18.000 voor de duur van minstens drie jaar vanaf 1996. ».

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen slechts door een van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, die de partijen ervan op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^