gepubliceerd op 12 oktober 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen
5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 december 1993, laatst verlengd en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003, geregistreerd onder het nummer 67890/CO/128.02;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
Op voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 20 december 1993, Belgisch Staatsblad van 4 februari 1994.
Bijlage Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakersen de maatwerkers Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2005 Verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 2 augustus 2005 onder het nummer 75941/CO/128.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers.
Art. 2.De brugpensioenregeling op 58 jaar in de sector van de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers wordt, zoals ingesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 (koninklijk besluit van 20 december 1993, Belgisch Staatsblad van 4 februari 1994), verlengd en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 20 juni 1995, 30 juni 1997, 25 mei 1999, 28 mei 2001 en van 20 mei 2003, verder van toepassing verklaard tot 31 december 2006.
Art. 3.Brugpensioen na tijdskrediet Berekening van de aanvullende vergoeding in geval van conventioneel brugpensioen van de werknemer die de laatste 20 jaar voorafgaand aan het brugpensioen minstens 10 jaar voltijds in de onderneming heeft gewerkt : - als de werknemer overgaat van een loopbaanvermindering of een halftijdse betrekking in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis op het systeem van conventioneel brugpensioen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en de sector-collectieve arbeidsovereenkomst brugpensioen, dan gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het voltijds referte-loon; - als de werknemer overgaat van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties in het kader van het tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis op het systeem van conventioneel brugpensioen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en de sector-collectieve arbeidsovereenkomst brugpensioen, dan gebeurt de berekening van de aanvullende vergoeding op basis van het referteloon dat overeenstemt met het arbeidsregime voorafgaand aan de schorsing van de arbeidsprestaties.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en geldt tot 31 december 2006.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN