gepubliceerd op 22 juli 2004
Koninklijk besluit houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1997, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1997, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op de artikelen 88, gewijzigd bij de wet van 30 december 1988, 93 en 97, zoals van kracht op 1 januari 1997;
Gelet op de programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op artikel 169;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1996 houdende vaststelling van het globale budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen voor het dienstjaar 1997, zoals van kracht op 1 januari 1997;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 21 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994 en 27 december 1995, zoals van kracht op 1 januari 1997;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 11 september 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 december 2003;
Gelet op het advies 36.464/3 van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt bedoeld met : 1° « het koninklijk besluit van 30 juli 1986 » : het koninklijk besluit van 30 juli 1986 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, zoals van kracht op 1 januari 1997;2° « het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 » : het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget en de onderscheiden bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van de verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994 en 27 december 1995, zoals van kracht op 1 januari 1997;3° « het ministerieel besluit van 2 mei 1995 » : het ministerieel besluit van 2 mei 1995 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 1994 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1995, voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, zoals van kracht op 1 januari 1997;4° « het ministerieel besluit van 27 december 1995 » : het ministerieel besluit van 27 december 1995 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 1996, van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten, zoals van kracht op 1 januari 1997.
Art. 2.De bepalingen van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget en de onderscheiden bestanddelen ervan, als mede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van de verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 april 1987, 11 augustus 1987, 7 november 1988, 12 oktober 1989, 20 december 1989, 23 juni 1990, 10 juli 1990, 28 november 1990, 26 februari 1991, 20 maart 1991, 10 april 1991, 20 november 1991, 19 oktober 1992, 30 oktober 1992, 30 december 1993, 23 juni 1994, 19 juli 1994, 28 december 1994 en 27 december 1995, zoals van kracht op 1 januari 1997, worden voor het dienstjaar 1997, geconcretiseerd door en aangevuld met de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van het budget Afdeling 1. - Deel A van het budget van alle ziekenhuizen
Art. 3.Bij toepassing van het koninklijk besluit van 30 juli 1986 kan volgens nader te bepalen regelen, het percentage dat in artikel 16, § 2, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 is bepaald, op 70 % worden gebracht.
Art. 4.Voor het dekken van de kosten voortvloeiend uit de afschrijvingen van het rollend materieel, wordt een forfaitair bedrag vastgesteld op het niveau van de lasten die voor 1996 werden weerhouden.
Onderafdeling 2. - Onderdeel A2 van het budget
Art. 5.De in artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit bedoelde intrestvoet wordt op 5,50 % vastgesteld. Afdeling 2. - Deel B van het budget
Onderafdeling 1. - Algemene ziekenhuizen, behalve die erkend onder kenletter Sp Rubriek 1. - Onderdeel B1 van het budget
Art. 6.Om onderdeel B1 van het budget van financiële middelen vast te stellen wordt het dienstjaar 1993 weerhouden voor de toepassing van het artikel 37, § 1, en het dienstjaar 1994 voor de toepassing van de artikelen 31, 33, 34, 37, § 2, en 38, van hetzelfde besluit.
Art. 7.§ 1. Voor de ziekenhuizen, bedoeld in artikel 23, § 2, van hetzelfde besluit, wordt onderdeel B1 van het budget van financiële middelen vastgesteld op het bedrag dat overeenstemt met de waarde op 31 december 1996. § 2. Voor de eenheden brandwondencentra bedoeld in artikel 23, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het onderdeel B1 van het budget van financiële middelen op 1 januari 1997 vastgesteld op BEF 9 140 (index op 1 januari 1994) per verpleegdag.
Art. 8.Het bedrag toegekend bij toepassing van artikel 10 van het ministerieel besluit van 27 december 1995 blijft toegekend voor het dienstjaar 1997.
Rubriek 2. - Onderdeel B2 van het budget
Art. 9.§ 1. Om onderdeel B2 van het budget van financiële middelen vast te stellen wordt het dienstjaar 1993 weerhouden voor de toepassing van de artikelen 42, § 8, 3°, 43, § 1, 1° en 2°, § 2, 2°, a), 1°, § 2, 2°, b), 1° en § 2, 2°, c) ; het dienstjaar 1994 voor de toepassing van de artikelen 42, § 9, 43, § 1, 3°, § 2, 2°, a), 2° en 3°, § 2, 2°, b), 2°, § 3, 1° en § 3, 2°, d), en het dienstjaar 1997 voor de toepassing van het artikel 42, § 8, 1° en 2°, van hetzelfde besluit. § 2. Het dienstjaar 1994 is het referentiejaar waarvan sprake in bijlage 3 van hetzelfde besluit.
Art. 10.§ 1. Voor de in artikel 23, § 2, van hetzelfde besluit bedoelde ziekenhuizen, wordt onderdeel B2 van het budget van financiële middelen vastgesteld op het bedrag dat overeenstemt met de waarde op 31 december 1996. § 2. Voor de eenheden brandwondencentra bedoeld in artikel 23, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het onderdeel B2 van het budget van financiële middelen op 1 januari 1997 vastgesteld op BEF 21 905 (index op 1 januari 1994) per verpleegdag.
Art. 11.Het bedrag toegekend bij toepassing van artikel 1 van het ministerieel besluit van 2 mei 1995 blijft toegekend voor het dienstjaar 1997.
Rubriek 3. - Onderdeel B4 van het budget
Art. 12.§ 1. Onverminderd artikel 48, § 6 en § 16, van hetzelfde besluit, wordt het onderdeel B4 van het budget van financiële middelen op de waarde van 31 december 1996 vastgesteld. § 2. Het dienstjaar bedoeld in artikel 48, § 16, van hetzelfde besluit is 1994.
Rubriek 4. - Onderdeel B5 van het budget
Art. 13.Het dienstjaar bedoeld in artikel 49, § 1, a), van hetzelfde besluit is 1995 en het dienstjaar bedoeld in het artikel 49, § 1, b), 2°, van hetzelfde besluit is 1993.
Rubriek 5. - Onderdeel B6 van het budget
Art. 14.Onderdeel B6 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 1996.
Rubriek 6. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B met uitzondering van onderdeel B6
Art. 15.Het in punt 5 van de bijlage 4 bij hetzelfde besluit bedoelde percentage wordt op 1 % vastgesteld.
Onderafdeling 2. - Ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp Rubriek 1. - Onderdelen B1 en B2 van het budget
Art. 16.Onderdelen B1 en B2 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp worden vastgesteld op de bedragen die overeenstemmen met de waarde op 31 december 1996.
Art. 17.De bepaling van artikel 10 van dit besluit is eveneens van toepassing op de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp.
Rubriek 2. - Onderdeel B4 van het budget
Art. 18.Onderdeel B4 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp, wordt vastgesteld op het bedrag dat overeenstemt met de waarde op 31 december 1996.
Rubriek 3. - Onderdeel B5 van het budget
Art. 19.Het dienstjaar bedoeld in het artikel 49, § 2, van hetzelfde besluit is 1995.
Rubriek 4. - Onderdeel B6 van het budget
Art. 20.Onderdeel B6 van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en diensten erkend onder kenletter Sp wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 1996.
Onderafdeling 3. - Psychiatrische Ziekenhuizen Rubriek 1. - Deel B, met uitzondering van onderdeel B6
Art. 21.Voor deel B, met uitzondering van onderdeel B6 van het budget van financiële middelen van de psychiatrische ziekenhuizen wordt hetzelfde bedrag toegekend als dat waarin op 31 december 1996 werd voorzien.
Art. 22.De bepaling van artikel 10 van dit besluit is eveneens van toepassing op psychiatrische ziekenhuizen.
Art. 23.Onderdeel B4 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op de waarde van 31 december 1996.
Art. 24.Het dienstjaar bedoeld in het artikel 49, § 3, van hetzelfde besluit is 1995.
Rubriek 2. - Onderdeel B6 van het budget
Art. 25.Onderdeel B6 van het budget van financiële middelen wordt vastgesteld op zijn waarde per 31 december 1996. Afdeling 3. - Onderdeel C4 van het budget voor de algemene
ziekenhuizen
Art. 26.De correctie van het onderdeel C4 van het budget in functie van de ligdagen 1995 zal niet toegepast worden in 1997. Deze correctie zal gebeuren tijdens de herziening van het budget van financiële middelen 1997 op basis van de ligdagen 1997. Afdeling 4. - Diensten voor niet-intensieve neonatale zorgen
Art. 27.Het aanrekenen van verpleegdagen voor niet-intensieve neonatale zorgen is niet toegestaan in andere diensten dan de diensten voor intensieve neonatale zorgen. HOOFDSTUK III. - Vaststelling van het quotum van verpleegdagen
Art. 28.Het quotum van verpleegdagen wordt voor de algemene ziekenhuizen vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde besluit.
Art. 29.Voor de psychiatrische ziekenhuizen wordt het quotum van verpleegdagen vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikelen 55 en 56 van hetzelfde besluit.
Art. 30.Dit besluit heeft uitwerking van 1 januari 1997 tot 31 december 1997.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE