4 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 143 en 149, alinea 2, invoegd bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op artikel VII.III.93, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, inzonderheid het artikel 12, 2°;

Gelet op het protocol nr. 99/7 van 19 maart 2003 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van Burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn is gegeven en dat er geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is, dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies 35.431/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het artikel 12, 2°, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, vervallen de woorden « van korpschef, ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX