gepubliceerd op 23 februari 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming
4 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 februari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 onder het nummer 183184/CO/105)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.
Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters.
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de werklieden en bijgevolg van de ondernemingen.
Art. 3.In toepassing van artikel 54, § 1, 1° van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen heeft elke voltijdse arbeider een individueel opleidingsrecht van 4 dagen in 2023 en 5 dagen vanaf 2024.
Het aantal opleidingsdagen voor de arbeider die niet voltijds wordt tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst is verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, wordt, rekening houdende met zijn arbeidsovereenkomst, bepaald op basis van de formule opgenomen in artikel 50, § 3 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.
Art. 4.§ 1. De opleidingen die in aanmerking worden genomen om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen, zijn de formele en informele opleidingen (die rechtstreeks verband houden met het werk) als bedoeld in artikel 50, § 1, a) en b) van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen en de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. § 2. De werkgever bespreekt de algemene opvolging van het individueel opleidingsrecht in de ondernemingsraad naar aanleiding van de jaarlijkse rapportering over het opleidingsplan. Deze rapportering dient adequaat, kwalitatief en afgestemd op de concrete situatie in de onderneming te zijn.
In ondernemingen zonder ondernemingsraad maar met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging met de vakbondsafvaardiging voor arbeiders.
In ondernemingen zonder ondernemingsraad en zonder vakbondsafvaardiging bespreekt de werkgever deze opvolging in het comité voor preventie en bescherming op het werk.
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 31 maart van het desbetreffend jaar.
In de bedrijfsopleidingsplannen zal rekening gehouden worden met de inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, zullen alle categorieën van vorming voorzien in de wet gevaloriseerd worden, en zal zoveel mogelijk aandacht geschonken worden aan alle werkliedencategorieën, ook aan de laaggeschoolden en de arbeiders van 50 jaar en ouder.
In dit verband zal de ondernemingsraad, in toepassing van haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 15 van 25 juli 1974, nr. 34 van 27 februari 1981, nr. 37 van 27 november 1981, nr. 9bis van 29 oktober 1991 en nr. 9ter van 27 februari 2008, eveneens geraadpleegd worden.
Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt de vakbondsafvaardiging geraadpleegd.
Bij ontstentenis van zowel ondernemingsraad als vakbondsafvaardiging zal het comité voor preventie en bescherming op het werk geraadpleegd worden.
Voor de andere ondernemingen wordt het bedrijfsopleidingsplan voorgelegd aan het paritair comité.
In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar.
Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van werkgever als van werknemer.
Bij de invulling van de opleidingsbehoeften zal bijzondere aandacht worden besteed aan de oudere werknemers. § 2. Indien de onderneming geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld of indien de raadpleging van de ondernemingsraad, bij ontstentenis de syndicale afvaardiging of het comité voor preventie en bescherming op het werk en bij ontstentenis het paritair comité, niet heeft plaatsgehad, kan de onderneming niet genieten van de financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen zoals vastgesteld in de collectieve arbeids overeenkomst van 20 december 2021Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/12/2021 pub. 25/05/2022 numac 2022032080 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen.
Art. 6.De ondernemingen zullen in het paritair contactcomité verslag uitbrengen over welke opleidingen aan welke categorieën van werklieden zijn gegeven volgens de modaliteiten die in het paritair contactcomité zullen afgesproken worden.
Art. 7.De arbeiders met statuut van uitzendkracht die minstens 6 maanden ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten van een gelijkwaardige behandeling inzake opleiding.
Hiertoe zullen de nodige contacten worden gelegd met de opleidingsfondsen van de uitzendsector.
Art. 8.§ 1. Elke arbeider heeft recht op een jaarlijks loopbaangesprek, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande praktijken omtrent soortgelijke gesprekken. Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken worden. § 2. Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, zal elke arbeider die in de loop van een kalenderjaar (of een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan en met het saldo van zijn opleidingskrediet. Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk gesprek binnen de onderneming.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 5, § 2 dat buiten werking treedt op 31 december 2024.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd met een opzegging van 3 maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende partijen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 20 december 2021Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/12/2021 pub. 25/05/2022 numac 2022032080 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de permanente vorming (registratienummer : 171553/CO/105).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE