gepubliceerd op 22 mei 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust en van het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende de vlaggenbrieven en de uitrusting van de pleziervaartuigen
4 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust en van het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende de vlaggenbrieven en de uitrusting van de pleziervaartuigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 november 1975 houdende goedkeuring en uitvoering van het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, bijgevoegd Reglement en zijn Bijlagen, opgemaakt te Londen op 20 oktober 1972, inzonderheid op artikel 2, § 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende de vlaggenbrieven en de uitrusting van de pleziervaartuigen, inzonderheid op artikel 17, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1981;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 februari 1996 en 9 december 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat met het oog op de veiligheid van de plankzeilers op zee en om te voldoen aan de eisen van de tijd dringend rekening moet worden gehouden met de evolutie van de materialen en de technologie inzake zeilplanken en kledij voor plankzeilers; dat bij de aanvang van het nieuwe toeristische seizoen onverwijld de nodige maatregelen moeten worden getroffen;
Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust, wordt een artikel 37bis ingevoegd, luidende : «
Art. 37bis.Zeilplanken mogen geen zee kiezen bij windkracht 8 of meer (op de schaal van Beaufort). Plankzeilen is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang. »
Art. 2.In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 februari 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede zin, wordt vervangen als volgt : « Zeilplanken mogen zich bovendien aldaar niet verder van de kust verwijderen dan tot op een afstand van een halve zeemijl (negenhonderd zesentwintig meter).»; 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De in de §§ 1 en 2 bedoelde afstanden worden gerekend vanaf de laagwaterlijn zoals deze op de op grote schaal uitgevoerde officiële Belgische zeekaarten is aangebracht. »
Art. 3.Artikel 17, § 3, van het koninklijk besluit van 15 maart 1966 betreffende de vlaggenbrieven en de uitrusting van de pleziervaartuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1981, wordt vervangen als volgt : « § 3. Plankzeilers moeten een isotherm pak in goede staat dragen en twee waterdicht verpakte handstakellichten bij zich hebben. De zeilplanken moeten voorzien zijn van een bevestigingssysteem van de mast aan de plank. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN