gepubliceerd op 11 mei 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
4 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43, gewijzigd bij de wetten van 22 juli 1993, 10 april 1995 en 19 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van bepaalde centrale diensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1966;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
Gelet op het advies nr. 31.102 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 22 april 1999;
Overwegende dat voldaan is aan de voorschriften van artikel 54, tweede lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De percentages betrekkingen voor de centrale diensten en de uitvoeringsdiensten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die aan de taalkaders worden toegewezen, worden als volgt bepaald : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het koninklijk besluit van 9 november 1998 tot vaststelling van de taalkaders van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 maart 1999.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE