4 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage van 2 016 995 BEF (50.000 euro) aan FEBEA

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op artikelen 55 tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Overwegende dat de Minster voor Sociale Economie onder meer belast is met verdere versterking en ontwikkeling van de sociale economie, met inbegrip van de meerwaardeneconomie;

Overwegende dat de Minister voor Sociale Economie onder meer belast is met het stimuleren van initiatieven die gericht zijn op het promoten van ethisch-financiële producten en alternatieve projectfinanciering;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 oktober 2001 Op de voordracht van Onze Minister voor Sociale Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van 2 016 995 BEF (50.000 euro), aan te rekenen op het krediet van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2001, organisatieafdeling 55, b.a. 42.33.01.85, wordt toegekend aan FEBEA, met zetel te Vooruitgangsstraat 333, 1030 Brussel, te betalen op rekeningnummer BBL 310-0980049-47;

Art. 2.De toelage heeft tot doel een bijdrage te leveren in de opstart en de uitbouw van een Europees netwerk van solidaire financiers.

FEBEA heeft tot doel ethische en solidaire financiering in Europa te ontwikkelen door middel van informatie aan en participatie van burgers.

Daartoe zal ze : - het uitwisselen van informatie en ervaringen aanmoedigen, evenals de samenwerking tussen de netwerken en de actoren van de solidaire economie en financiën van de verschillende Europese landen; - haar leden vertegenwoordigen bij de instellingen van de Europese Unie en bij de financiële en politieke organisaties; - de nodige financiële en bankinstrumenten tot stand brengen om deze doelstellingen te kunnen bereiken.

Art. 3.De periode van betoelaging van het project neemt een aanvang op 1 november 2001 en heeft een duurtijd van 12 maanden.

Art. 4.De projectkosten, gedragen door de toelage, omvatten : Loonkost omkaderingspersoneel : - 1 voltijds personeelslid . . . . . 2 016 995 BEF Totaal : . . . . . 2 016 995 BEF (50.000 euro)

Art. 5.§ 1. Het toegekende bedrag zal in vier schijven worden betaald : Een eerste schijf van 30 % wordt betaald na aanvang van het project, op vraag van de toelagetrekker en na akkoordbevinding van de toelageverstrekker.

Een tweede schijf van 30 % zal worden betaald zes maanden na aanvang, na voorlegging van een tussentijdse stand van zaken en de noodzakelijke verantwoordingsstukken, dit voor zowel de eerste als voor de tweede schijf, en na de akkoordbevinding van de toelageverstrekker.

Een derde schijf van 30 % zal worden betaald negen maanden na aanvang, na voorlegging van de noodzakelijke verantwoordingsstukken voor deze derde schijf en na akkoordbevinding van de toelageverstrekker.

Het saldo van 10 % zal worden betaald na het beëindigen van de periode, na voorlegging van een eindrapport, de noodzakelijke verantwoordingsstukken voor deze laatste schijf en na akkoordbevinding van de toelageverstrekker. § 2. De bewijsstukken worden gedateerd en ondertekend door de toelagetrekker. Bij de aanvraag van elke schijf wordt een schuldvordering bijgevoegd waarin de gevorderde sommen voor waar en oprecht worden verklaard. Deze schuldvordering wordt in drie exemplaren ingediend. § 3. Alle schuldvorderingen en verantwoordingsstukken in het kader van deze toelage dienen uiterlijk op 15 november 2002 in bezit te zijn van de administratie. § 4. Op de administratieve verwerking wordt toegezien door de Cel Sociale Economie van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Anspachlaan 1, 1000 Brussel, 14e verdieping, bureau 19.

Alle briefwisseling in verband met de administratieve verwerking in het kader van deze toelage wordt aan dit adres gericht.

Art. 6.Onze Minister voor Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE