Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 21 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingsakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012647
pub.
21/11/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001012647/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingsakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het tewerkstellingakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999 Tewerkstellingsakkoord in de subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer te land (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 1999 onder het nummer 52538/COF/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector van het gemeenschappelijk vervoer te land alsook op hun werklieden.

Met "subsector van het gemeenschappelijk vervoer te land" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en wier activiteit bestaat uit : - ongeregeld vervoer, pendelvervoer en internationaal geregeld vervoer; - geregeld vervoer; - bijzonder geregeld vervoer; - pendeldiensten naar luchthavens, havens, enz. door middel van voertuigen met minder dan 9 plaatsen; - verhuur met chauffeur van voertuigen met meer dan 9 plaatsen; - personenvervoer verricht door een persoon die geen houder is van een vergunning voor uitbating van een taxionderneming en die geen dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitmaakt volgens de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming.

Met "werklieden" wordt bedoeld de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 en sectie IV van gewoon hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen en van het koninklijk besluit van 4 juni 1999. HOOFDSTUK III. - Geregeld vervoer Afdeling I. - Pachters V.V.M.

Art. 3.Onderhavige afdeling is van toepassing op de werkgevers die geregeld vervoer voor rekening van de V.V.M. verzekeren, alsook op de leden van hun rijdend personeel die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.

Art. 4.Rekening houdend met de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1999 afgesloten in het Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaams Gewest, worden de uurlonen van het rijdend personeel verhoogd met : - 1 pct. op 1 april 1999; - 1 pct. op 1 januari 2000.

Deze uurlonen worden in bijlage gevoegd.

Partijen zullen in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst de praktische modaliteiten bepalen van de toekenning van de loonderving met betrekking tot de periode april-mei 1999. Afdeling II. - Pachters T.E.C.

Art. 5.Onderhavige afdeling is van toepassing op de werkgevers die geregeld vervoer voor rekening van de T.E.C. verzekeren, alsook op de leden van hun rijdend personeel die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen.

Art. 6.Partijen komen overeen hoofdstuk III, punt 3, § 1, 2 en 3, 1e streepje van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1999 afgesloten in het Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer van het Waals Gewest uit te voeren. HOOFDSTUK IV. - Bijzonder geregeld vervoer

Art. 7.Behoren eveneens tot het bijzonder geregeld vervoer de werkgevers wier activiteit bestaat uit : - pendeldiensten naar luchthavens, havens, enz. door middel van voertuigen met minder dan 9 plaatsen; - verhuur met chauffeur van voertuigen met meer dan 9 plaatsen; - personenvervoer verricht door een persoon die geen houder is van een vergunning voor uitbating van een taxionderneming en die geen dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitmaakt volgens de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming.

Art. 8.De ARAB-vergoeding wordt verhoogd met : - 246 BEF/maand op 1 april 1999; - 247 BEF/maand op 1 januari 2000.

Art. 9.De uurlonen van het rijdend personeel worden verhoogd met 1 pct. op 1 januari 2000. HOOFDSTUK V. - Ongeregeld vervoer

Art. 10.De ARAB-vergoeding wordt verhoogd met : - 2 BEF/uur op 1 april 1999; - 1 BEF/uur op 1 januari 2000.

Art. 11.De uurlonen van het rijdend personeel worden verhoogd met 1 pct. op 1 januari 2000.

Art. 12.De eindejaarspremie voor het rijdend personeel wordt geïndexeerd vanaf 1999 op het tijdstip en overeenkomstig de formule vermeld in artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 1989 gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 april 1990. HOOFDSTUK VI. - Bepaling gemeenschappelijk aan het geregeld, bijzonder geregeld en ongeregeld vervoer

Art. 13.De inspanningen op het vlak van de permanente vorming worden verhoogd met 0,2 pct. van de brutoloonmassa van alle werklieden voor de periode 1999-2000.

Hiertoe wordt de bijdrage van de werkgevers aan het Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten verhoogd van 4,5 pct. naar 4,7 pct. met ingang van 1 januari 1999. HOOFDSTUK VII. - Tewerkstellingsmaatregelen

Art. 14.Partijen komen overeen hun verbintenis te strijden tegen de oneerlijke concurrentie en de sociale fraude verder te zetten.

Art. 15.Partijen bevestigen de tewerkstellingsmaatregelen voorzien in hoofdstuk IV, afdelingen II en III, en in hoofdstuk VI van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende het tewerkstellingsakkoord. Deze maatregelen maken het voorwerp uit van aparte collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK VIII. - Verbintenis tot onderhandelen

Art. 16.Partijen komen overeen de volgende aangelegenheden in een werkgroep te bespreken : - betaling loon, toeslagen, premies en vergoedingen gemengde arbeid; - gewaarborgd inkomen (in geval van arbeidsongeschiktheid, economische werkloosheid,...); - uniformisering, informatie en administratieve vereenvoudiging "Sociale reglementering car en bus"; - harmonisering toekenningsmodaliteiten eindejaarspremie; - reglementering deeltijdse arbeid; - uitwerking van een registratiesysteem voor gelegenheidschauffeurs; - looncategorie receptief toerisme; - statuut reisleiders; - ongeregeld vervoer : bepaling van de prestatiedatum door de beginduur van deze. HOOFDSTUK IX. - Geldigheidsduur

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage : Uurlonen rijdend personeel V.V.M.-Pachters op 1 april 1999 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^