4 JUNI 2003. - Koninklijk besluit met toepassing van artikel 132, § 2, van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 132;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 138/1 van 2 april 2003 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 174 van 4 april 2003 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit maatregelen bevat die ingaan op 1 april 2003 en dat het bijgevolg van belang is dat de verschillende openbare machten en instellingen die voormelde wet van 26 juni 1992 dienen toe te passen, zo vlug mogelijk op de hoogte gebracht worden van de door dit besluit doorgevoerde wijzigingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 120 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de bedragen « 8.870,70 EUR » en « 11.088,38 EUR » respectievelijk vervangen : - op 1 april 2003, door de bedragen « 9.048,00 EUR » en « 11.310,00 EUR »; - op 1 april 2004, door de bedragen « 9.228,00 EUR » en « 11.535,00 EUR ».

Art. 2.In artikel 121, § 3, van voormelde wet van 26 juni 1992, laatst gewijzigd door de wet van 3 februari 2003, wordt het bedrag « 17.741,42 EUR » telkens vervangen : - op 1 april 2003, door het bedrag « 18.096,00 EUR »; - op 1 april 2004, door het bedrag « 18.456,00 EUR ».

Art. 3.In artikel 122, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt het bedrag « 7.734,28 EUR » vervangen : - op 1 april 2003, door het bedrag « 7.889,00 EUR »; - op 1 april 2004, door het bedrag « 8.044,00 EUR ».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2003.

Art. 5.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE