gepubliceerd op 21 november 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
4 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 november 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 8 februari 2018 onder het nummer 144394/CO/330) HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor gezondheidsinrichtingen en -diensten, met uitzondering van inrichtingen en -diensten waarvoor een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, mits rekening te houden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.
Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen welke voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.
Art. 3.De opsomming van de functies gerangschikt in de verschillende hierna vastgestelde categorieën geldt als voorbeeld en is niet beperkend. HOOFDSTUK II. - Werknemers die in hoofdzaak handenarbeid verrichten 1. Beroepsclassificatie Art.4. De werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten zijn in vijf categorieën ingedeeld, bepaald als volgt : Eerste categorie - Ongeschoolden : Hulparbeiders, schoonmaker, dienstbode, nachtwaker, huisbewaarder, ongeschoolde landarbeider.
Tweede categorie - Halfgeschoolden : Wasvrouw, helper-tuinier, ketelstoker, werkman in laboratorium, strijkster, linnennaaister, niet-gediplomeerde bomensnoeier, portier, helper van geschoolde arbeider.
Derde categorie - Geschoolden : Slager, bakker, schoenmaker, elektricien, tuinier, metselaar, schrijnwerker, loodgieter, monteur, schilder, kleermaker, glazeninzetter, ontsmetter, matrassenmaker, werkman voor radiografie, werkman voor lijkschouwing, magazijnier, autobestuurder, nachtwaker met dienst in de zalen, bomensnoeier houder van een studiegetuigschrift, verzorger van proefdieren, geschoolde landarbeider.
Worden als "geschoolde landarbeiders" aangezien : 1° de werklieden houders van een studiegetuigschrift van de landbouwscholen, of 2° de werklieden die alle opgelegde werken volledig uitvoeren op zelfstandige wijze en die eventueel bekwaam zijn de werktuigen of machines welke zij gebruiken zelf te regelen, met uitsluiting van het werk van mecanicien, of 3° de werklieden die bekwaam zijn volledig in de onderhoudszorgen van de veestapel te voorzien. Vierde categorie - Meer dan geschoolden : De werknemers die houder zijn van een diploma of een attest waaruit hun kwalificaties onbetwistbaar blijkt, zoals : kleermaker, kledingsnijder, linnennaaister-snijdster, linnennaaister-kleermaakster, bestuurder van ziekenauto met diploma van ambulancier, bakker, schoenmaker, tuinier, mecanicien, loodgieter van sanitaire installaties, meubelmaker, schrijnwerker, elektricien, kok.
Vijfde categorie - Meesterpersoneel : De werklieden die voor een groep werklieden verantwoordelijk zijn, zoals : chef, meestergast, chef-kleermaker, chef van de wasserij, chef van de strijkerij, chef-schoenmaker, chef-tuinier. 2. Lonen Art.5. De schalen van de minimum jaarlonen voor het werkliedenpersoneel worden als volgt vastgesteld :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
0
21 893,76
21 912,43
21 931,10
21 949,77
22 371,73
1
21 897,35
21 918,02
21 932,48
21 982,36
22 447,41
2
21 900,93
21 923,61
21 933,85
22 041,29
22 523,12
3
21 904,52
21 929,20
21 935,23
22 150,16
22 598,83
4
21 904,52
21 929,20
21 935,23
22 150,16
22 598,83
5
21 908,11
21 934,79
21 962,30
22 253,52
22 702,16
6
21 908,11
21 934,79
21 962,30
22 253,52
22 702,16
7
21 911,70
21 940,38
22 039,04
22 356,87
22 805,52
8
21 911,70
21 940,38
22 039,04
22 356,87
22 805,52
9
21 915,29
21 945,97
22 142,37
22 460,21
22 908,85
10
21 915,29
21 945,97
22 142,37
22 460,21
22 908,85
11
21 918,87
21 951,56
22 245,73
22 563,56
23 012,21
12
21 918,87
21 951,56
22 245,73
22 563,56
23 012,21
13
21 922,46
21 959,79
22 349,08
22 666,91
23 115,57
14
21 922,46
21 959,79
22 349,08
22 666,91
23 115,57
15
21 926,05
22 004,13
22 452,42
22 770,26
23 218,90
16
21 926,05
22 004,13
22 452,42
22 770,26
23 218,90
17
21 929,64
22 107,49
22 555,78
22 873,61
23 322,26
18
21 929,64
22 107,49
22 555,78
22 873,61
23 322,26
19
21 933,22
22 210,84
22 659,11
22 991,12
23 439,77
20
21 933,22
22 210,84
22 659,11
22 991,12
23 439,77
21
21 962,64
22 314,18
22 762,47
23 108,65
23 557,30
22
21 962,64
22 314,18
22 762,47
23 108,65
23 557,30
23
22 039,39
22 417,52
22 865,83
23 226,16
23 674,82
24
22 039,39
22 417,52
22 865,83
23 226,16
23 674,82
25
22 116,12
22 520,87
22 969,16
23 343,68
23 909,09
26
22 116,12
22 520,87
22 969,16
23 343,68
23 909,09
27
22 116,12
22 624,22
23 072,52
23 461,21
24 184,47
28
22 116,12
22 624,22
23 072,52
23 461,21
24 184,47
29
22 116,12
22 624,22
23 072,52
23 461,21
24 184,47
30
22 116,12
22 624,22
23 072,52
23 461,21
24 184,47
31
22 116,12
22 624,22
23 072,52
23 461,21
24 184,47
HOOFDSTUK III. - Werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten 1. Beroepenclassificatie a) Administratief personeel Art.6. Het administratief personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald : Eerste categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met het leerplan van het lager onderwijs en welke voldoende is voor het uitoefenen van functies van het laagste niveau onder deze welke bij de wet of de rechtspraak als van intellectuele aard worden erkend;2° de juiste uitvoering van eenvoudig werk van secundaire aard. Voorbeelden : Bediende die in hoofdzaak is belast met eenvoudig schrijfwerk, rekenwerk, inschrijvingen in registers, het houden van steekkaarten, het opmaken van overzichten of van staten of alle bijkomend werk van hetzelfde niveau, dat niet verder gaat dan louter kopieerwerk; telefonist van enkelvoudige post.
Opmerking : in de mate waarin de uitgeoefende functies beantwoorden aan de onder 1° hierboven vermelde maatstaf, worden de volgende beroepen in de eerste categorie ingedeeld : huisbewaarder; portier; kamerbewaarder; nachtwaker; liftjongen.
Twee categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° het verwerven, door onderwijs of door praktijk, van kennis gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door volledig onderwijs van de vierde graad of door de eerste drie jaren van de middelbare graad;2° de uitvoering van eenvoudige, weinig uiteenlopende werkzaamheden, waarvoor de verantwoordelijkheid door een rechtstreekse en bestendige controle is beperkt;3° een beperkte tijd van aanpassing om het verwerven van handigheid in een bepaald werk mogelijk te maken. Voorbeelden : - economaatklerk (inventarissen, verdelingen, verificaties); - telefonist van centrale of belast met het beantwoorden van de oproepen op eigen initiatief; - bediende belast met de ontvangst; - typist (40 woorden per minuut); - beginnende stenotypist; - bediende belast met elementaire boekhouding.
Derde categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° een praktische vorming gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen hetzij door volledig middelbaar onderwijs, hetzij door middelbaar onderwijs van de lagere graad aangevuld met speciaal vakonderwijs of door het verwerven van een beroepsopleiding door stages of door het uitoefenen van identieke of gelijkaardige betrekkingen;2° de uitvoering van een zelfstandig en gevarieerd werk, dat doorgaans initiatief en overleg vergt van degene die het verricht en waaraan de verantwoordelijkheid van de uitvoering ervan is verbonden. Voorbeelden : - tariefberekenaar; - bediende die nota's en facturen opmaakt; - typist die berichten en gewone briefwisseling verzorgt aan de hand van summiere aanwijzingen; - stenotypist (100 woorden per minuut bij het stenograferen, 40 woorden per minuut bij het typen) in één enkele landstaal; - bediende van de dienst "lonen en sociale wetten" die de verschillende werkzaamheden van de dienst kan verrichten; - hulpboekhouder; - kassier.
Vierde categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° een vorming gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door volledig middelbaar onderwijs, aangevuld met speciaal vakonderwijs van eenzelfde niveau of de verwerving van een praktische opleiding door stages of door het bekleden van identieke of gelijkaardige betrekkingen;2° een beperkte tijd van aanpassing;3° een meer uiteenlopend zelfstandig werk dat vanwege hem die het uitvoert een meer dan middelmatige vakkennis, initiatief en verantwoordelijkheidszin vereisen;4° de mogelijkheid om al de bestanddelen van de hun toevertrouwde werkzaamheden samen te voegen, eventueel met de hulp van de bedienden van de lagere categorieën. Voorbeelden : - stenotypist-secretaris bekwaam om initiatieven te nemen; - stenotypist die in de twee landstalen of in één landstaal en in één vreemde taal kan werken; - hoofdbediende van de dienst "lonen en sociale wetten"; - boekhouder; - hoofdbediende van het economaat.
Vijfde categorie : Personeel in het bezit van een diploma uitgereikt door een school van hoger technisch onderwijs en vereist bij de aanwerving.
Voorbeelden : sociaal assistent of secretaris met een diploma van een school van hoger technisch onderwijs A1. b) Technisch en paramedisch personeel Art.7. Het technisch en paramedisch personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald : Eerste categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door lager onderwijs tot en met de 4de graad;2° de juiste uitvoering van een eenvoudig werk dat generlei verantwoordelijkheid vereist;3° een periode van aanpassing van zeer beperkte duur, welke meestal slechts het op de hoogte brengen is. Voorbeelden : - laboratoriumjongen (ontsmetting, opruiming, boodschappen); - hulplaborant-beginneling, belast onder meer met analyses, eenvoudige preparaten, die onder controle werkt.
Tweede categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door middelbare studies van de lagere graad;2° een eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor hoofdzakelijk kwaliteiten van oplettendheid worden vereist en dat wordt uitgevoerd volgens een bepaalde maatstaf onder rechtstreekse controle;3° een periode van aanpassing van een bepaalde duur waardoor in een gespecialiseerd werk handigheid wordt verkregen. Voorbeelden : - technicus van de donkere kamer, belast met het ontwikkelen van de röntgenplaten; - hulplaborant, met drie jaar praktijk;
Derde categorie : Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1° het verwerven van kennis welke overeenstemt met deze verkregen door middelbare studies van de lagere graad of door een beroepsvorming verkregen door de praktijk of door de uitoefening van identieke of gelijkaardige beroepen;2° het zelfstandig uitvoeren van een werk dat initiatief, redenering en praktijk in het behandelen van gespecialiseerde apparaten vergt. Voorbeelden : - technicus die onder de richtlijnen van een dokter de medische toestellen doet werken (radiografie, radiotherapie, elektro-encefalografen, elektrocardiogram, basaal metabolisme, enz.); - technicus in de lijkkamers.
Vierde categorie : Personeel houder van een diploma dat werd afgeleverd door een school voor hoger middelbaar technisch onderwijs en vereist bij de indienstneming.
Vijfde categorie : Personeel houder van een diploma dat werd afgeleverd door een school voor hoger technisch onderwijs of daarmee gelijkgesteld en vereist bij de indienstneming. c) Verplegingspersoneel Art.8. Het verplegingspersoneel wordt in de volgende zes categorieën ingedeeld : Eerste categorie : Verzorgingshelper.
Tweede categorie : Sanitaire helper of kinderverzorgster.
Derde categorie : - Ziekenhuisassistent gebrevetteerd in de zin van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957; - Ziekenhuisoppasser in de zin van het besluit van de Regent van 11 januari 1946 tot invoering van een getuigschrift van ziekenhuisoppasster en tot oprichting der studies strekkende tot de verkrijging ervan; - Verzorger in de zin van het ministerieel besluit van 14 september 1926 betreffende de inrichting van éénjarige cursussen tot het oppassen van zieken.
Vierde categorie : Ziekenhuisverpleger, gebrevetteerd in de zin van het koninklijk besluit van 9 juli 1960.
Vijfde categorie : Gegradueerde verpleger en vroedvrouw.
Zesde categorie : Gegradueerde sociale verpleger en gegradueerde verpleger in het bezit van een diploma van bijkomende specialisatie, wanneer deze diploma's bij de indienstneming worden vereist. 2. Lonen a) Administratief personeel Art.9. De schalen van de minimum jaarlonen worden als volgt vastgesteld :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
0
21 893,76
21 895,08
21 910,64
22 375,88
23 710,58
1
21 894,31
21 899,62
22 089,85
22 555,09
23 919,69
2
21 894,86
21 904,17
22 269,07
22 734,31
24 157,23
3
21 895,41
21 908,71
22 448,27
22 913,54
24 598,90
4
21 895,41
21 908,71
22 448,27
22 913,54
24 598,90
5
21 895,96
21 913,26
22 621,10
23 092,74
25 190,05
6
21 895,96
21 913,26
22 621,10
23 092,74
25 190,05
7
21 896,51
21 932,23
22 793,92
23 331,75
27 234,17
8
21 896,51
21 932,23
22 793,92
23 331,75
27 234,17
9
21 897,06
22 081,90
23 212,34
24 149,22
28 213,71
10
21 897,06
22 081,90
23 212,34
24 149,22
28 213,71
11
21 897,61
22 231,57
23 736,74
25 248,39
29 193,26
12
21 897,61
22 231,57
23 736,74
25 248,39
29 193,26
13
21 900,79
22 381,23
24 698,60
26 210,24
30 095,35
14
21 900,79
22 381,23
24 698,60
26 210,24
30 095,35
15
22 004,13
22 619,73
25 660,45
27 172,10
30 997,40
16
22 004,13
22 619,73
25 660,45
27 172,10
32 233,27
17
22 107,49
22 858,23
26 622,31
28 133,93
33 138,80
18
22 107,49
22 858,23
26 622,31
28 133,93
33 647,92
19
22 210,84
23 096,72
27 584,18
29 095,81
34 549,98
20
22 210,84
23 096,72
27 584,18
29 095,81
34 549,98
21
22 314,18
23 335,20
28 546,04
30 057,68
35 452,04
22
22 314,18
23 335,20
28 546,04
30 057,68
35 452,04
23
22 417,52
23 604,44
29 507,90
31 019,54
36 354,10
24
22 417,52
23 604,44
29 507,90
31 019,54
36 354,10
25
22 520,87
24 153,80
30 469,74
31 981,39
37 256,17
26
22 520,87
24 153,80
30 469,74
31 981,39
37 256,17
27
22 624,22
24 703,17
31 431,60
32 943,24
38 158,22
28
22 624,22
24 703,17
31 431,60
32 943,24
38 158,22
29
22 624,22
25 252,53
32 393,46
33 905,10
38 701,68
30
22 624,22
25 252,53
32 393,46
33 905,10
38 701,68
31
22 624,22
25 252,53
32 393,46
33 905,10
38 701,68
b) Technisch en paramedisch personeel Art.10. De schalen van de minimum jaarlonen worden als volgt vastgesteld :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
0
21 893,76
21 950,11
22 615,04
22 913,87
23 920,70
1
21 894,31
21 972,28
22 764,74
23 093,10
24 401,91
2
21 894,86
21 994,45
22 914,39
23 272,30
24 883,09
3
21 895,41
22 040,50
23 064,05
23 451,52
25 364,29
4
21 895,41
22 040,50
23 064,05
23 451,52
25 364,29
5
21 895,96
22 125,80
23 243,26
23 736,63
26 188,79
6
21 895,96
22 125,80
23 243,26
23 736,63
26 188,79
7
21 896,51
22 294,13
23 422,49
24 286,46
28 387,93
8
21 896,51
22 294,13
23 422,49
24 286,46
28 387,93
9
21 897,06
22 462,46
23 668,12
25 385,63
29 212,43
10
21 897,06
22 462,46
23 668,12
25 385,63
30 955,78
11
21 897,61
22 630,80
24 079,87
26 484,77
31 820,31
12
21 897,61
22 630,80
24 079,87
26 484,77
31 820,31
13
21 900,79
22 799,11
24 629,75
27 446,63
32 644,80
14
21 900,79
22 799,11
24 629,75
27 446,63
32 644,80
15
22 004,13
23 037,61
25 179,68
28 408,52
33 469,31
16
22 004,13
23 037,61
25 179,68
28 408,52
34 705,18
17
22 107,49
23 276,11
25 729,52
29 370,37
35 533,13
18
22 107,49
23 276,11
25 729,52
29 370,37
36 042,25
19
22 210,84
23 514,59
26 279,41
30 332,23
37 506,37
20
22 210,84
23 514,59
26 279,41
30 332,23
37 506,37
21
22 314,18
24 015,65
26 829,30
31 294,07
38 308,67
22
22 314,18
24 015,65
26 829,30
31 294,07
38 308,67
23
22 417,52
24 565,02
27 379,20
32 255,94
39 110,99
24
22 417,52
24 565,02
27 379,20
32 255,94
39 110,99
25
22 520,87
25 114,39
27 929,08
33 217,81
39 913,29
26
22 520,87
25 114,39
27 929,08
33 217,81
39 913,29
27
22 624,22
25 663,74
28 478,95
34 179,66
40 715,61
28
22 624,22
25 663,74
28 478,95
34 179,66
40 715,61
29
22 624,22
26 213,10
29 028,82
35 141,52
40 715,61
30
22 624,22
26 213,10
29 028,82
35 141,52
40 715,61
31
22 624,22
26 213,10
29 578,74
35 141,52
40 715,61
c) Verplegingspersoneel Art.11. De schalen van de minimum jaarlonen worden als volgt vastgesteld :
Anc.
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
0
21 893,76
21 950,11
22 615,04
22 913,87
23 920,70
25 652,40
1
21 904,47
21 972,28
22 764,74
23 093,10
24 401,91
26 140,66
2
21 915,18
21 994,45
22 914,39
23 272,30
24 883,09
26 628,92
3
21 925,89
22 040,50
23 064,05
23 451,52
25 364,29
27 117,21
4
21 925,89
22 040,50
23 064,05
23 451,52
25 364,29
27 117,21
5
21 962,30
22 125,80
23 243,26
23 736,63
26 188,79
27 953,91
6
21 962,30
22 125,80
23 243,26
23 736,63
26 188,79
27 953,91
7
22 039,04
22 294,13
23 422,49
24 286,46
28 387,93
30 211,79
8
22 039,04
22 294,13
23 422,49
24 286,46
28 387,93
30 211,79
9
22 142,37
22 462,46
23 668,12
25 385,63
29 212,43
31 048,44
10
22 142,37
22 462,46
23 668,12
25 385,63
30 955,78
31 522,22
11
22 245,73
22 630,80
24 079,87
26 484,77
31 820,31
32 337,36
12
22 245,73
22 630,80
24 079,87
26 484,77
31 820,31
32 337,36
13
22 349,08
22 799,11
24 629,75
27 446,63
32 644,80
33 204,42
14
22 349,08
22 799,11
24 629,75
27 446,63
32 644,80
33 204,42
15
22 452,42
23 037,61
25 179,68
28 408,52
33 469,31
34 096,81
16
22 452,42
23 037,61
25 179,68
28 408,52
34 705,18
35 374,57
17
22 555,78
23 276,11
25 729,52
29 370,37
35 533,13
36 270,57
18
22 555,78
23 276,11
25 729,52
29 370,37
36 042,25
36 796,95
19
22 659,11
23 514,59
26 279,41
30 332,23
37 506,37
38 089,28
20
22 659,11
23 514,59
26 279,41
30 332,23
37 506,37
38 089,28
21
22 762,47
24 015,65
26 829,30
31 294,07
38 308,67
38 903,74
22
22 762,47
24 015,65
26 829,30
31 294,07
38 308,67
38 903,74
23
22 865,83
24 565,02
27 379,20
32 255,94
39 110,99
39 718,22
24
22 865,83
24 565,02
27 379,20
32 255,94
39 110,99
39 718,22
25
22 969,16
25 114,39
27 929,08
33 217,81
39 913,29
40 532,67
26
22 969,16
25 114,39
27 929,08
33 217,81
39 913,29
40 532,67
27
23 072,52
25 663,74
28 478,95
34 179,66
40 715,61
41 347,16
28
23 072,52
25 663,74
28 478,95
34 179,66
40 715,61
41 347,16
29
23 072,52
26 213,10
29 028,82
35 141,52
40 715,61
41 347,16
30
23 072,52
26 213,10
29 028,82
35 141,52
40 715,61
41 347,16
31
23 072,52
26 213,10
29 578,74
35 141,52
40 715,61
41 347,16
3. Bijzondere bepaling Art.12. Op het ogenblik van zijn bevordering van een categorie naar een andere, heeft elke werknemer onmiddellijk recht op de loonschaal van de nieuwe functie welke hij uitoefent, rekening houdend met de verworven anciënniteit. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen a) Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art.13. § 1. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene loonschalen worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (basis 2013), 1 juni 2017.
