5 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een facultatieve toelage van 67.000 EUR aan de « v.z.w. Climate Action Network Europe »

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2003 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004, inzonderheid programma 25.55.2;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op de artikelen 14 en 22;

Overwegende dat België een belangrijke rol speelt bij de bepaling van het Europese beleid inzake klimaatwijziging en de standpunten van de Europese Unie in de internationale onderhandelingen over dit onderwerp;

Overwegende dat de Europese Commissie, in uitvoering van artikel 30 van de Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad, ten laatste op 30 juni 2006, aan de Raad en het Europees Parlement een verslag zal voorleggen over de toepassing van deze richtlijn, eventueel vergezeld van wetgevende voorstellen;

Overwegende dat de v.z.w. Climate Action Network Europe een Europees netwerk van niet-gouvernementele organisaties, die gespecialiseerd zijn in de klimaatproblematiek, coördineert en hierdoor bijdraagt tot de ondersteuning van het maatschappelijk debat over het klimaatbeleid en de sensibilisering van de publieke opinie hierover in België en in Europa;

Overwegende dat het ondersteunde initiatief ertoe bijdraagt dat Leefmilieu een groter maatschappelijk draagvlak verwerft;

Overwegende dat het opportuun is tussen te komen in de werkingskosten van de v.z.w. Climate Action Network Europe zodat zij de participatie van de Europese milieubeweging aan het debat over de maatregelen, te nemen in het kader van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling en van het Nationaal Klimaatplan, kan stimuleren en coördineren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een facultatieve toelage van 67.000 EUR aan te rekenen op het krediet voorzien bij de organisatieafdeling 55, basisallocatie 22.33.21.70. (programma 2) van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, voor het begrotingsjaar 2004, wordt toegekend aan de « v.z.w. Climate Action Network Europe (v.z.w. CAN-Europe) » met zetel te 1210 Brussel, Liefdadigheidsstraat 48, vertegenwoordigd door Karla Schoeters, Directeur, als tegemoetkoming in de werkingskosten van de organisatie, teweeggebracht door de in artikel 3, § 2, vermelde taken.

Art. 2.De periode gedekt door de toelage neemt een aanvang op 1 december 2004 en eindigt op 30 november 2005.

Art. 3.§ 1 De toelage is bestemd om de personeels-, administratie- en creatiekosten te dekken door de begunstigde vereniging gemaakt voor de taken vermeld in artikel 3, § 2. § 2 De v.z.w. CAN-Europe zal instaan voor de volgende opdrachten en derhalve de Minister als volgt informeren: 1° Activiteiten waarover halfjaarlijks dient te worden gerapporteerd: a) Werkzaamheden op het niveau van de opvolging van volgende internationale onderhandelingen, inclusief een stand van zaken van deze onderhandelingen: - Deelname aan de Zittingen van de Conferentie van de Partijen bij het VN Raamverdrag Klimaatverandering en van haar Hulporganen, en aan overige activiteiten georganiseerd in dit verband; - Inwerkingtreding en uitvoering van het Protocol van Kyoto, met inbegrip van de activiteiten van de CDM Executive Board; - Ontwikkeling van het internationale klimaatbeleid na 2012 en op de middellange en lange termijn, met inbegrip van emissiedoelstellingen, de rol van aanpassing aan klimaatverandering, de rol van technologieën en de architectuur van het regime en met daarin bijzonder aandacht voor de invulling van het criterium gemeen-schappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden'; - Werkzaamheden inzake het bevorderen van synergieën van het VN Klimaatverdrag met andere multilaterale milieuverdragen, inzonderheid de zgn. Rio-verdragen en met andere internationale beleidsprocessen waar klimaatverandering een thema is; - Werkzaamheden in het kader van de Johannesburg Renewable Energy Coalition; - Werkzaamheden in het kader van 31e Top van de grootste industriële mogendheden (de zgn. G8) in juli 2005, met inbegrip van de voorbereiding en opvolging van deze G8-Top; b) Werkzaamheden in het kader van Europese wetgeving en overige ontwikkelingen inzake het klimaatbeleid van de Europese Unie : - Initiatieven van de Europese Commissie in het kader van het Europese Programma inzake Klimaatverandering (ECCP); - Ontwikkelingen in het kader van het Europese Actieprogramma inzake milieutechnologie; - Ontwikkelingen in het kader van de Europese Strategie Duurzame Ontwikkeling en de Lissabon-strategie; - Evaluatie en verdere ontwikkeling van de richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, met inbegrip van de eventuele uitbreiding van de regeling met emissies uit de luchtvaartsector; - Voorstellen voor een verordening inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen en een richtlijn inzake het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen voor airconditioning in voertuigen; - Actieplan inzake klimaatverandering in de context van ontwikkelingssamenwerking; - De emissiereductiestrategie op de middellange en korte termijn, zoals die zal worden besproken door de Europese Raad in maart 2005, met inbegrip van de insteek van de verschillende formaties van de Raad van de Europese Unie en de kostenbatenanalyse die door de Europese Commissie in dit verband zal worden uitgevoerd; 2° Activiteiten waarover ook in het eindverslag dient te worden gerapporteerd : a) Ondersteuning van de werkzaamheden van de aangesloten verenigingen en instellingen van « CAN-Europe » in hun activiteiten inzake advies over het Belgische federale en nationale klimaatbeleid, inzonderheid het Nationale Klimaatplan;b) Vertegenwoordiging in usergroepen van Belgische onderzoeksprojecten;c) Ondersteuning van de werkzaamheden van de aangesloten verenigingen en instellingen van « CAN-Europe » in hun activiteiten inzake bewustmaking en sensibilisering over klimaatverandering en klimaatbeleid van beleidsdoelgroepen in België;d) Op vraag van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu verstrekte adviezen over het internationaal, Europees en Belgisch klimaatbeleid.

Art. 4.Het bedrag van de toelage zal uitbetaald worden in drie schijven: - een eerste schijf van 50 %, zijnde 33.500 EUR vanaf de kennisgeving van de subsidie, op voorlegging van een deugdelijk en onvergolden verklaarde schuldvordering; - een tweede schijf van 25 % zijnde 16.750 EUR na zes maanden, op voorlegging van een deugdelijk en onvergolden verklaarde schuldvordering, vergezeld van de nodige bewijsstukken en de eerste halfjaarlijkse rapportering over de werkzaamheden bedoeld in artikel 3, § 2, 1; - een derde schijf van 25 % zijnde 16.750 EUR na de goedkeuring door de Minister van de uitgaven met betrekking tot de in artikel 3, § 2, vermelde werkzaamheden die zijn aangetoond tijdens de periode 1 december 2004- 30 november 2005, op voorlegging van een deugdelijk en onvergolden verklaarde schuldvordering - vergezeld van de nodige bewijsstukken - evenals een staat van inkomsten en uitgaven m.b.t. deze activiteiten en het eindrapport van de activiteiten (cf. art. 5, 3e alinea).

Art. 5.De toegekende bedragen zullen gestort worden op rekeningnummer 210-0989480-35 van de v.z.w. Can Europe, Liefdadigheidsstraat 48, te 1210 Brussel.

De vorderingen voor uitbetaling van de toelage worden - ten laatste op 2 december 2005 - in drie exemplaren ingediend bij het Directoraat- generaal bescherming Volksgezondheid : Leefmilieu, R.A.C., Vesaliusgebouw V 7, Oratoriënberg 20, bus 3, te 1010 Brussel, of elk ander adres dat later wordt meegedeeld door het DG Leefmilieu.

Het definitief verslag over de activiteiten zal ten laatste op 2 december 2005 en in drie exemplaren, ingediend worden bij het Directoraat- generaal Leefmilieu. Eén copie van het verslag dient daarenboven - tesamen met de schuldvordering - overgemaakt te worden aan het DG Leefmilieu.

Art. 6.Onze Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel op 5 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK