gepubliceerd op 11 april 2002
Koninklijk besluit betreffende de verhuring van producten
4 MAART 2002. - Koninklijk besluit betreffende de verhuring van producten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001;
Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;
Gelet op de aanvraag die op 16 juni 1999 bij de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten is ingediend en gelet op het feit dat geen advies is verstrekt binnen de termijn bepaald door de Minister van Consumentenzaken, overeenkomstig artikel 4 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten;
Gelet op het feit dat de Minister van Consumentenzaken de producenten heeft gehoord op 14 juni 2000;
Gelet op het advies 32.137/1 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten;2° verhuurder : elke producent of distributeur in de zin van artikel 1 van de wet, die producten verhuurt;3° huurder : elke consument in de zin van artikel 1 van de wet, die producten huurt;4° verhuurd product : elk product in de zin van artikel 1 van de wet, dat bestemd is om te worden verhuurd aan een huurder;5° persoonlijk beschermingsmiddel : beschermingsmiddel bedoeld in het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen;
Art. 2.De verhuurder verstrekt op het ogenblik van de verhuring, de huurder de volgende informatie: 1° de handleiding van het verhuurd product;2° de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van het verhuurd product.
Art. 3.§ 1. Indien het verhuurd product niet bestemd is om te worden gebruikt in de lokalen, gebouwen of op de gronden van de verhuurder, wordt de informatie, waarvan sprake is in artikel 2, door de verhuurder aan de huurder verstrekt door middel van een mondelinge mededeling en door het meegeven van een aan het verhuurd product bijgevoegd document dat deze informatie bevat. § 2. Indien het verhuurd product bestemd is om te worden gebruikt in de lokalen, gebouwen of op de gronden van de verhuurder, wordt de informatie waarvan sprake is in artikel 2 door de verhuurder aan de huurder verstrekt door middel van een mondelinge mededeling en onder ten minste één van volgende vormen : 1° het meegeven van een document aan de huurder;2° een aankondiging onder een leesbare vorm en aangebracht op een voor de huurder zichtbare plaats.
Art. 4.Het document of de aankondiging, bedoeld in artikel 3, is tenminste opgesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het verhuurd product wordt verhuurd.
Art. 5.De verhuurder stelt de huurder, al dan niet gratis, de persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking die in de handleiding van het verhuurd product worden aangeraden of verplicht gesteld.
Art. 6.Onze Minister bevoegd voor de bescherming van de veiligheid van de consumenten is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. M. AELVOET