gepubliceerd op 28 maart 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juni 1967 tot vaststelling van de vergoedingsbedragen tot terugbetaling in de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen verleend door de vroedvrouwen en de paramedische medewerkers die niet individueel toegetreden zijn tot een nationale overeenkomst die het quorum van 60 pct. individuele toetredingen van het aantal beoefenaars van de onderscheidene beroepen, bereikt heeft
4 MAART 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juni 1967 tot vaststelling van de vergoedingsbedragen tot terugbetaling in de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen verleend door de vroedvrouwen en de paramedische medewerkers die niet individueel toegetreden zijn tot een nationale overeenkomst die het quorum van 60 pct. individuele toetredingen van het aantal beoefenaars van de onderscheidene beroepen, bereikt heeft
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 49, § 5, derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 juni 1967 tot vaststelling van de vergoedingsbedragen tot terugbetaling in de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen verleend door de vroedvrouwen en de paramedische medewerkers die niet individueel toegetreden zijn tot een nationale overeenkomst die het quorum van 60 pct. individuele toetredingen van het aantal beoefenaars van de onderscheidene beroepen, bereikt heeft, inzonderheid op artikel 1.
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 17 november 1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit, - dat de bepalingen van dit besluit gekoppeld zijn aan die van de nationale overeenkomst, gesloten tussen de verstrekkers van implantaten en de verzekeringsinstellingen, die op 1 augustus 1997 in werking is getreden; - en dat zo spoedig mogelijk een verschil in vergoeding moet worden gemaakt tussen de verstrekkingen van de niet tot de overeenkomst toegetreden verstrekkers van implantaten en die van de wel tot de overeenkomst toegetreden verstrekkers van implantaten;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 december 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 juni 1967 tot vaststelling van de vergoedingsbedragen tot terugbetaling in de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen verleend door de vroedvrouwen en de paramedische medewerkers die niet individueel toegetreden zijn tot een nationale overeenkomst die het quorum van 60 pct. individuele toetredingen van het aantal beoefenaars van de onderscheidene beroepen, bereikt heeft, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.De vergoedingsbedragen voorzien bij artikel 37 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de geneeskundige verstrekkingen verleend door de vroedvrouwen en paramedische medewerkers die niet individueel toegetreden zijn tot een nationale overeenkomst, die het quorum van 60 pct. individuele toetredingen van het aantal beoefenaars van de onderscheiden beroepen bereikt heeft, gesloten tussen de verzekeringsinstellingen en de vroedvrouwen, de kinesitherapeuten, de opticiens, de orthopedisten, de bandagisten, de verstrekkers van implantaten, de audiciens, de gegradueerde verpleegsters of de met dezen gelijkgestelden, de vroedvrouwen, de verpleegsters met brevet, de verpleegassistenten/ziekenhuisassistenten of de met dezen gelijkgestelden worden met 25 pct. verminderd. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN