Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2002
gepubliceerd op 22 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013080
pub.
22/10/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/04/2002013080/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58077/CO/118.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de maalderijen en ondernemingen van roggebloem. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Wekelijkse arbeidsduur

Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur wordt verdeeld over de eerste vijf dagen van de week, uitgezonderd in de bij artikel 12 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) bepaalde gevallen.

In de ondernemingen waar het werk met opeenvolgende ploegen is georganiseerd, mogen de arbeiders van de nachtploeg uiterlijk tot de zaterdagmorgen 6 uur worden tewerkgesteld, op voorwaarde dat het werk in de onderneming niet voor 6 uur 's morgens van de volgende maandag wordt hervat. HOOFDSTUK III. - Indeling van de werklieden en werksters

Art. 3.De arbeiders worden als volgt in vier categorieën ingedeeld : 1. Categorie A (hulparbeiders) : - magazijnarbeider; - "zakkenvuller en weger" van korengrind en afval; - reiniger van ledige zakken; - zakkendrager; - nachtwaker; - steenkoolruier. 2. Categorie B (geoefende werklieden) : - geoefende graanlosser uit boten; - graanreiniger; - zifter; - builer; - geoefende zakkenvuller-bloemweger; - paardengeleider. 3. Categorie C (geschoolde arbeider) : - machinist; - ketelstoker; - bediener van de cilinder; - geoefende toezichter over de graanreiniger; - groevenmaker; - bestuurder van autovoertuigen. 4. Categorie D (vaklieden) : - molenbestuurder (arbeider die verantwoordelijk is voor het besturen van een molen met een dagelijkse maximumcapaciteit van 150 zakken); - bankwerker; - elektricien; - smid; - metselaar; - schrijnwerker; - schilder, enz. HOOFDSTUK IV. - Uurlonen

Art. 4.Op 1 mei 2001 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze minimumuurlonen worden verhoogd op 1 juni 2002 met 1 pct. en op 1 november 2002 met een percentage bepaald overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de loonevolutie 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.

Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.

Art. 5.Het minimumuurloon van de categorie D (vaklieden) wordt vastgesteld door overeenkomst tussen partijen volgens de plaatselijke gebruiken. Het mag evenwel niet lager zijn dan het minimumuurloon van de categorie C (geschoolde arbeiders).

Art. 6.In afwijking op artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 4 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 7.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. Zij stemmen overeen met de stabilisatieschijf 102,82 inbegrepen - 106,98 niet inbegrepen, zoals deze voortvloeit uit de toepassing van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Premie voor nacht- en ploegenarbeid

Art. 8.Wordt als nachtarbeid aangezien, het werk verricht tussen 22 en 6 uur.

Nochtans wordt het werk door de morgenploeg of de namiddagploeg verricht tussen 5 en 6 uur of tussen 22 en 23 uur niet aangezien als nachtarbeid.

Art. 9.Arbeid in twee of drie ploegen geeft recht op de volgende toeslagen op het uurloon : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 10.Nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 pct. op het uurloon, onafgezien de eventuele 7,5 pct. toeslag voor ploegenarbeid voorzien in artikel 9.

Deze 20 pct. toeslag mag verleend worden hetzij in loon, hetzij in betaalde compensatierust.

Art. 11.Indien de toeslag voor de nachtarbeid in betaalde compensatierust verleend wordt, dan geschiedt dit op zulke wijze dat deze in de loop der daarop volgende kalendermaand vereffend is.

Ingeval de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft, lager is dan het aantal arbeidsuren van een normale arbeidsdag, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 10 in loon uitbetaald.

Is de betaalde compensatierust waarop de arbeider recht heeft gelijk aan het aantal uren van één of meer arbeidsdagen, dan wordt de toeslag voorzien bij artikel 10, in betaalde vergeldende rustdagen of in loon verleend.

Indien, na toepassing van de betaalde vergeldende rustdagen een saldo in uren overblijft, onvoldoende om een volledige dag betaalde compensatierust te verlenen, dan wordt het saldo in loon uitbetaald.

Art. 12.De toepassing van de artikelen 8 tot 11 mag geen vermindering van de globale gemiddelde bezoldiging (loon + toeslagen), of geen verhoging van de gemiddelde arbeidsduur tot gevolg hebben. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de maalderijen en ondernemingen van roggebloem, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 november 2000 (Belgisch Staatsblad van 7 december 2000).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

De bepalingen voorzien in artikel 2 worden opgeheven op 1 januari 2002.

Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar : De in artikel 4, vermelde minimumuurlonen op 1 mei 2001 bedragen in Belgische frank : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^