De aanpassing gebeurt op basis van het 4-maandelijks gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Zij worden aangepast met 2 pct. telkens een volgend spilindexcijfer wordt bereikt. 103,04 105,01 107,20 109,34 111,53 113,76 ...
De loonschalen worden telkens aan de nieuwe spilindex gekoppeld. § 2. Het geïndexeerde maandloon is gelijk aan het door twaalf gedeelde geïndexeerde jaarloon met twee decimalen.
Het geïndexeerde uurloon is gelijk aan het door 1 976 (in het stelsel van de 38-urenweek) gedeelde jaarloon, met vier decimalen.
De afronding gebeurt door het cijfer na de af te ronden decimaal te verwaarlozen als het lager is dan vijf en door het af te ronden decimaal naar de hogere eenheid te brengen als het gelijk is aan of hoger is dan vijf. b) Voordelen in natura Art.14. De werknemers die inwonen moeten de kosten ervan dragen volgens een met de werkgever te sluiten overeenkomst. De inwoningskosten mogen evenwel maandelijks de bedragen niet overschrijden welke zijn vastgesteld bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. c) Onregelmatige arbeidsprestaties Art.15. Aan het personeel dat op zondag, 's nachts of in onderbroken dienst moet werken, dit wil zeggen een dienst bij dag welke met minstens vier achtereenvolgende uren wordt onderbroken, wordt een toeslag van 20 pct. op het werkelijke loon toegekend pro rata de duur van de effectief verrichte onregelmatige arbeidsprestaties. d) Verlof voor deelneming aan examens Art.16. De werknemer mag, mits akkoord van de werkgever, afwezig zijn de dag van een examen dat betrekking heeft op de functies welke worden uitgeoefend in de instelling. e) Gewaarborgd minimumloon Art.17. Een maandelijks minimumloon van 1 758,69 EUR is gewaarborgd aan het personeel. Dit loon omvat de haard- en standplaatsvergoeding.
Het gewaarborgd minimumloon is een recht waarop elke werknemer zich kan beroepen, ongeacht de toekenning van premies, toelagen, vergoedingen en toeslagen van welke aard ook. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2018 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd op vraag van de meest gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden gericht, bij een ter post aangetekende brief, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 2017 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, geregistreerd op 27 maart 2017 met het registratienummer 138556/CO/330.
Art. 20.Ondernemingen die, bij geregistreerde collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak, loonvoordelen hebben toegekend aan hun werknemers, hebben de mogelijkheid om door middel van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst, ondertekend door alle in de syndicale afvaardiging vertegenwoordigde organisaties, af te wijken van de in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegde loonschalen.
Afwijking is slechts mogelijk wanneer de som van de loonschalen toegepast op ondernemingsniveau verhoogd met de waarde van het bij op ondernemingsniveau geregistreerde collectieve arbeidsovereenkomst toegekende voordeel, hoger is dan de corresponderende loonschaal opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden in de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.
De collectieve arbeidsovereenkomst die deze afwijking vastlegt, moet verplicht de waarde van het op bedrijfsniveau toegekende voordeel vermelden, evenals de afwijkende loonschaal die zal worden toegepast op de werknemers van de onderneming.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 november 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS