Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2006
gepubliceerd op 04 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006012213
pub.
04/10/2006
prom.
04/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 2004;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, tot toekenning van een sociaal voordeel door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staasblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 16 maart 2004, Belgisch Staatsblad van 19 mei 2004.

Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2005 Toekenning van een sociaal voordeel door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2005 onder het nummer 75806/CO/128.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna genoemd « werklieden », van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde werklieden wordt ten laste van de werkgevers een sociaal voordeel toegekend.

Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbenden, die op 30 september van het sociaal dienstjaar, lopende van 1 oktober tot 30 september, terzelfdertijd, en gedurende ten minste twaalf maanden : a) lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden gebonden zijn bij een in artikel 1 bedoelde onderneming.

Art. 4.Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan 12 maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijkse bedrag, voor iedere maand of breuk van een maand tijdens dewelke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden.

Onder dezelfde voorwaarden genieten de tijdens het sociaal dienstjaar gepensioneerde rechthebbenden, alsmede de echtgenoot of echtgenote van een tijdens het sociaal dienstjaar overleden rechthebbende, het sociaal voordeel.

Art. 5.Voor de berekening van het sociaal voordeel, bedoeld in de artikelen 3 en 4, wordt elke begonnen maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.

Art. 6.Worden met gewerkte dagen gelijkgesteld, de perioden gedurende dewelke de arbeidsovereenkomst werd geschorst wegens ziekte, arbeidsongeval, tijdelijke werkloosheid of militaire dienstplicht.

Art. 7.Het bedrag van het sociaal voordeel wordt als volgt vastgesteld vanaf het jaar 2005 : - totaal jaarlijks bedrag : 128 EUR; - per twaalfde : 10,6666 EUR.

Art. 8.Elk jaar uiterlijk op 15 oktober, worden de werkgevers bedoeld in artikel 1 door toedoen van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » in het bezit gesteld van de nodige attesten van tewerkstelling, genaamd "attesten sociaal voordeel".

Deze attesten worden door de werkgevers, in drievoud, ingevuld op naam van elk lid van hun werkliedenpersoneel, dat tijdens het sociaal dienstjaar in het personeelsregister was ingeschreven.

Uiterlijk op 15 november volgend op het sociaal dienstjaar, worden de « attesten sociaal voordeel » in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan alle leden van het werkliedenpersoneel uitgereikt.

Art. 9.Uiterlijk op 15 december volgend op het sociaal dienstjaar, storten de werkgevers voor al hun werklieden de bedragen, berekend overeenkomstig artikel 7, aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid ».

Art. 10.Op voorlegging van het door de werkgever afgeleverde « attest sociaal voordeel », betalen de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, vanaf 15 november, het sociaal voordeel aan de rechthebbende werklieden uit.

Indien een rechthebbende op het ogenblik van de betaling overleden is, wordt het sociaal voordeel betaald aan de overlevende echtgeno(o)t(e).

Het « attest sociaal voordeel » wordt, bij wijze van onderlinge controle, door de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, afgestempeld.

Art. 11.De representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, zenden een afrekening van de uitbetaalde attesten aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » die het door de werknemersorganisaties vooruitbetaalde bedrag aan die organisaties terugbetaalt voor 31 januari volgend op het jaar waarin de operatie sociaal voordeel plaats had.

Art. 12.Het eventuele overschot, na vereffening van de verschillende premies aan de in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid vertegenwoordigde werknemersorganisaties, blijft op de rekening, daartoe geopend door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid ».

De eventuele bestemming van dit overschot zal in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid paritair worden vastgesteld.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 13 juni 2003 tot toekenning van een sociaal voordeel door het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid » ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 2002 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^