gepubliceerd op 12 maart 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17vicies quater van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997
4 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17vicies quater van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, inzonderheid op de artikelen 6 en 8, overeenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17vicies quater gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 februari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17vicies quater van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997 Geregistreerd op 11 januari 2002 onder het nr. 60497/CO/300 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997;
Gelet op de artikelen 6 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, welke artikelen bepalen dat het begrensde referteloon waarop de aanvullende vergoeding wordt berekend en het bedrag zelf van de aanvullende vergoedingen op 1 januari van ieder jaar zullen worden herzien;
Gelet op de wetten van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet;
Overwegende dat een collectieve arbeidsovereenkomst moet worden gesloten waarbij uitvoering wordt gegeven aan de bepalingen van de artikelen 6 en 8, door het vaststellen van een herwaarderingscoëfficiënt voor het begrensde referteloon en voor het bedrag van de aanvullende vergoedingen;
Overwegende dat deze collectieve arbeidsovereenkomst de mogelijkheid biedt de nog in Belgische frank luidende bedragen in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 om te zetten in euro;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen; - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979; - de Boerenbond; - « la Fédération wallonne de l'Agriculture »; - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België; - het Algemeen Belgisch Vakverbond; - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
Artikel 1.Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 6 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997, moeten vanaf 1 januari 2002 de volgende coëfficiënten worden toegepast : - de coëfficiënt 1,010 op het begrensde brutomaandloon dat in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van het nettoreferteloon; - de coëfficiënt 1,010 op het bedrag van de aanvullende vergoedingen.
Commentaar De aanvullende vergoedingen zullen pro rata temporis worden aangepast, op grond van de navolgende formule : - indien de aanvullende vergoeding wordt berekend op een referteloon van vóór 1 januari 2001, wordt de herwaarderingscoëfficiënt 1,010 toegepast; - wordt de vergoeding berekend op grond van het loon van de maanden januari, februari of maart 2001, dan wordt de herwaarderingscoëfficiënt 1,0075 toegepast; - wordt de vergoeding berekend op grond van het loon van de maanden april, mei of juni 2001, dan wordt de herwaarderingscoëfficiënt 1,0050 toegepast; - wordt de vergoeding berekend op grond van het loon van de maanden juli, augustus of september 2001, dan wordt de herwaarderingscoëfficiënt 1,0025 toegepast.
De vergoeding die berekend wordt op grond van het loon van de maanden oktober, november of december 2001 wordt niet aangepast.
Art. 2.In artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994 en nr. 17vicies van 17 december 1997 : - wordt de eerste alinea vervangen door de volgende bepaling : « Het nettoreferteloon is gelijk aan het brutomaandloon begrensd tot 2.610,69 euro en verminderd met de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding »; - wordt de derde alinea vervangen door de volgende bepaling : « De grens van 2.610,69 euro is gekoppeld aan het indexcijfer 103,14 (1996 = 100); zij is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Deze grens zal op 1 januari van elk jaar door de Nationale Arbeidsraad worden herzien rekening houdend met de ontwikkeling van de regelingslonen »; - worden de woorden « tot het hogere honderdtal » in de vierde alinea vervangen door de woorden « op de hogere euro ».
Art. 3.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2002.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Brussel, op 19 december 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX