5 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit houdende benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Nationale Commissie voor de distributie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1975 betreffende de handelsvestigingen, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1976 en 3 mei 1999 en bij het koninklijk besluit van 23 juni 1994, inzonderheid op artikel 4;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De heer B. WATTENBERGH wordt op voordracht van de Minister van Economie benoemd tot voorzitter van de Nationale Commissie voor de distributie, voor een periode van vier jaar.

Art. 2.De heer P. COLIN wordt op voordracht van de Minister belast met Middenstand benoemd tot ondervoorzitter van de Nationale Commissie voor de distributie, voor een periode van vier jaar.

Art. 3.§ 1. Worden tot werkende leden van de Nationale Commissie voor de distributie benoemd voor een periode van vier jaar : a) De heren D.VAN DAELE, S. DOCHY en Mevrouw C. VAN WINKEL, als vertegenwoordigers van de in de Raad voor het Verbruik zetelende verbruikersorganisaties; b) De heren E.DE DEYN, E. HAAZE en H. VANDER ELST, als vertegenwoordigers van de meest representatieve werknemersorganisaties; c) De heer Ph.VERSTRAETE, als vertegenwoordiger van het Verbond der Belgische Ondernemingen; d) De heren P.VANHOLSBEECK en P. HAEGEMAN, als vertegenwoordigers van de geïntegreerde handel; e) De heren M.VERHAMME en B. MANNAERT, Mevr. N. VAN CAMPENHOUT, Mevr.

T. LOULTCHEFF, Mevrouw B. MARCHAND en Mevr. M. FARINA als vertegenwoordigers van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O. zetelende organisaties; f) Mevr.C. LE BORNE en Mevr. H. BEERLANDT, als vertegenwoordigsters van de landbouworganisaties; g) De heer G.LAMBRECHTS, als vertegenwoordiger van de groothandel. § 2. Worden tot plaatsvervangende leden van de Nationale Commissie voor de distributie benoemd voor een periode van vier jaar : a) Mevr.K. PEIRENS, Mevrouw A. VAN LAERE en de heer K. DE JAEGER, als vertegenwoordigers van de in de Raad voor het Verbruik zetelende verbruikersorganisaties; b) Mevrouw I.GALLIAERT, Mevr. I. DEKELPER en I. PETRE als vertegenwoordigsters van de meest representatieve werknemersorganisaties; c) De heer E.ROOSENS, als vertegenwoordiger van het Verbond der Belgische Ondernemingen; d) Mevrouw N.PINT en Mevrouw N. DE GREVE, als vertegenwoordigsters van de geïntegreerde handel; e) De heren L.ARDIES, J. CROUX, P. ERNOTTE, P. RUELENS en R. DECHENE en Mevrouw D. DETHY als vertegenwoordigers van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O; zetelende organisaties; f) De heren A.MASURE en P. BRUGGEN, als vertegenwoordigers van de landbouworganisaties;

De heer S. SAEY, als vertegenwoordiger van de groothandel.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 29 juni 2003.

Art. 5.Onze minister bevoegd voor Economische Zaken en Onze minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE