Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 december 2012
gepubliceerd op 12 maart 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende de bezoldigingsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012012057
pub.
12/03/2013
prom.
05/12/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende de bezoldigingsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011 Bezoldigingsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105731/CO/226) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek. HOOFDSTUK II. - Wedden van de bedienden

Art. 2.De minimumweddenschaal evenals de reële wedden beperkt tot de eindwedde van klasse 8, volgen de schommelingen van het officieel gepubliceerde gemiddeld gezondheidsindexcijfer zoals bepaald in de artikelen 3 tot en met 7.

Art. 3.De wedden bedoeld in artikel 2 worden gestabiliseerd per indexpuntenschijven die lopen van 1,4 pct. boven tot 1,4 pct. onder een referte-indexcijfer "spil" genaamd, zodanig dat de hoogste of laagste grens van elke stabilisatieschijf gelijk is aan de spil vermenigvuldigd met of gedeeld door de coëfficiënt 1,014. Wanneer de derde decimaal 5 of meer bedraagt, wordt voor de afronding de tweede decimaal met één eenheid verhoogd; zoniet wordt de derde decimaal verwaarloosd.

Wanneer het gemiddeld gezondheidsindexcijfer de grens van de stabilisatieschijf bereikt, wordt deze grens de spil van een nieuwe stabilisatieschijf waarvan de grenzen worden berekend zoals aangeduid in het voorgaand lid.

Aldus wordt volgende tabel samengesteld :

limite inférieure

pivot

limite supérieure

laagste grens

spil

hoogste grens

113,11

114,69

116,30

113,11

114,69

116,30

114,69

116,30

117,93

114,69

116,30

117,93

116,30

117,93

119,58

116,30

117,93

119,58

117,93

119,58

121,25

117,93

119,58

121,25

119,58

121,25

122,95

119,58

121,25

122,95

121,25

122,95

124,67

121,25

122,95

124,67

122,95

124,67

126,42

122,95

124,67

126,42

124,67

126,42

128,19

124,67

126,42

128,19

126,42

128,19

129,98

126,42

128,19

129,98

128,19

129,98

131,80

128,19

129,98

131,80

129,98

131,80

133,65

129,98

131,80

133,65

131,80

133,65

135,52

131,80

133,65

135,52

133,65

135,52

137,42

133,65

135,52

137,42

135,52

137,42

139,34

135,52

137,42

139,34


Art. 4.Wanneer bij stijging de grens van een stabilisatieschijf wordt bereikt, worden de wedden bedoeld in artikel 2 verhoogd met 1,4 pct.; bij daling worden de wedden die gekoppeld waren aan de eerstvolgende lagere stabilisatieschijf, opnieuw van toepassing.

De aanpassing van de wedden wordt van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarvan het gemiddeld gezondheidsindexcijfer de aanpassing veroorzaakt heeft.

Art. 5.Voor de indexering van de weddenschaal worden volgende regels toegepast : a) de bedragen van de in voege zijnde weddenschaal worden vermenigvuldigd met 1,014 tot op de derde decimaal nauwkeurig, zonder afronding;b) de resultaten gevonden bij toepassing van de regel onder a) worden afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang de derde decimaal al dan niet ten minste gelijk is aan 5;c) de afgeronde bedragen bij toepassing van de regel onder b) vormen de nieuwe weddenschaal die telkens de basis is voor een volgende indexering.

Art. 6.Bij de indexering van de werkelijke wedden, die hoger liggen dan de voorziene minimumwedden, desgevallend begrensd tot de eindwedde van klasse 8 zoals bepaald in artikel 2, worden de resultaten afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang de derde decimaal al dan niet tenminste gelijk is aan 5.

Art. 7.De bedienden die inzake indexering gunstiger voorwaarden hebben verworven dan deze vermeld in de artikelen 2 tot en met 6, blijven deze behouden.

Art. 8.Op 1 mei 2011 wordt de minimumweddenschaal voor de bedienden vastgesteld als volgt : Mei 2011 / Mai 2011 WEDDENSCHAAL / BAREME STABILISATIESCHIJF: 113,11- 116,30 / TRANCHE DE STABILISATION: 113,11- 116,30 SPIL : 114,69/ PIVOT : 114,69

anciënn. ancienn.

0 jaar 0 ans

1 jaar 1 an

3 jaar 3 ans

6 jaar 6 ans

9 jaar 9 ans

12 jaar 12 ans

15 jaar 15 ans

18 jaar 18 ans

21 jaar 21 ans

25 jaar 25 ans

30 jaar 30 ans

35 jaar 35 ans

40 jaar 40 ans

42 jaar 42 ans

45 jaar 45 ans

klasse 1 classe 1

1.753,37

1.786,21

1.818,89

1.851,56

1.884,55

1.917,21

1.938,60

1.959,83

1.981,22

2.002,46

2.023,84

2.048,39

2.073,07

2.083,05

2.098,05

klasse 2 classe 2

1.917,21

1.950,05

1.982,87

2.015,69

2.087,83

2.209,19

2.302,69

2.402,52

2.489,56

2.583,24

2.676,58

2.770,11

2.863,47

2.902,07

2.959,98

klasse 3 classe 3

2.025,35

2.058,17

2.097,62

2.146,98

2.229,08

2.327,23

2.445,46

2.533,81

2.622,37

2.711,06

2.799,49

2.901,26

3.002,90

3.044,98

3.108,10

klasse 4 classe 4

2.133,59

2.166,43

2.206,03

2.255,12

2.337,19

2.435,37

2.553,41

2.642,11

2.730,64

2.819,18

2.907,87

2.999,56

3.091,30

3.129,12

3.185,85

klasse 5 classe 5

2.242,02

2.274,86

2.314,30

2.363,24

2.445,46

2.546,94

2.668,31

2.753,54

2.838,90

2.924,15

3.009,38

3.098,08

3.186,75

3.223,23

3.277,95

klasse 6 classe 6

2.350,16

2.383,10

2.455,09

2.504,31

2.586,40

2.694,51

2.832,28

2.917,54

3.002,90

3.088,28

3.173,34

3.294,85

3.416,38

3.466,76

3.542,37

klasse 7 classe 7

2.458,38

2.507,47

2.573,28

2.638,96

2.737,27

2.884,85

3.084,96

3.170,19

3.255,42

3.340,78

3.426,04

3.524,49

3.622,85

3.663,29

3.723,96

klasse 8 classe 8

2.573,28

2.704,45

2.835,74

2.966,89

3.117,62

3.268,52

3.370,31

3.471,94

3.573,61

3.675,37

3.777,04

3.885,30

3.993,26

4.037,66

4.104,23


Art. 9.De in het artikel 8 vastgestelde minimumwedden gelden voor een voltijds uurrooster zoals toepasselijk in de onderneming.

Voor deeltijds tewerkgestelde bedienden worden de minimumwedden vastgesteld in verhouding tot het aantal uren dat hun deeltijdse arbeidsregeling omvat in vergelijking met de voltijdse uurregeling in de onderneming.

Art. 10.In afwijking op de bepalingen van het artikel 8 wordt de maandwedde voor studenten die arbeid verrichten in het kader van een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten, waarop titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is, vastgesteld op 90 pct. van de schaalwedde van klasse 1 voorzien voor een anciënniteit van 0 jaar.

Art. 11.§ 1. Voor de bedienden is de minimumweddenschaal gebaseerd op de anciënniteit in de onderneming. § 2. Wanneer de bediende voorheen tewerkgesteld is geweest als bediende in een of meerdere ondernemingen van de sector wordt die anciënniteit overgenomen ten belope van 50 pct. vanaf de 10de maand als volgt : a) tot en met de 9e maand te rekenen vanaf de eerste dag van de maand van de indiensttreding geldt een anciënniteit van 0 jaar;b) vanaf de 10e maand te rekenen vanaf de eerste dag van de maand van de indiensttreding wordt de anciënniteit verworven door vorige tewerkstelling als bediende in de sector overgenomen ten belope van 50 pct.Bedoelde anciënniteit wordt berekend in volledige maanden per betrokken onderneming en nadien getotaliseerd vervolgens gedeeld door 12 en afgerond op het lagere aantal jaren.

Vanaf de 10e maand wordt aldus een fictieve barema-anciënniteit vastgesteld op 9 maanden vermeerderd met de overgenomen anciënniteit. § 3. Voor de toepassing van § 2 wordt het begrip "sector" als volgt bepaald : - de ondernemingen die voor hun bedienden tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren (PC 213) en die vanaf 1 januari 1998 ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (PC 226); - vanaf 1 januari 1999 : de ondernemingen die voor hun bedienden tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden (PC 218) en vanaf 1 januari 1998 ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (PC 226); - de ondernemingen die voor hun bedienden ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (PC 226) en die slechts nà 31 december 1997 voor de eerste maal één of meerdere bedienden tewerkstellen. § 4. Wanneer de bediende voorheen tewerkgesteld is geweest als bediende in een onderneming van dezelfde groep, wordt in afwijking van § 2 de anciënniteit verworven bij die onderneming, uitgedrukt in volledige maanden, overgenomen vanaf de 10de maand volgend op de eerste dag van de maand van de indiensttreding indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden is voldaan : - de onderneming van dezelfde groep behoort tot dezelfde sector, zoals bepaald in § 3 hiervoor als de onderneming waar de bediende in dienst treedt; - het einde van de tewerkstelling bij de onderneming van dezelfde groep situeert zich binnen de 12 maanden voorafgaand aan de indiensttreding.

Indien de betrokken bedienden op 1 januari 1998 werden ingeschaald in de weddenschaal bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden, gesloten in het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren, wordt de fictieve barema-anciënniteit overgenomen.

In geval van aansluitende tewerkstelling loopt de verworven anciënniteit of fictieve barema-anciënniteit, al naargelang het geval, verder.

Met "onderneming van dezelfde groep" wordt bedoeld : de onderneming die behoort tot een groep van ondernemingen waarvoor de verplichting geldt om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen krachtens de wetgeving terzake. § 5. Met tewerkstelling via een uitzendbureau of in het kader van een arbeidsovereenkomst voor studenten wordt voor de overname van anciënniteit geen rekening gehouden. § 6. De bediende die aanspraak maakt op de gedeeltelijke of gehele overname van anciënniteit bij toepassing van de bepalingen van § 2 tot en met § 4 hiervoor, dient hiervan de werkgever, op diens vraag, in te lichten tijdens de aanwervingsprocedure. Bij de aanwerving heeft de werkgever het recht het bewijs te vragen in verband met de overname van de anciënniteit. In dat geval moet de bediende dat bewijs leveren binnen de 3 maanden, te rekenen vanaf de indiensttreding, met elk mogelijk rechtsmiddel met uitzondering van het getuigenis; zoniet wordt geen rekening gehouden met die vorige tewerkstelling. § 7. De barema-anciënniteit waarvan sprake in artikel 11, § 2 en § 4 is uitsluitend dienstig voor de inschaling in de weddenschaal en de verdere progressie in die weddenschaal.

Art. 12.De jongerenbarema's werden afgeschaft vanaf 30 april 2009.

Bedienden die volgens deze barema's werden verloond, werden vanaf 1 mei 2009 volgens de minimumweddenschaal verloond met 0 jaar anciënniteit. Indien het reële loon van deze bedienden hoger was dan de overeenstemmende wedde van hun klasse van de minimumweddenschaal, werd op 1 mei 2009 geen loonaanpassing doorgevoerd. Verdere stappen in het barema werden vanaf 1 mei 2009 gerekend.

Art. 13.Voor de bedienden is de voortschrijding in de weddenschaal van toepassing vanaf de eerste dag van de maand waarin de vereiste anciënniteit bereikt wordt.

Art. 14.De bediende die regelmatig functies uitoefent van verschillende klassen geniet de wedde van de hoogste uitgeoefende functie.

Art. 15.§ 1. Bij overgang naar een hogere klasse wordt de overeenstemmende wedde onmiddellijk toegekend. § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1 geldt volgende regeling in geval van promotie met tenminste twee klassen, bij dezelfde werkgever of bij een andere werkgever van dezelfde groep :

promotion de

application nouvelle classe

promotie met

toepassing nieuwe klasse

2 classes

après 1 an, en deux étapes

2 klassen

na 1 jaar, in twee stappen

3 classes

après 2 ans, en trois étapes

3 klassen

na 2 jaar, in drie stappen

4 classes

après 3 ans, en quatre étapes

4 klassen

na 3 jaar, in vier stappen

5 classes ou plus

après 4 ans, en cinq étapes

5 klassen of meer

na 4 jaar, in vijf stappen


Tijdens de overgangsperiode loopt de (fictieve) barema-anciënniteit verder.

Art. 16.De prestaties van waterklerk die buiten de normale diensturen gebeuren worden naargelang hun aard, duur en frequentie bezoldigd volgens modaliteiten vast te stellen in de onderneming.

Voor weekends en voor wettelijke feestdagen wordt in een bijzondere toeslag voorzien. Deze toeslag bedraagt 33,47 EUR voor werk op zaterdag en 40,90 EUR voor werk op zondag en op wettelijke feestdagen.

In de ondernemingen waar reeds bijzondere vergoedingen worden toegekend voor werk op weekends en/of op wettelijke feestdagen, worden deze vergoedingen in mindering gebracht op voormelde toeslagen; eventueel gunstigere regelingen blijven behouden.

Voor de toepassing van het vorige lid, is het zaterdagwerk begrepen tussen vrijdag 22 uur en zaterdag 24 uur, zondagwerk is begrepen tussen zondag 0 uur en maandagmorgen 6 uur; werk op wettelijke feestdagen begint om 22 uur op de vooravond en eindigt om 6 uur de dag volgend op de wettelijke feestdag. HOOFDSTUK III. - Jaarpremie

Art. 17.§ 1er. Wordt een jaarlijkse premie uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging van de maand waarin de uitbetaling plaatsgrijpt, aan de bedienden die gelijktijdig aan volgende twee voorwaarden voldoen : a) in dienst zijn op de datum waarop de premie wordt uitbetaald, en b) in de onderneming effectief tewerkgesteld zijn geweest gedurende het ganse refertejaar. § 2. Behoudens andere bepalingen geldend op ondernemingsvlak, valt het refertejaar samen met het kalenderjaar en wordt de jaarpremie betaald op het einde van het jaar. § 3. Voor bedienden wier bezoldiging contractueel samengesteld is uit een vast gedeelte en een veranderlijk gedeelte, is het bedrag van de premie gelijk aan het vast gedeelte van de maand waarin de uitbetaling gebeurt, verhoogd met het maandelijks gemiddelde van de veranderlijke gedeelten die betaald werden in de loop van de twaalf maanden die de maand van uitbetaling van de premie voorafgaan.

Onder "veranderlijke bezoldiging" moet worden verstaan : alle bezoldigingselementen, die niet vast zijn, onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen, en die regelmatig en op voortdurende wijze tijdens het ganse refertejaar werden toegekend.

Voor bedienden wier contractuele bezoldiging volledig veranderlijk is, is het bedrag van de premie gelijk aan het maandelijks gemiddelde van de bezoldigingen die betaald werden in de loop van de twaalf maanden die de maand van uitbetaling van de premie voorafgaan. § 4. De bedienden die in dienst zijn op de datum van de uitbetaling van de premie, maar die slechts in de loop van het refertejaar in dienst van de onderneming zijn getreden of die geen volledige prestaties tellen tijdens het refertejaar, hebben recht op één twaalfde van de premie voor elke volledige maand effectieve prestaties in de onderneming in de loop van het refertejaar. § 5. De bedienden wier arbeidsovereenkomst een einde neemt vóór de datum waarop de premie wordt uitbetaald, hebben recht op het prorata deel van de premie zoals bepaald in § 4 van dit artikel in volgende gevallen : a) de arbeidsovereenkomst werd beëindigd door de werkgever, behoudens in geval van verbreking wegens dringende reden of beëindiging tijdens de proefperiode;b) de arbeidsovereenkomst werd beëindigd door de bediende, behoudens beëindiging tijdens de proefperiode. § 6. Voor de bedienden die in de loop van het refertejaar overstappen van een voltijds naar een deeltijds arbeidsregime of omgekeerd of die in de loop van het refertejaar overstappen van een deeltijds arbeidsregime naar een ander deeltijds arbeidsregime, wordt de premie als volgt vastgesteld : de som van elk maandloon van het refertejaar (exclusief de jaarpremie, het dubbel vakantiegeld en andere veranderlijke bezoldigingselementen die niet regelmatig en op voortdurende wijze worden toegekend) gedeeld door twaalf. § 7. Voor de toepassing van dit artikel worden volgende afwezigheidsperiodes gelijkgesteld met periodes van effectieve arbeid : a) de afwezigheden ingevolge de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake : - jaarlijkse vakantie; - wettelijke feestdagen; - kort verzuim; - educatief verlof; - beroepsziekten; - arbeidsongevallen; - ongevallen overkomen op de weg van en naar het werk; - syndicaal verlof; b) de eerste dertig dagen afwezigheid wegens ziekte, ongeval van gemeen recht of bevallingsrust. HOOFDSTUK IV. - Regeling bij de periodieke actualisering van de sectorale functieclassificatie

Art. 18.Voor de bedienden die reeds in dienst zijn op het ogenblik dat een actualisering in werking treedt en van wie de uitgeoefende functie vergelijkbaar is met één van de nieuwe of gewijzigde voorbeeldfuncties, geldt de hiernavolgende regeling inzake functieklasse, (fictieve) barema-anciënniteit en bezoldiging. Er worden drie gevallen onderscheiden : a) de nieuwe of gewijzigde functie situeert zich in een lagere klasse dan de voorheen toegekende klasse : - toekenning van de lagere functieklasse vanaf de datum van inwerkingtreding van de actualisering; - behoud van de verworven (fictieve) barema-anciënniteit; - behoud van de verworven bezoldiging. b) de nieuwe of gewijzigde functie situeert zich in dezelfde klasse als de voorheen toegekende klasse : - behoud van de functieklasse; - behoud van de verworven (fictieve) barema-anciënniteit; - behoud van de verworven bezoldiging. c) de nieuwe of gewijzigde functie situeert zich in een hogere klasse dan de voorheen toegekende klasse : - toekenning van de hogere functieklasse vanaf de datum van inwerkingtreding van de actualisering; - behoud van de verworven (fictieve) barema-anciënniteit; - onmiddellijke toekenning van het hoger loon. HOOFDSTUK V. - Vaststelling van de gegevens die de afrekening moet bevatten die bij elke definitieve betaling van het loon aan de bediende overhandigd wordt

Art. 19.De afrekening die aan de bediende bij elke definitieve betaling van het loon wordt overhandigd moet de volgende gegevens bevatten : 1. naam en adres werkgever;2. naam en beginletter van de voornaam van de werknemer;3. inschrijvingsnummer van de werknemer bij de werkgever;4. periode waarop de afrekening betrekking heeft; 5. omvang van de prestaties (uren, dagen, maanden, aantal stuks, enz.); 6. basisloon, welke ook de eenheid zij die gebruikt wordt om het vast te stellen (uur-, maand-, stuk-, prestatieloon, enz.); 7. a) in speciën verschuldigde sommen : - voor gepresteerde arbeid (5 x 6); - als toeslag voor overuren; voor feestdagen en inhaalrustdagen; ingevolge wettelijke en conventionele verplichtingen tot behoud van het loon tijdens de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst; - als premies, enz.; b) voordelen in natura.Alleen de sommen verschuldigd als premies, enz., alsmede de voordelen in natura mogen onder één en dezelfde benaming gegroepeerd worden voor zover dit de duidelijkheid niet schaadt; c) totaal brutoloon (7a + 7b);8. inhoudingen voor de sociale zekerheid;9. bedragen vrijgesteld van inhoudingen voor de sociale zekerheid;10. belastbaar bedrag [(7 + 9) - 8];11. bedrag van de bedrijfsvoorheffing (belastingwetgeving), met vermelding van de aan de werknemer toegekende fiscale korting voor overuren;12. bedragen vrijgesteld van belastingen;13. netto toegekende som [(10 + 12) - 11]; 14. af te trekken bedragen (voorschotten, voordelen in natura, boeten, overdracht van en beslag op loon, enz.), zo nodig in bijlage gedetailleerd te vermelden; 15. in speciën te betalen nettobedrag. HOOFDSTUK VI. - Verderzetting koopkrachtverhoging 2010

Art. 20.De in 2010 toegekende koopkrachtverhoging in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009 betreffende de toekenning van een koopkrachtverhoging conform aan het "uitzonderlijk akkoord voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010" van 22 december 2008 en in uitvoering van het sectoraal protocolakkoord 2009-2010 blijft van toepassing na het jaar 2010 conform aan hiernavolgende modaliteiten.

Art. 21.De ondernemingen die geen gebruik maken van de in artikel 22 opgenomen ondernemingsregelingen zullen de koopkrachtverhoging van 250 EUR van 2010 voor de jaren 2011 en 2012 in ecocheques toekennen volgens onderstaande modaliteiten. - de toekenning van de ecocheques gebeurt conform de bepalingen van de Nationale Arbeidsraad-collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98, en meer bepaald de bepalingen van artikel 6, § 1; - de referteperiode valt samen met het kalenderjaar; - de toekenning vindt plaats in de loop van de maand december van de betrokken referteperiode; - de hoogste nominale waarde per ecocheque bedraagt 10 EUR. - de ecocheque wordt op naam van de bediende geleverd. Deze voorwaarde wordt geacht vervuld te zijn als de toekenning ervan de de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de bediende overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten; - op de ecocheque wordt bovendien duidelijk vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en slechts mag worden aangewend voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de Nationale Arbeidsraad-collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98.

Art. 22.Mits schriftelijk ondernemingsakkoord kan de koopkrachtverhoging van 2010 voor de jaren 2011 en 2012 verder worden ingevuld op ondernemingsvlak voor zover de totale kost met inbegrip van eventuele lasten eigen aan het gekozen voordeel een bedrag van 250 EUR per werknemer per kalenderjaar niet overschrijdt en voor zover volgende modaliteiten worden nageleefd : - ondernemingsakkoorden van onbepaalde duur van 2009-2010 lopen verder; - ondernemingsakkoorden van bepaalde duur van 2009-2010 kunnen opnieuw verlengd worden met registratie vóór 30 oktober 2011 bij de voorzitter van het paritair comité; - nieuwe akkoorden met registratie vóór 30 oktober 2011 bij de voorzitter van het paritair comite.

Deze ondernemingsakkoorden (verlengingen of nieuwe) worden gesloten met de geëigende overlegorganen.

Bij ontstentenis van geëigende overlegorgaan in de onderneming worden de ondernemingsakkoorden ter goedkeuring voorgelegd aan de werkgroep algemene zaken van het paritair comité.

Deze verlengde of nieuwe akkoorden moeten vóór 30 oktober 2011 neergelegd worden bij de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek op het volgend adres : FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Collectieve betrekkingen Ter attentie van de voorzitter van het paritair comité 226 Italiëlei 124, bus 76 2000 Antwerpen HOOFDSTUK VII. - Koopkrachtverhoging 2011-2012

Art. 23.De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling van het koninklijk besluit van 28 maart 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2011 pub. 01/04/2011 numac 2011201603 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst sociale zekerheid federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 28/03/2011 pub. 14/07/2011 numac 2011203202 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Rechtzetting sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen wordt als volgt ingevuld : - op 1 april 2012 worden de werkelijke wedden evenals de toepasselijke weddeschaal, met inbegrip van de huisweddeschalen verhoogd met 10,00 EUR (maandbasis). Voor deeltijds tewerkgestelde bedienden wordt dat bedrag herleid in functie van het toepasselijke arbeidsregime. - op 1 oktober 2012 worden de werkelijke wedden evenals de toepasselijke weddeschaal, met inbegrip van de huisweddeschalen verhoogd met 10,00 EUR (maandbasis). Voor deeltijds tewerkgestelde bedienden wordt dat bedrag herleid in functie van het toepasselijke arbeidsregime. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 24.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 16 maart 2010) houdt op uitwerking te hebben op 30 april 2011.

Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 2011 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december 2012.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^