Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2004
gepubliceerd op 07 juli 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de vakantie, het kort verzuim en de regionale verlofdagen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012123
pub.
07/07/2004
prom.
04/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/04/2004012123/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de vakantie, het kort verzuim en de regionale verlofdagen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de vakantie, het kort verzuim en de regionale verlofdagen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003 Vakantie, kort verzuim en regionale verlofdagen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67678/CO/226) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. HOOFDSTUK II. - Vakantie

Art. 2.De bedienden die tijdens het vakantiedienstjaar 12 maanden effectieve of hiermee gelijkgestelde prestaties hebben geleverd als bediende of arbeider, overeenkomstig de wetgeving inzake jaarlijkse vakantie, hebben in het vakantiejaar recht op een sectorale vakantiedag op te nemen bij de werkgever waar zij op de eerste werkdag van het vakantiejaar in dienst waren.

Art. 3.Volgende anciënniteitsvakantie wordt toegekend : -voor bedienden met 5 tot minder dan 10 jaar anciënniteit : 1 werkdag; - voor bedienden met 10 tot minder dan 15 jaar anciënniteit : 2 werkdagen; - voor bedienden met 15 tot minder dan 20 jaar anciënniteit : 3 werkdagen; - voor bedienden met 20 tot minder dan 25 jaar anciënniteit : 4 werkdagen; - voor bedienden met 25 tot minder dan 30 jaar anciënniteit : 5 werkdagen; - voor bedienden met 30 tot minder dan 35 jaar anciënniteit : 6 werkdagen; - voor bedienden met ten minste 35 jaar anciënniteit : 7 werkdagen.

Art. 4.Voor de toekenning van de anciënniteitsvakantie bedoeld in artikel 3 gelden de hiernavolgende regels : a) Bedienden tewerkgesteld in een onderneming die tot 31 december 1997 ressorteerde onder het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren of in een onderneming die pas na die datum voor het eerst bedienden tewerkstelde. Voor de bedienden in dienst op 31 december 1999 wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar. Hierbij komen de perioden in aanmerking gedurende welke de vakantiegerechtigden als bediende onderworpen zijn geweest aan de wetgeving op de sociale zekerheid der werknemers.

Voor de bedienden die in dienst komen na 31 december 1999 wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de perioden van tewerkstelling als bediende in een onderneming die ressorteerde onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en/of vóór 1 januari 1998 onder het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren. b) Bedienden tewerkgesteld in een onderneming die tot 31 december 1997 ressorteerde onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden. Voor de toekenning van anciënniteitsvakantie wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar.

Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de perioden van tewerkstelling als bediende in een onderneming die ressorteerde onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en ten vroegste vanaf 1 januari 1998. Bestaande gunstigere regelingen blijven van toepassing zonder dat er cumul kan zijn met eventuele bijkomende vakantiedagen die reeds op het vlak van de onderneming zouden zijn toegekend.

Art. 5.§ 1. De volgende halve verlofdagen, met vrijaf 's namiddags, worden toegekend : - tweede Nieuwjaarsdag (2 januari); - Goede Vrijdag; - Allerzielen (2 november); - tweede Kerstdag (26 december).

Rekening gehouden met de veralgemening van de viering van Kerstmis, staat het de werkgever vrij 's voormiddags van de tweede Kerstdag verlof te geven ter vervanging van de namiddag van de tweede Nieuwjaarsdag.

Wanneer Nieuwjaar, Allerheiligen en Kerstmis samenvallen met een zondag en vervangen worden door de dag nadien, wordt er voor de halve verlofdagen hierboven voorzien voor tweede Nieuwjaarsdag, Allerzielen, of tweede Kerstdag, naargelang het geval, aan iedere bediende individueel een halve dag inhaalrust toegekend. Ook wanneer de tweede Nieuwjaarsdag, Allerzielen of de tweede Kerstdag op een zaterdag of een zondag vallen, wordt er aan iedere bediende individueel een halve dag inhaalrust toegekend.

Afwijkende modaliteiten van toekenning en vervanging kunnen worden bepaald in onderling overleg met de geëigende overlegorganen in het vlak van de onderneming. § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1 wordt voor de ondernemingen die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden volgende programmatie voorzien : - vanaf het jaar 2002 : toekenning van twee van de vier halve verlofdagen bedoeld in § 1, te bepalen in onderling overleg met de geëigende overlegorganen op het vlak van de onderneming; - vanaf het jaar 2004 : toekenning van de resterende twee halve verlofdagen bedoeld in § 1. HOOFDSTUK III. - Kort verzuim

Art. 6.De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normale wedde, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten die hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur : Reden en duur van de afwezigheid 1. Huwelijk van de bediende : drie dagen door de bediende te kiezen.2. Huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de bediende : de dag van het huwelijk.3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de bediende : de dag van de plechtigheid.4. De geboorte van een kind van de bediende zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat : drie dagen door de bediende te kiezen.5. Miskraam van de echtgenote van de bediende : twee werkdagen.6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende : drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Geen beperking is opgelegd betreffende de periode tijdens dewelke het verlof kan opgenomen worden in geval van overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind, van de vader of van de moeder van de bediende. 7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de bediende inwoont : twee dagen door de bediende te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.8. Overlijden van een bij de bediende inwonend familielid dat niet is vernoemd in artikel 6, nr.7 : één werkdag. 9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de bediende inwoont : de dag van de begrafenis.10. Plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) : de dag van de plechtigheid of een werkdag indien de dag van de plechtigheid samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.11. Deelneming van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de « vrijzinnige jeugd » daar waar dit feest plaats heeft : de dag van het feest of een werkdag indien de dag van het feest samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.12. Verblijf van de dienstplichtige bediende in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum : de nodige tijd met een maximum van drie dagen.13. Verblijf van de bediende-gewetensbezwaarde op de administratieve gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen : de nodige tijd met een maximum van drie dagen.14. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter : de nodige tijd met een maximum van één dag.15. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige vóór de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd.17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.18. Het onthaal van een kind in het gezin van de bediende in het kader van een adoptie : drie dagen naar keuze van de bediende in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente waar de bediende zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin. De deeltijdse bedienden hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en perioden bedoeld in het eerste lid die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben.

Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als deze bedoeld in het eerste lid.

Art. 7.Voor de toepassing van artikel 6, nrs. 2, 3, 6, 10 en 11, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Art. 8.Voor de toepassing van artikel 6, nrs. 7 en 9, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de bediende.

Art. 9.Voor de toepassing van hoofdstuk III - kort verzuim, wordt de persoon met wie de bediende wettelijk samenwoont, zoals geregeld door artikel 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de bediende.

Art. 10.Daar waar gunstiger voorwaarden dan deze vermeld onder dit hoofdstuk in gebruik zijn, blijven deze gehandhaafd. HOOFDSTUK IV. - Regionale verlofdagen

Art. 11.§ 1. Er wordt een bijzondere verlofdag toegekend als « regionale verlofdag » op de data bij decreet vastgesteld door de regionale cultuurraden : 11 juli in het nederlandstalig landsgedeelte, 27 september in het franstalig landsgedeelte, 15 november in het duitstalig landsgedeelte.

Wanneer de regionale verlofdag samenvalt met een zaterdag of een zondag, wordt een vervangingsdag toegekend.

De modaliteiten van toekenning en vervanging van de regionale verlofdag worden bepaald in onderling overleg op het vlak van de onderneming. § 2. In afwijking van de bepalingen in § 1 is de regionale verlofdag in de ondernemingen die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden niet cumuleerbaar met een soortgelijke bijkomende vakantiedag die vóór 1 januari 1999 werd toegekend in de onderneming.

Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 april 1999, laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2000, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 2002, wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 oktober 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^