gepubliceerd op 25 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar
5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2005 Brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2005 onder het nummer 73934/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel. HOOFDSTUK II. - Brugpensioen op 58 jaar
Art. 2.De brugpensioenleeftijd, bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, wordt vanaf 1 juli 2005 tot 30 juni 2008 verlaagd tot 58 jaar voor de werknemers met een beroepsloopbaan van 25 jaar en 10 jaar ononderbroken anciënniteit in de sector.
Art. 3.De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto maandloon en de normale werkloosheidsuitkering.
Het laatste bruto maandloon voor een volledige maand, berekend en geplafoneerd volgens de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad wordt als refertemaand genomen voor de berekening van het laatste netto maandloon. Voor de vaststelling van het netto maandloon wordt voor de werklieden en werksters de inhouding van de sociale zekerheid berekend op 100 pct. van het loon en niet op 108 pct.
Het laatste bruto maandloon omvat enerzijds de wedde van de laatste volledige kalendermaand en de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemer verrichte prestaties waarop de inhouding voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt.
Op deze bijkomende vergoeding worden desgevallend de wettelijke inhoudingen verricht.
Art. 4.De regeling van dit conventioneel brugpensioen geldt voor de werknemers van 58 jaar en ouder en die, rekening houdend met de in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad voorziene overlegprocedure, worden ontslagen, behalve om dringende redenen.
De datum die in acht moet worden genomen om de leeftijd en de anciënniteitsvoorwaarden te bepalen is deze waarop de arbeidsovereenkomst effectief verstrijkt.
De opzeggingstermijnen zijn deze die bepaald zijn overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en treedt buiten werking op 30 juni 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN