gepubliceerd op 08 september 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 Uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 28 november 2003 onder het nummer 68754/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden
Art. 2.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd : - op 1 januari 2004 met 1 pct; - op 1 juli 2004 met 5,2 pct., verminderd met : - de reële index op 1 mei 2003 - 1 pct. van de loonsverhoging op 1 januari 2004 - de reële index op 1 mei 2004.
Indien dit saldo op 1 mei 2004 negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.
Art. 3.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld (regime 38 u./week) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2. - Jonge werklieden
Art. 4.Op de bedragen vermeld in de artikelen 2 en 3 is het voor de jonge werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 24 september 2003. Afdeling 3. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de
consumptieprijzen
Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen vermeld in artikelen 2 en 3 en van kracht op 1 mei 2003, werden op 1 mei 2003 op basis van het indexcijfer van april 2003 (111,51) aangepast. Zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 24 september 2003, en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen en algemeen verbindend verklaard op 4 september 2002 (Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2002).
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE