4 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 januari 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 35, § 1, zesde lid, en 37, § 20, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gegeven op 26 februari 2001;

Gelet op het advies 32.028/1 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 januari 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, A.1, wordt vervangen als volgt : « Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "autosondage bij de patiënt thuis", de urinesondage die thuis door de patiënt zelf wordt verricht, of door een persoon uit zijn omgeving die daartoe is opgeleid en die bekwaam is voor het uitvoeren van deze techniek.

Worden voor de toepassing van dit besluit met een "autosondage bij de patiënt thuis" gelijkgesteld, de in het eerste lid bedoelde autosondages die worden uitgevoerd in de revalidatiecentra, de dagopvangcentra, de semi-internaten en de dagverzorgingscentra.

De autosondages die worden uitgevoerd bij de patiënten die verblijven in de diensten of inrichtingen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 6°, 11° en 12°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vallen niet onder de toepassing van dit besluit.» 2° in § 1, A.2, wordt punt d) vervangen door de volgende bepaling : « d) urineretentie in afwezigheid van een apart neurologisch letsel : substitutieblaas, vergrotingsblaas. » ; 3° in § 3 wordt het eerste lid vervangen door de volgende leden : « De tegemoetkoming van de verzekering wordt vastgesteld op maximum 0,35 EUR per gelubrifieerde sonde te coderen onder het nummer 754331 of niet gelubrifieerde sonde te coderen onder het nummer 754353. Maximum drie sondes per dag mogen het voorwerp uitmaken van een verzekeringsvergoeding. »

Art. 2.De bijlagen I en II van hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen I en II, gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

Bijlage I Moet in een gesloten omslag naar de adviserend geneesheer worden gestuurd Eerste kennisgeving van autosondage bij de patiënt thuis Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

Bijlage II Moet in een gesloten omslag naar de adviserend geneesheer worden gestuurd Kennisgeving van verlenging van autosondage bij de patiënt thuis Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE