gepubliceerd op 14 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Intersectoraal Sociaal Fonds BICO " en tot vaststelling van de statuten (1)
5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Intersectoraal Sociaal Fonds BICO (ISFB)" en tot vaststelling van de statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Intersectoraal Sociaal Fonds BICO (ISFB)" en tot vaststelling van de statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2002 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Intersectoraal Sociaal Fonds BICO (ISFB)" en vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64930/CO/319) A. Oprichting
Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1, eerste lid, 1°, van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) richten de paritaire comités een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bicommunautaire werkgevers en alle werknemers behorend tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 september 2002 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd vóór 30 juni van ieder jaar, met uitwerking op 1 januari van het daaropvolgende jaar.
De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten. De voorzitter laat een kopie van de opzegging geworden aan elk van de ondertekenende partijen.
B. Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming
Art. 4.Met ingang van 1 september 2002 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Intersectoraal Sociaal Fonds BICO (ISFB)".
De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Handelskaai 48. Deze zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het fonds elders overgeplaatst worden. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 5.Het fonds, opgericht door deze collectieve arbeidsovereenkomst, verzekert de financiering van tewerkstellings- en vormingsinitiatieven. Hiertoe ontvangt en beheert het fonds de sommen van de bijdragevermindering komende uit de "niet-recurrente" reserves van het "Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de instellingen en diensten behorend tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" en die behoren tot het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en aan bedoeld fonds gestort door het "Federaal terugvorderingsfonds" opgericht bij koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 6.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit : - de som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5, alinea 1, van deze overeenkomst, met inbegrip van de renten; - de andere geldmiddelen die zouden toegekend worden door of krachtens een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 7.De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de raad van beheer voorzien bij artikel 11. HOOFDSTUK IV. - Beheer
Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van beheer samengesteld uit tien effectieve leden.
Deze leden worden aangeduid door het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 9.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor dezelfde periode als deze van hun mandaat als lid van het paritair comité.
Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.
Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.
De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.
Art. 10.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het fonds.
Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.
Art. 11.De raad van beheer kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.
Hij duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.
Art. 12.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958, deze statuten en het koninklijk besluit van 5 februari 1997.
Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad van beheer aangesteld.
De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten; - aan de bevoegde instanties de verslagen voorzien door en/of krachtens het koninklijk besluit van 5 februari 1997 over te maken.
Art. 13.De raad van beheer vergadert minstens eenmaal per semester.
De raad vergadert, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft van zijn leden, hetzij op vraag van één der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.
De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.
De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.
Art. 14.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
Art. 15.Behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer, worden zijn beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden. HOOFDSTUK V. - Controle
Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het fonds een bedrijfsrevisor aan ter controle van het beheer van het fonds. De revisor brengt minstens éénmaal per jaar verslag uit over zijn opdracht aan het paritair comité. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen
Art. 17.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening
Art. 18.Het fonds is opgericht voor een onbepaalde duur.
Art. 19.Het wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals voorzien in artikel 3.
Art. 20.Het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en duidt de bestemming van het vermogen aan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN