Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2006
gepubliceerd op 10 augustus 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de verblijfs- en ARAB-vergoeding van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006012236
pub.
10/08/2006
prom.
04/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de verblijfs- en ARAB-vergoeding van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van de verblijfs- en ARAB-vergoeding van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 Vaststelling van de verblijfs- en ARAB-vergoeding van het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2006 onder het nummer 78898/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of voor goederenbehandeling voor rekening van derden, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor een vervoervergunning vereist is, die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuig waarvoor geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden" wordt verstaan : werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Forfaitaire verblijfsvergoeding

Art. 2.Een forfaitaire verblijfsvergoeding van 29,3614 EUR wordt per begonnen schijf van 24 uren toegekend aan de werklieden, wanneer zij uit noodzaak van de dienst verplicht zijn om hun dagelijkse en/of wekelijkse rust, zoals voorzien in de sociale verordening nr. 3820/85 van 20 december 1985, te nemen buiten hun woonplaats of buiten de in hun arbeidsovereenkomst voorziene arbeidsplaats.

Art. 3.Nochtans wordt het bedrag van de forfaitaire verblijfsvergoeding beperkt tot 11,8099 EUR in de twee volgende gevallen : a) voor de eerste dagelijkse rust zoals bepaald onder artikel 2, wanneer de samengestelde arbeids- en beschikbaarheidstijd voorafgaand aan bedoelde rust minder bedragen dan 8 uren en voor zover ze geen deel uitmaakt van een meerdaagse reis;b) wanneer de uithuizigheid minder bedraagt dan 24 uren en het slechts een enkele dagelijkse rust betreft zoals bedoeld onder artikel 2.

Art. 4.In geval van vast verblijf in België of in het buitenland, wordt aan de vergoeding onder artikel 2 een complementaire forfaitaire vergoeding toegevoegd van 7,7620 EUR. Men spreekt van "vast verblijf" indien de werkman, uit noodzaak van de dienst, geen prestaties levert tussen twee dagelijkse rusttijden of tussen een dagelijkse en een wekelijkse rusttijd, zoals voorzien in de EG verordening 3820/85 van 20 december 1985, opgenomen buiten de woonplaats of buiten de in de arbeidsovereenkomst voorziene arbeidsplaats. HOOFDSTUK III. - ARAB-vergoeding

Art. 5.Een ARAB-vergoeding van 1,0022 EUR wordt toegekend per aanwezigheidsuur. Daartoe worden de aanwezigheidsuren of gedeelten ervan per betaalperiode getotaliseerd en indien de som ervan een decimaal getal is, wordt per betaalperiode steeds afgerond naar de hogere eenheid.

Art. 6.Onder "aanwezigheidsuur" wordt verstaan : elk arbeidsuur en/of elk beschikbaarheidsuur.

Art. 7.Sedert 1 april 2001 worden de bedragen, vermeld onder hoofdstuk II en III, jaarlijks op 1 april aangepast in functie van de levensduurte.

De aanpassing gebeurt op basis van de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1993, voor de maand maart van het vorige jaar en voor de maand maart van het jaar tijdens dewelke de aanpassing geschiedt. HOOFDSTUK IV. - Juridisch kader

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005 geregistreerd onder het nummer euro 77085/CO/140. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 9.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.

Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^