5 JANUARI 1998. Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de interprofessionele organismen in het kader van de productie van zaaizaden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het akkoord van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 juni 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 juli 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft;2° landbouwer-vermeerderaar : natuurlijke of rechtspersoon geregistreerd door het Inspectie-generaal Planten en Plantaardige producten binnen het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector als verantwoordelijke voor de teelt en de bijzondere zorgen voor de produktie en de tijdelijke bewaring van bruto zaaizaad en in wiens onderneming een of meerdere vermeerderingspercelen gelegen zijn;3° kweker : elke natuurlijke of rechtspersoon, of zijn mandataris, waarvan een variëteit : - ingeschreven is op de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen; - ingeschreven is op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen; - deelneemt aan de nodige proeven om weldra opgenomen te worden op één van deze catalogi; - opgenomen is op de lijst van de cultivars opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (O.E.S.O.), overeenkomstig haar systeem voor het certificeren van zaden, bestemd voor de internationale handel; 4° handelaar-bereider : natuurlijke of rechtspersoon erkend door de Minister voor het opslaan, reinigen, drogen, bewerken, bereiden, ontsmetten en verpakken van zaaizaden in België, met het oog op de certificering.

Art. 2.De Minister kan interprofessionele organismen erkennen die landbouwers-vermeerderaars, kwekers en handelaars-bereiders of hun verenigingen verenigen, en die opgericht zijn met het doel de voorwaarden van productie, aanbod, koop, conditionering en verkoop van zaaizaden vast te stellen.

Art. 3.§ 1. Om erkend te worden, en te blijven, moeten de in artikel 2 bedoelde interprofessionele organismen aan de hierna volgende voorwaarden voldoen en de verplichtingen nakomen : 1° opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk of als vennootschap met een sociaal oogmerk;2° op het niveau van de Raad van Bestuur een pariteit hebben tussen de stemmen van de vertegenwoordigers van landbouwers- vermeerderaars enerzijds en de kwekers en handelaars-bereiders anderzijds;3° aan de Minister de gemeenschappelijk opgestelde regels en de interprofessionele gesloten akkoorden meedelen;4° de controle van de Minister of zijn afgevaardigden toelaten inzonderheid voor wat betreft hun boekhouding en alle door hen gevraagde inlichtingen verstrekken;5° de voorschriften respecteren van de verordeningen van de Europese Gemeenschap en de internrechtelijke bepalingen die de omzetting zijn van richtlijnen van de Europese Gemeenschap, inzonderheid betreffende interprofessionele akkoorden en contracten;6° de betrokken personen de nodige informatie verstrekken over de vastgestelde regels. § 2. De Minister trekt de erkenning in van de interprofessionele organismen die niet meer voldoen aan de voorwaarden zoals die gesteld zijn in § 1.

In dat geval, deelt de Minister aan de betrokkene bij aangetekend schrijven de ingeroepen motieven mee alsook de maatregel die overwogen wordt. Op straffe van verval, beschikt de betrokkene over tien werkdagen om bij aangetekend schrijven, zijn bezwaren mee te delen. De Minister beschikt vervolgens over dertig werkdagen om een beslissing te nemen. De beslissing van de Minister wordt aan de betrokkene meegedeeld bij aangetekend schrijven.

Art. 4.§ 1. De erkende interprofessionele organismen kunnen een bijdrage innen om de financiering van hun werking en hun actieprogramma te verzekeren. Deze bijdrage dient gestort door de landbouwers-vermeerderaars, de kwekers en de handelaars-bereiders. § 2. De grootte van deze bijdrage en de modaliteiten van de inning ervan worden vastgesteld door de Raad van Bestuur na machtiging door de Minister. § 3. De bijdrage ten laste van de landbouwer-vermeerderaar wordt afgehouden door de handelaar-bereider.Voor het einde van de tweede maand die volgt op deze waarin de landbouwer-vermeerderaar de bruto-zaaizaden heeft verkocht aan de handelaar-bereider, dient deze laatste de som van de in het eerste lid beoogde afhoudingen over te maken aan het interprofessioneel organisme waartoe hij behoort.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN